week 3 - les 3 (aangepast voor online-onderwijs)

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat is arbeidsmarkt?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Vraag naar arbeid
Aanbod van arbeid
Werkgever
Werknemer
Werkgelegenheid
Beroepsbevolking
Vacatures
Werklozen

Slide 5 - Question de remorquage

Krappe en ruime arbeidsmarkt
Krappe arbeidsmarkt (tekort) = meer vraag (door werkgevers)dan aanbod (van werknemers). De bedrijven hebben dus moeite om aan personeel te komen. 
Ruime arbeidsmarkt (overschot) = meer aanbod (van werknemers) dan vraag (door werkgevers). nu hebben de werknemers moeite om aan een baan te komen. 


Slide 6 - Diapositive

Krappe arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt
Veel vraag en weinig aanbod van arbeid
Hoge werkloosheid
Hoge lonen
Moeilijk een baan te vinden
Weinig vraag en veel aanbod van arbeid
Goede arbeidsvoorwaarden

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat is hier het evenwichtsloon?
A
1
B
9
C
17
D
40

Slide 10 - Quiz

Qa = L - 8
Qv = -L + 16
Bereken het evenwichtsloon.

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Chocolade is een homogeen product.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Geef een voorbeeld van een homogeen product.

Slide 17 - Carte mentale

Slide 18 - Diapositive

Aantal aanbieders bij:
volkomen concurrentie
A
veel
B
weinig
C
één
D
geen

Slide 19 - Quiz

Wat is geen kenmerk van de markt van een volledige mededinging?
A
veel aanbieders
B
Heterogene goederen
C
Transparante markt
D
makkelijke toetreding

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

De ___________________ naar arbeid en het aanbod van arbeid noem je samen de

___________________ . 

Je spreekt van een  ___________________ arbeidsmarkt als het ___________________ 

groter is dan de vraag naar arbeid. 

Is het aanbod van arbeid kleiner dan de vraag naar arbeid dan spreek je van een 

 ___________________  arbeidsmarkt.
Arbeidsmarkt
Krappe
Ruime
Aanbod
Vraag

Slide 23 - Question de remorquage

Slide 24 - Diapositive