Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
Vergelijking zonder als - Beeld en object worden met elkaar vergeleken.
Het woord ALS wordt niet gebruikt.
Die jongen lijkt aardig, maar ondertussen is het een wolf in schaapskleren
Beeld = een wolf in schaapskleren
Object = die jongen
Metafoor = Er wordt een beeld gegeven zonder een object.
Het schip der woestijn drinkt water bij een bron. = De kameel drinkt water bij de bron.
Beeld = het schip der woestijn
Object = de kameel