Wisselkoersen theorie

WISSELKOERSEN
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WISSELKOERSEN

Slide 1 - Diapositive

Wisselkoersen

In deze lessen gaan we het hebben over:

  • vraag en aanbod
  • vaste wisselkoersen

Slide 2 - Diapositive

Wat bepaalt de wisselkoers van de euro?

De wisselkoers is de ‘prijs’ van een valuta.

De ‘prijs’ (koers) wordt, net als bij een ‘gewoon’ product bepaald door ....................... en .......................... .

Slide 3 - Diapositive

Wat bepaalt de wisselkoers van de euro?

De wisselkoers is de ‘prijs’ van een valuta.

De ‘prijs’ (koers) wordt, net als bij een ‘gewoon’ product bepaald door vraag en aanbod.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Voorbeeld
De pond/euro koers is de wisselkoers van het pond ten opzichte van de euro: £ 1 = € 1,40. Dit wil zeggen 1 pond ‘kost’ 1,40 euro.
Als even later de koers van het pond verandert, bijvoorbeeld £ 1 = € 1,50, dan is het pond dus ...................... geworden. Het pond is dus ................... waard geworden. 

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld
De pond/euro koers is de wisselkoers van het pond ten opzichte van de euro: £ 1 = € 1,40. Dit wil zeggen 1 pond ‘kost’ 1,40 euro.
Als even later de koers van het pond verandert, bijvoorbeeld £ 1 = € 1,50, dan is het pond dus ‘duurder’ geworden. Het pond is dus meer waard geworden. 

Slide 7 - Diapositive

Het enige verschil met een ‘gewoon’ product is dat de vraag naar de ene munt altijd samengaat met aanbod van een andere munt.


Als je bijvoorbeeld euro’s omwisselt voor dollars, ben je ............................ van euro’s en .............................. van dollars.

Slide 8 - Diapositive

Het enige verschil met een ‘gewoon’ product is dat de vraag naar de ene munt altijd samengaat met aanbod van een andere munt.


Als je bijvoorbeeld euro’s omwisselt voor dollars, ben je aanbieder van euro’s en vrager van dollars.

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld

Als pond meer waard wordt in euro’s, wordt euro minder waard in ponden.

£ 1 = € 1,40     € 1 = £ ......
£ 1 = € 1,50     € 1 = £ ......

1 euro ‘kost’ minder, dus de euro daalt in waarde. Dit noemen we een ............................................ .

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld

Als pond meer waard wordt in euro’s, wordt euro minder waard in ponden.

£ 1 = € 1,40     € 1 = £ 0,71
£ 1 = € 1,50     € 1 = £ 0,67

1 euro ‘kost’ minder, dus de euro daalt in waarde. 

Slide 11 - Diapositive

Vraag- en aanbodlijn

De wisselkoers wordt bepaald door vraag en aanbod.

De vraaglijn verloopt dalend,

de aanbodlijn stijgend.

Dus, als de wisselkoers stijgt,

zal de vraag dalen en het

aanbod stijgen.

Slide 12 - Diapositive

Vraaglijn

Bij verschillende wisselkoersen 'kijken' we naar wat de vraag zou zijn.

Als de wisselkoers ..................., wordt import vanuit dit land voor andere landen duurder en zal dus dalen. Die andere landen ........................... dus minder van de munt.

Slide 13 - Diapositive

Vraaglijn

Bij verschillende wisselkoersen 'kijken' we naar wat de vraag zou zijn.

Als de wisselkoers stijgt, wordt import vanuit dit land voor andere landen duurder en zal dus dalen. Die andere landen vragen dus minder van de munt.

Slide 14 - Diapositive

Aanbodlijn

Bij verschillende wisselkoersen 'kijken' we naar wat het aanbod zou zijn.

Als de wisselkoers ..................., wordt import van dit land vanuit andere landen goedkoper en zal dus stijgen. Het land zal dus vreemde valuta  ........................ en de eigen munt ......................... .

Slide 15 - Diapositive

Aanbodlijn

Bij verschillende wisselkoersen 'kijken' we naar wat het aanbod zou zijn.

Als de wisselkoers stijgt, wordt import van dit land vanuit andere landen goedkoper en zal dus stijgen. Het land zal dus vreemde valuta vragen en de eigen munt aanbieden.

Slide 16 - Diapositive

Het evenwicht

Daar waar vraag = aanbod

(van één munt) is er sprake

van een evenwichtsprijs.

Net als bij een ‘gewoon’

product zal de evenwichtskoers

(-prijs) pas veranderen als de

vraag- of aanbodlijn verandert.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Beïnvloeden wisselkoers door centrale bank

Bij een systeem van vaste wisselkoersen mag de wisselkoers niet afwijken van een bepaalde vastgestelde koers.

Als de wisselkoers dreigt te veranderen, moet de centrale bank ingrijpen. Een centrale bank kan (in grote lijnen) op twee manieren ingrijpen om de koers van een valuta te beïnvloeden: aankopen / verkopen valutamarkt of rente aanpassen.

Slide 19 - Diapositive

1) Een munt verkopen of aankopen op de valutamarkt. Door een munt te kopen, stijgt de ......................., waardoor de koers .................................... .

Door een munt te   ............................. ,  stijgt het aanbod, waardoor de koers ................................... .

Slide 20 - Diapositive

1) Een munt verkopen of aankopen op de valutamarkt. Door een munt te kopen, stijgt de vraag waardoor de koers apprecieert.

Door een munt te  verkopen, stijgt het aanbod, waardoor de koers deprecieert.

Slide 21 - Diapositive

2) De rente beïnvloeden.

Als de rente in een land stijgt, wordt het voor buitenlanders aantrekkelijker om in dat land te .................................... (sparen). De buitenlanders kopen de munt en de vraag stijgt, waardoor de munt ............................................

Slide 22 - Diapositive

2) De rente beïnvloeden.

Als de rente in een land stijgt, wordt het voor buitenlanders aantrekkelijker om in dat land te beleggen (sparen). De buitenlanders kopen de munt en de vraag stijgt, waardoor de munt apprecieert.

Slide 23 - Diapositive