Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Week 11
¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gómez
Hoy
es ___________
Mañana
es _____________
1 / 44
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
44 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gómez
Hoy
es ___________
Mañana
es _____________
Slide 1 - Diapositive
¿Qué vamos a hacer hoy?
(Wat gaan wij vandaag doen?)
1. Review
2. Capítulo 2: Que aproveche
Página 16
.
Slide 2 - Diapositive
SO: het werkwoord
gustar
!
VOLGENDE MAANDAG
Vocabulario 2.1
PLENDA: Opdrachten 1,2,3,4,8a
- Kleine toets vocabulario
- Leren bezittelijk voornaamwoorden in het Spaans
Slide 3 - Diapositive
Voltooid tegenwoordige tijd (Present Perfecto)
Als je iets hebt gedaan
haber
habl
ar
com
er
viv
ir
escribir
Yo
he
hablado
comido
vivido
escrito
Tú
has
hablado
comido
vivido
escrito
Él/ Ella/ usted
ha
hablado
comido
vivido
escrito
Nosotros
hemos
hablado
comido
vivido
escrito
Vosotros
habéis
hablado
comido
vivido
escrito
Ellos
han
hablado
comido
vivido
escrito
ik heb...
jij hebt...
Hij/zij/u heeft
wij hebben
jullie hebben
zij hebben
Slide 4 - Diapositive
Gustar - Mooi, leuk, lekker vinden
Slide 5 - Diapositive
A mí
me gusta
la pizza (enkelvoud)
A Nicole
le gusta
el helado (enkelvoud)
A nosotros
nos gusta
n
la
s
hamburguesa
s
(meervoud)
A vosotros
os gusta
dormir (werkwoord)
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
México: ¡Qué aproveche!
Slide 8 - Diapositive
Wat kun je vertellen over Mexico na het bekijken van de video?
Slide 9 - Carte mentale
Slide 10 - Diapositive
Capítulo 2: ¡Qué aproveche!
Slide 11 - Diapositive
México: ¡Qué aproveche!
Slide 12 - Diapositive
Zelfstandig werken
Ejercicios 1, 2, 8a.
timer
10:00
Slide 13 - Diapositive
Los posesivos
Wat zijn bezittelijk voornaamwoorden?
bezittelijk voornaamwoorden
Slide 14 - Diapositive
Bezittelijke voornaamwoorden
enkelvoud
meervoud
mi
libro
mis
libros
tu
...
tus
...
su...
sus..
.
nuestr
o amigo
nuestr
a amiga
nuestr
os amigos
nuestr
as amigas
vuestr
o
...
vuestr
a
...
vuestr
os
...
vuestr
as
...
su...
sus...
Bezittelijk voornaamwoorden in het Spaans
Slide 15 - Diapositive
Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in:
Es (mijn) casa.
Slide 16 - Question ouverte
Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in:
Son (hun) zapatos.
Slide 17 - Question ouverte
Vertaal het bezittelijke voornaamwoord naar het Spaans: (jouw) _____ libro es rojo.
Slide 18 - Question ouverte
Vertaal het bezittelijke voornaamwoord naar het Spaans: (onze) _____ coche es gris.
Slide 19 - Question ouverte
BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
Mi/mis padres están en casa
Slide 20 - Question ouverte
Vertaal het bezittelijke voornaamwoord naar het Spaans: (haar) _____ amigas estudian español.
Slide 21 - Question ouverte
Vertaal het bezittelijke voornaamwoord naar het Spaans:
(Zijn) _____ coche es gris.
Slide 22 - Question ouverte
bezittelijk voornaamwoord.
Kies het juiste woord:
(Jullie) ___ hermana vive en Granada.
Slide 23 - Question ouverte
bezittelijk voornaamwoord.
Kies het juiste woord:
(Uw) ___ tíos hacen deporte.
Slide 24 - Question ouverte
Vertaal het bezittelijke voornaamwoord naar het Spaans: (mijn) _____ libros son rojos.
Slide 25 - Question ouverte
¡Hasta la próxima clase!
Slide 26 - Diapositive
Los objetivos
het
doel
Después de esta clase
....
Na deze les.....
--Kan ik werkwoorden in de
voltooid tegenwoordige tijd
vervoegen.
Kan ik de werkwoorden ¨saber, poner, dar en salir¨ vervoegen in het TEGENWOORDIGE TIJD.
Slide 27 - Diapositive
Huiswerk nakijken
Presente perfecto
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Vidéo
Voltooid Tegenwoordije Tijd
(Nederlands)
ETEN
Ik
heb
gegeten
ZIJN (ZICH BEVINDEN)
Ik
ben
in New York
geweest
Voltooid Tegenwoordije Tijd
(Nederlands)
COMER
Yo
he
comido
ESTAR
Yo
he
estado
en Nueva York
Slide 30 - Diapositive
Presente perfecto
Persona
Verbo auxiliar
Hulp werkwoord
Participio
Voltooid deelwoord
Participio
Voltooid deelwoord
Participio
Voltooid deelwoord
Haber(hebben)
Hablar(praten)
Comer(eten)
Vivir(leven/wonen)
Yo
he
habl
ado
com
ido
viv
ido
Tú
has
habl
ado
com
ido
viv
ido
Él - ella - usted
ha
habl
ado
com
ido
viv
ido
Nosotros -
Nosotras
hemos
habl
ado
com
ido
viv
ido
Vosotros - Vosotras
habéis
habl
ado
com
ido
viv
ido
Ellos - ellas - ustedes
han
habl
ado
com
ido
viv
ido
Slide 31 - Diapositive
Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?
1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨
VOORBEELD:
est
ar
- zich bevinden
Ella ha est
ado
en España.
Zij is in España geweest.
Slide 32 - Diapositive
Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?
1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨
VOORBEELD:
com
er
- eten
Yo he com
ido
pizza
Ik heb pizza gegeten
Slide 33 - Diapositive
Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?
1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨
VOORBEELD:
ir
- gaan
Nosotros hemos
ido
al supermercado
We zijn naar de winkel gegaan.
Slide 34 - Diapositive
Hoe maak je een zin in het Spaan in het Voltooid tegenwoordige tijd?
1. Kijk naar het werkwoord: Is het met AR, ER of IR?
2. Vervoeg het werkwoord
3. Gebruik een van de tijdsaanduidingen¨
LET OP: NIET VERGETEN
HE, HAS, HA, HEMOS, HABÉIS, HAN
NEDERLANDS:
Ik kaas gegeten
Ik
heb
kaas gegeten
OOK IN HET SPAANS!!!
Yo comido queso
Yo
he
comido queso
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Tijdsaanduidingen Voltooid Tegenwoordige tijd in het Spaans
.
.
.
.
Bijvoorbeeld (ETEN- COMER):
Ik heb
vandaag pizza
gegeten
Hoy
yo he comido
pizza /
Hoy
he comido
pizza.
Slide 37 - Diapositive
Tijdsaanduidingen Voltooid Tegenwoordige tijd in het Spaans
.
.
.
.
Bijvoorbeeld 2 (LEREN: APRENDER):
Ik heb
nooit Japans
geleerd
Nunca
yo he aprendido
japonés /
Nunca
he aprendido
japonés.
Slide 38 - Diapositive
Tijdsaanduidingen Voltooid Tegenwoordige tijd in het Spaans
.
.
.
ONREGELMATIGE WERKWOORDEN.
Bijvoorbeeld 3 (VER: zien):
Ik heb
nooit de film "COCO"
gezien
Nunca
yo he visto
la película "COCO" /
Nunca
he visto
la película "COCO".
Slide 39 - Diapositive
Voltooid Tegenwoordige tijd
ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
DEZE WERKWOORDEN MOET JE ONTHOUDEN!
Voorbeeld:
Abr
ir
(openen)
Yo he abr
ido
la puerta.
Yo he abierto la puerta.
Ik heb de deur geopend.
Slide 40 - Diapositive
Frases clave - BRON E (Opdracht 16 wb)
Slide 41 - Diapositive
Maak een zin met het regelmatige werkwoord ¨estar¨ - zich bevinden
Slide 42 - Question ouverte
Maak een zin met het regelmatige werkwoord ¨ir¨ - gaan
Slide 43 - Question ouverte
Maak een zin met het onregelmatige werkwoord ¨ver¨ - zien
Slide 44 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Week 6, les 2
Novembre 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 3-2
Septembre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 7
Octobre 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 6, les 2
Novembre 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 4-2
Septembre 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 3-2
Septembre 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 4-2
Septembre 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 6
Octobre 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3