2.2 Wereldsteden

2.2 spreiding van wereldsteden
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.2 spreiding van wereldsteden

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
Herhaling p. 2.1
Uitleg 2.2
Opdrachten 2.2

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Je kent de factoren die de ligging van steden beïnvloeden.

Je begrijpt het verschil in verstedelingstempo tussen rijke en arme landen.

Je kunt het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart uitleggen.


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de 4 kenmerken van een stad?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een megastad en een wereldstad?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe verschilt het leven in een megastad van dat in een wereldstad?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.2 Spreiding van wereldsteden

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe is de spreiding van grote steden?
Welk verschil zie je tussen de ligging van steden in de rijke en arme delen van de wereld?

 


Slide 8 - Diapositive

Afbeelding: Boonstra, A., van Groningen, D., Houtenbos, A., Mennen, H., & Prinsen, H. (2018). BuiteNLand 2 HAVO/VWO Leerboek. (G. van den Berg & H. Botter, Reds.) (4de editie). Groningen, Nederland: Noordhoff.
Hoe is de spreiding van grote steden?
Welk verschil zie je tussen de ligging van steden in de rijke en arme delen van de wereld?

 


In rijke delen van de wereld zijn steden meer verspreid over land.

Slide 9 - Diapositive

Afbeelding: Boonstra, A., van Groningen, D., Houtenbos, A., Mennen, H., & Prinsen, H. (2018). BuiteNLand 2 HAVO/VWO Leerboek. (G. van den Berg & H. Botter, Reds.) (4de editie). Groningen, Nederland: Noordhoff.
Hoe is de spreiding van grote steden?
Dat zie je in de VS aan:
  • dat meerdere grote steden verspreid over het land liggen.
  • dat de steden onderling goed zijn verbonden.

 




Het stedelijk patroon van
de VS kun je omschrijven als een stedelijk netwerk.

Slide 10 - Diapositive

• stedelijk netwerk – Een groep van steden in een land die onderling op tal van terreinen verbonden zijn.

Afbeelding: Boonstra, A., van Groningen, D., Houtenbos, A., Mennen, H., & Prinsen, H. (2018). BuiteNLand 2 HAVO/VWO Leerboek. (G. van den Berg & H. Botter, Reds.) (4de editie). Groningen, Nederland: Noordhoff.
Hoe is de spreiding van grote steden?
Veel ontwikkelingslanden hebben vaak één megastad, een primate city.


Een primate city is veel groter dan de tweede stad van het land.


Bijvoorbeeld: Harare in Zimbabwe (1.485.231 inwoners) is meer dan 2 keer zo groot als de tweede stad van Zimbabwe, Bulawayo (653.337 inwoners).

Slide 11 - Diapositive

• primate city – Een stad die, gelet op aantal inwoners en functies, veel groter en belangrijker is dan de tweede stad in het land.

Verschil tussen stedelijk netwerk en primate city
Het stedelijk patroon in westerse landen is wat gelijkmatiger en steden zijn goed met elkaar verbonden.
Stedelijk netwerk --> Meestal westerse landen 
Primate city --> Meestal ontwikkelingslanden

Voor beide begrippen gelden ook enkele uitzonderingen.

Slide 12 - Diapositive

• stedelijk netwerk – Een groep van steden in een land die onderling op tal van terreinen verbonden zijn.
• primate city – Een stad die, gelet op aantal inwoners en functies, veel groter en belangrijker is dan de tweede stad in het land.

Afbeelding: Boonstra, A., van Groningen, D., Houtenbos, A., Mennen, H., & Prinsen, H. (2018). BuiteNLand 2 HAVO/VWO Leerboek. (G. van den Berg & H. Botter, Reds.) (4de editie). Groningen, Nederland: Noordhoff.
Hoe kun je de Spreiding van steden verklaren?
  • Absolute ligging = Kenmerken van een gebied waarin een stad ligt.
  • Relatieve ligging = Kenmerken van de ligging van een plaats ten opzichte van andere plaatsen.
  • Het koloniale verleden 

Slide 13 - Diapositive

• absolute ligging – Kenmerken van een gebied waarin een stad ligt. (De unieke ligging van een plaats in het graadnet.)
• relatieve ligging – Kenmerken van de ligging van een plaats ten opzichte van andere plaatsen. (De ligging van een plaats of gebied ten opzichte van andere plaatsen en gebieden.)
Voorbeeld van absolute ligging
Voorbeeld van relatieve ligging

Slide 14 - Diapositive

Uit de PowerPoint van BuiteNLand:
• voorbeeld van absolute ligging
- vlakke vruchtbare gebieden;
- kruispunten handelswegen (langs rivieren, aan de kust);
- vindplaats grondstoffen,

• voorbeeld van relatieve ligging
-  bijvoorbeeld midden in het land of juist aan de kust;
- goede verbindingen met andere steden.
Brussel is het spin in het web.

