4.1.2 decimale getallen

Decimale getallen
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Decimale getallen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
-Je legt uit wat een decimaal getal is.
-Je wijst op de getallenlijn een decimaal getal aan.
-Je vergelijkt decimale getallen en beoordeelt welke groter of kleiner is.
-Je rekent met getallen met 1 of 2 cijfers achter de komma.

-Je rekent met geld.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Decimale getallen
Wat zijn decimale getallen?

Decimale getallen zijn getallen achter de komma 

Slide 3 - Diapositive

Getallen met een iets na de komma.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Decimale getallen zijn
A
puntgetallen
B
breukgetallen
C
kommagetallen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

decimale getallen =
A
cijfers achter de komma
B
cijfers voor de komma

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoeveel decimalen getallen heeft 38,97?
A
4
B
2
C
1
D
3

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel decimale getallen heeft...
490,84201
A
8
B
0
C
2
D
5

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aftrekken van decimale getallen
4,31 - 2,101 =
A
2,199
B
2,20
C
3,141
D
2,209

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke decimaal getal is groter?
0,55 of 0,555
A
0,55
B
0,555

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ging 4.1.1 en 4.1.2?
A
Slecht
B
Begint te komen
C
Goed
D
Geweldig!

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions