2.2 de spreiding van wereldsteden

Hoofdstuk 2 Steden
2.2 De spreiding van wereldsteden
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2 Steden
2.2 De spreiding van wereldsteden

Slide 1 - Diapositive

Planning
Planning
1. Terugkijken 2.1
2. doelen 2.2
4. terug in de les
5.  Check of leerdoelen behaald zijn
3. Aan de slag met de opdracht

Slide 2 - Diapositive

Wat is een stad?

Slide 3 - Carte mentale

Definitie stad
1. Een bepaald aantal inwoners
2. Dicht bebouwd
3. Veel voorzieningen 
4. Beroepsbevolking in secundaire of tertiaire sector

Slide 4 - Diapositive

Megastad
Wereldstad
Hoofdstad
Stad met meer dan 10 miljoen inwoners
Voor een groot deel van de wereld belangrijk
Belangrijkste stad van een land
Amster-dam
Rio de Janeiro
New York

Slide 5 - Question de remorquage

Planning
Planning
1. Terugkijken 2.1
2. doelen 2.2
4. terug in de les
5.  Check of leerdoelen behaald zijn
3. Aan de slag met de opdracht

Slide 6 - Diapositive

Doelen 2.2
Aan het eind van de les...:
  •  kun je de factoren die de ligging van steden beïnvloeden opnoemen/opschrijven. à wat kan je hiermee?
  •     kun je het verschil in verstedelijkingstempo tussen rijke en arme landen in eigen woorden uitleggen.
  •      kun je het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart in eigen woorden uitleggen.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Bekijk de kaart
wat valt op?

Slide 9 - Diapositive

Wat bepaald de ligging
van steden?

Slide 10 - Carte mentale

Planning
Planning
1. Terugkijken 2.1
2. doelen 2.2
4. terug in de les
5.  Check of leerdoelen behaald zijn
3. Aan de slag met de opdracht

Slide 11 - Diapositive

les 1 Opdracht
- In tweetallen ga je aan de slag met de tekst van 2.2
- verdeel de tekst;
Persoon 1 heeft  "Hoe kun je de spreiding van steden verklaren?
Persoon 2 heeft: "Hoe verandert het stedelijk patroon?"
-Jullie gaan beide aan de slag om een begrippennetwerk te maken.
- Wanneer dit gelukt is gaan jullie de begrippennetwerken uitwisselen met elkaar en nemen het over van elkaar.

Slide 12 - Diapositive

Begrippen netwerk:
-Schrijf in je schrift de woorden zo op dat de relaties tussen de woorden duidelijk worden.
-Trek tussen de woorden verbindingslijnen en bij de lijnen schrijf je relatiewoorden.
klaar:
Wissel jouw begrippennetwerk uit met
die van je partner en leg uit waarom je
het op deze manier hebt verbonden.
timer
15:00

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Steden in rijke landen
- Meerdere grote steden
- Steden zijn verbonden -> Stedelijk netwerk

Voorbeeld:
Verenigde Staten

Slide 15 - Diapositive

Steden in Arme landen
- Eén grote stad
- Die stad is veel groter en belangrijker dan de tweede stad -> Primate city

Voorbeeld:
Lagos (Nigeria)

Slide 16 - Diapositive

Spreiding steden factor 1:
Kenmerken van een gebied waarin een stad ligt. 
(absolute ligging)

1. vlakke vruchtbare gebieden
2. vindplaats grondstoffen
3. aan het water 


Slide 17 - Diapositive

Spreiding steden factor 2:
Kenmerken ten opzichte van andere plaatsen. 
(relatieve ligging)

1. goede verbindingen met andere steden.

2. stad midden land of aan de kust

Slide 18 - Diapositive

Spreiding steden factor 3:

Verklaring: koloniale verleden 

Deze steden vooral aan de kust.

Steden waren exporthavens van moederlanden. 

Mensen platteland naar deze steden:
vaak megastad geworden.



Slide 19 - Diapositive

Spreiding steden factor 3:

Koloniale dubbelstad:
Stadsopbouw koloniale tijd die bestaat uit een westers en niet- westers stadsdeel.

Medina = niet- westerse deel

Slide 20 - Diapositive

Medina/westerse deel
Medina:
- is ommuurd
- smalle kronkel straatjes
westerse deel
- grenst aan de haven
- rechte bredere straatjes

Slide 21 - Diapositive

Steden veranderen
Meer mensen gaan in de stad wonen:
Verstedelijkingsgraad (percentage mensen dat in de stad woont) neemt wereldwijd toe 
- Het verstedelijkingstempo  is het percentage waarmee de verstedelijkingsgraad toeneemt

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Planning
Planning
1. Terugkijken 2.1
2. doelen 2.2
4. terug in de les
5.  Check of leerdoelen behaald zijn
3. Aan de slag met de opdracht

Slide 24 - Diapositive

Check
Aan het eind van de les...:
  •  kun je de factoren die de ligging van steden beïnvloeden opnoemen/opschrijven. à wat kan je hiermee?
  •     kun je het verschil in verstedelijkingstempo tussen rijke en arme landen in eigen woorden uitleggen.
  •      kun je het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart in eigen woorden uitleggen.

Slide 25 - Diapositive

Welke factor speelt geen rol bij de spreiding van steden?
A
Steden liggen vaak in vlakke, vruchtbare gebieden
B
De stad heeft veel oude gebouwen.
C
De stad heeft een gunstige ligging, midden in het land met goede verbingen
D
De stad is een kolonie geweest.

Slide 26 - Quiz

In welke landen is het verstedelijkingstempo het hoogst?
A
Arme landen
B
Rijke landen

Slide 27 - Quiz

In welke landen is de verstedelijkingsgraad het hoogst?
A
Arme landen
B
Rijke landen

Slide 28 - Quiz

Leg uit welke problemen
snelgroeiende megasteden hebben

Slide 29 - Carte mentale

Beredeneer waarom veel
mensen naar de stad verhuizen?

Slide 30 - Carte mentale

Site en situation
Geografen bestuderen vaak de ontwikkeling van steden: waarom groeit de ene stad heel snel en de ander juist minder? Redenen voor groei kun je halen uit de ligging van plaatsen; de site en situation.

Slide 31 - Diapositive

Site

Kenmerken van een gebied waarin de stad ligt. De daadwerkelijke ligging van de plaats op aarde. 

Vaak vlakbij water, vruchtbare gronden, aanwezigheid drinkwater, op een kruispunt van handelswegen.


Slide 32 - Diapositive

Situation

De stad ten opzichte van andere plaatsen.

Vaak zijn goede verbindingen tussen verschillende steden bepalend.

Het stedelijk netwerk is hier een voorbeeld van.

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Wanneer we kijken na deze les en de vorige les.... Wat denk je dan?
Verstedelijking hoopgevend of ellendig, en waarom?

Slide 35 - Question ouverte

Wat vond je lastig in deze les?

Slide 36 - Question ouverte

Les 2: Aan de slag
Lezen 2.2
Maken 2.2 opdr. 3, 4, 5, 6 en 7
of** 1, 2, 3 en 7
Klaar?
Bekijk en beleef Lagos op de volgende site

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Lien

Check
Aan het eind van de les...:
  •  kun je de factoren die de ligging van steden beïnvloeden opnoemen/opschrijven. à wat kan je hiermee?
  •     kun je het verschil in verstedelijkingstempo tussen rijke en arme landen in eigen woorden uitleggen.
  •      kun je het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart in eigen woorden uitleggen.

Slide 39 - Diapositive