Afbeelding: Boonstra, A., van Groningen, D., Houtenbos, A., Mennen, H., & Prinsen, H. (2018). BuiteNLand 2 HAVO/VWO Leerboek. (G. van den Berg & H. Botter, Reds.) (4de editie). Groningen, Nederland: Noordhoff.
Het koloniale verleden
Op de afbeelding zie je Tunis, een koloniale dubbelstad.
Koloniale dubbelstad = Stadsopbouw uit de koloniale tijd die bestaat uit een westers en een niet-westers stadsdeel.
De verschillen tussen de medina en de westerse stad zijn:
  • medina is ommuurd;
  • westerse stadsdeel grenst aan haven;
  • verschil in wegenpatroon/breedte van wegen.

Medina = Oudste deel van Noord-Afrikaanse steden.

Slide 15 - Diapositive

• Koloniale dubbelstad = Stadsopbouw uit de koloniale tijd die bestaat uit een westers en een niet-westers stadsdeel.
• Medina = Oudste deel van Noord-Afrikaanse steden.

Afbeelding: Boonstra, A., van Groningen, D., Houtenbos, A., Mennen, H., & Prinsen, H. (2018). BuiteNLand 2 HAVO/VWO Leerboek. (G. van den Berg & H. Botter, Reds.) (4de editie). Groningen, Nederland: Noordhoff.
Hoe verandert het stedelijk patroon?
  • Aan de verstedelijkingsgraad kan je zien welk percentage van de bevolking van een land in steden woont.

  • Het verstedelijkingstempo is het percentage waarmee de verstedelijkingsgraad jaarlijks toeneemt. --> In ontwikkelingslanden vaak hoog. Vanaf 1970 trekken hier miljoenen mensen van het platteland naar de stad (verstedelijking), in bijv. Afrika en Azië. Veel jonge gezinnen trekken naar de stad en stichten een gezin, met als gevolg dat er in deze steden een groot vestigingsoverschot is. 

  • De natuurlijke groei is de voornaamste reden dat de stadsbevolking in ontwikkelingslanden zo snel groeit. 


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kunnen we concluderen als we kijken naar Argentinië? 

Slide 17 - Diapositive

Afbeelding: Boonstra, A., van Groningen, D., Houtenbos, A., Mennen, H., & Prinsen, H. (2018). BuiteNLand 2 HAVO/VWO Leerboek. (G. van den Berg & H. Botter, Reds.) (4de editie). Groningen, Nederland: Noordhoff.
Hoe ... de verstedelijkingsgraad, hoe ... het verstedelijkingstempo

Slide 18 - Diapositive

Afbeelding: Boonstra, A., van Groningen, D., Houtenbos, A., Mennen, H., & Prinsen, H. (2018). BuiteNLand 2 HAVO/VWO Leerboek. (G. van den Berg & H. Botter, Reds.) (4de editie). Groningen, Nederland: Noordhoff.
Hoe welvarender het land, hoe hoger/lager het verstedelijkingstempo

Slide 19 - Diapositive

Afbeelding: Boonstra, A., van Groningen, D., Houtenbos, A., Mennen, H., & Prinsen, H. (2018). BuiteNLand 2 HAVO/VWO Leerboek. (G. van den Berg & H. Botter, Reds.) (4de editie). Groningen, Nederland: Noordhoff.
Lesdoelen
Je kent de factoren die de ligging van steden beïnvloeden.

Je begrijpt het verschil in verstedelingstempo tussen rijke en arme landen.

Je kunt het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart uitleggen.


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kent de factoren die de ligging van steden beïnvloeden.

Wat zijn deze factoren?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kent de factoren die de ligging van steden beïnvloeden.

Wat zijn deze factoren?

1. Absolute ligging
2. Relatieve ligging
3. Koloniale verleden

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je begrijpt het verschil in verstedelingstempo tussen rijke en arme landen.

Waar is de verstedelijkingstempo het hoogste?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je begrijpt het verschil in verstedelingstempo tussen rijke en arme landen.

Waar is de verstedelijkingstempo het hoogste?

Arme landen

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kunt het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart uitleggen.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verstedelijkingsgraad = Percentage van de bevolking dat in steden woont.
verstedelijkingstempo = Percentage waarmee de verstedelijkingsgraad jaarlijks toeneemt.
verstedelijking = Proces waarbij mensen van het platteland naar de stad trekken.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
maak opdracht 1, 2, 5 en 7
Klaar? -> opdracht 3, 4 en 6

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions