Herhaling weer en klimaat H 1 4T

Herhaling weer en klimaat H 1 4T
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Herhaling weer en klimaat H 1 4T

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Startopdracht 
  • Aan de slag met jouw Praktische Opdracht
  • Oude werkstukken nakijken
  • 5 minuten...?

Einde van de les?  Ik kan mijzelf tips geven om de praktische opdracht zo goed mogelijk te maken
Wat gaan we doen?
Wat kan je aan het einde van de les?
-

  • Vragen inventariseren 
  • terugblik met Lesson up
  • Examenvragen oefenen 
  • Leren

Slide 2 - Diapositive

Welke vragen heb je over de leerstof?
Noteer onderwerp,§ en je vraag

Slide 3 - Question ouverte

Wat is geen weerselement?
A
temperatuur
B
neerslag
C
wind
D
zon

Slide 4 - Quiz

Weer:
klimaat:
Gemiddelde weer
Groot gebied
Klein gebied
Toestand in de lucht
lange periode 
korte periode 

Slide 5 - Question de remorquage

Temperatuur
Luchtdruk
Neerslag
Wind
Graden Celsius
hPa
Millimeter
Beaufort

Slide 6 - Question de remorquage

Stijgingsneerslag
Frontale neerslag
Stuwingsneerslag

Slide 7 - Question de remorquage

Stijgingsneerslag
Stuwingsneerslag
Hitte
Bergen
Loefzijde
Lijzijde
Evenaar
Botsen warme en koude lucht
Nederland
Depresssie
Frontale neerslag

Slide 8 - Question de remorquage

Wat is wind en hoe ontstaat wind ?
A
Wind is stromende lucht en is lucht die stroomt van lage drukgebieden naar hoge drukgebieden
B
Wind is stromende lucht en is lucht die zich naar boven beweegt
C
Wind is stromende lucht en is lucht die zich naar beneden beweegt
D
Wind is stromende lucht en is lucht die stroomt van hoge drukgebieden naar lage drukgebieden

Slide 9 - Quiz

De wind is noordoost.
De wind waait dan:
A
Van het zuidoosten naar het noordwesten
B
Van het noorden naar het zuiden
C
Van het noordwesten naar het zuidoosten
D
Van het noordoosten naar het zuidwesten

Slide 10 - Quiz

Hoge luchtdruk
Lage luchtdruk

Slide 11 - Question de remorquage

Regenschaduw
Lijzijde
Aanlandige wind
Loefzijde

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is geen klimaatfactor?
A
Breedteligging
B
Windrichting
C
Luchtdruk
D
Hoogteligging

Slide 13 - Quiz

Welke klimaatfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
ligging van warme of koude zeestromen
D
gesteldheid aardoppervlak

Slide 14 - Quiz


Welke klimaatfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
ligging aan zee
D
zeestromen

Slide 15 - Quiz

Welke klimaatfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
Windrichting
D
gesteldheid van het aardoppervlak

Slide 16 - Quiz

Een van de klimaatfactoren is hoogteligging.
Wat is de regel bij deze klimaatfactor?
A
Elke 1000 meter wordt het 6 graden warmer
B
Elke 1000 meter wordt het 6 graden kouder
C
Elke 1000 meter wordt het 8 graden warmer
D
Elke 1000 meter wordt het 8 graden kouder

Slide 17 - Quiz

Klimaten op lage breedte 
Klimaten op hoge breedte
De woestijn
Zeeklimaat
Toendraklimaat

Slide 18 - Question de remorquage

Woestijn klimaat
Tropisch regenwoudklimaat
Gematigd zee- klimaat

Slide 19 - Question de remorquage

Sleep de klimaatgrafiek naar de juiste klimaat.
poolklimaat
gematigd zeeklimaat
tropisch klimaat

Woestijnklimaat

Slide 20 - Question de remorquage

Gematigd zeeklimaat
Middellandse zeeklimaat
Land
klimaat
Hoort niet bij Spanje
Hooggebergte klimaat
Steppe
klimaat

Slide 21 - Question de remorquage

Extensieve veeteelt
intensieve veeteelt

Slide 22 - Question de remorquage

 Sleep  de namen van de landschappen / belts op de juiste plekken in de kaart. 
3
4
Rocky Mountains
Great Plains
Kustgebergte

Slide 23 - Question de remorquage

Sleep de vormen van neerslag naar de juiste plek.
Stijgingsneerslag
Stuwingsneerslag
Frontale neerslag

Slide 24 - Question de remorquage

Sleep de zinnen naar de juiste kolom:
Voordelen
stuwdam
Nadelen 
stuwdam
Hydro-elektriciteit
Stroomafwaarts komt minder water, dus meer droogte. 
Met een stuwdam kun je het waterpeil regelen.
Het bijbehorende stuwmeer kan worden gebruikt voor visserij.
In de benedenloop van de stuwdam vindt geen afzetting meer plaats van vruchtbaar slib.

Slide 25 - Question de remorquage

Waardoor kan er in het oostelijk deel van de Great Plains veel tarwe worden verbouwd?
A
de zon schijnt er niet veel
B
er valt voldoende neerslag
C
men pompt veel grondwater op
D
door irrigatie

Slide 26 - Quiz

Wat is de hoofdstad van de VS?
A
New York
B
Los Angeles
C
Washington
D
San Francisco

Slide 27 - Quiz

Bij de VS komt vanuit het noorden ....
A
warme lucht
B
koude lucht

Slide 28 - Quiz

De bevolkingsdichtheid is in het oosten van de VS het hoogst?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Wat wordt in het zuiden van de VS vooral verbouwd?
A
Graan
B
Mais
C
Katoen en suikerriet
D
Koffie en melk

Slide 30 - Quiz

Hieronder zie je 4 klimaatfactoren en 4 omschrijvingen. Sleep de omschrijving naar de bijbehorende klimaatfactor. 
Windrichting
Breedteligging
Hoogteligging
Invloed van zee
In het noordwesten van de VS  valt er veel neerslag. Door aanlandige wind
De Labradorstroom is een koude zeestroom, Dit zorgt voor hele koude winters bij New York 
Rocky Mountains : Er valt hier veel neerslag in de vrom van sneeuw
Hierdoor is er een groot temperatuurverschil tussen Florida en Alaska.

Slide 31 - Question de remorquage

Sleep de klimaten naar de juiste locatie. Welk klimaat komt er voor op lage breedte, gematigde breedte en hoge breedte? 

Slide 32 - Question de remorquage

Oefenen examenvragen

Slide 33 - Diapositive

Ga naar de linkjes op de volgende 2 dia's en beantwoord deze examenvragen in je schrift. 

Slide 34 - Diapositive

Bekijk de vragen goed en geef zo volledig mogelijk  antwoord. 


Klaar? antwoorden van de examenvragen nakijken. Pak een rode pen en geef jezelf punten. 

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Lien

Slide 37 - Lien

Correctie

Slide 38 - Diapositive

Correctie VS landbouw

Slide 39 - Diapositive

Over welk begrip/onderwerp wil ik meer uitleg morgen?

Slide 40 - Question ouverte