Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Interculturele Communicatie
Interculturele communicatie
Slide 1 - Diapositive
Cultuur
Het denken en doen van een groep mensen
(de opvattingen/gewoonten/regels)
Slide 2 - Diapositive
benoem een paar zichtbare culturele verschillen
Slide 3 - Carte mentale
Diversiteit
De variatie tussen en binnen culturen
Slide 4 - Diapositive
Diversiteit
Mensen verschillen in:
- Culturele afkomst
- Leeftijd
- Sekse
- Nationaliteit
- Seksuele gaardheid
- Religie
- Taalgebruik
- etc.
Slide 5 - Diapositive
Culturele diversiteit
= de verscheidenheid aan culturen binnen een specifieke regio
Slide 6 - Diapositive
Interculturele communicatie
interculturele communicatie = de communicatie tussen mensen van een verschillende cultuur.
Wanneer je met iemand uit een andere cultuur communiceert, kunnen er misverstanden ontstaan door cultuurverschillen of door een andere kijk op de wereld.
Slide 7 - Diapositive
Tips bij interculturele communicatie
Probeer je te verdiepen in opvattingen, normen & waarden en omgangsvormen in andere culturen
Respecteer andermans mening
Luister actief en onbevooroordeeld
Spreek duidelijk en niet te snel
Gebruik korte zinnen en makkelijke woorden
Wees niet te direct of zakelijk
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Je kunt interculturele communicatie bevorderen door:
A
je bewust te zijn van je eigen cultuur, waarden en normen en je verdiepen in de cultuur van de ander
B
de waarden en normen uit je eigen cultuur als maatstaf te nemen.
C
veel gebaren te gebruiken, want die betekenen in elke cultuur hetzelfde.
D
ervan uit te gaan dat waarden, normen en culturele gewoonten onveranderlijk zijn.
Slide 10 - Quiz
termen die nauw samenhangen
normen en waarden
identiteit en referentiekader
stereotypen en vooroordelen
integratie en assimilatie
Slide 11 - Diapositive
Assimilatie is: Het proces van aanpassing aan je omgeving
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
culturele gevoeligheid houdt in dat de zorgverlener:
A
normen en waarden van de zorgvrager overneemt
B
aanvoelt wat de zorgvrager nodig heeft
C
beide bovenstaande
D
geen van bovenstaande
Slide 13 - Quiz
het woord "diversiteit "wordt gebruikt om...... te beschrijven
A
overeenkomsten tussen verschillende culturen
B
verschillen tussen mensen binnen een cultuur
C
verschillen tussen mensen uit andere culturen
D
normen en waarden binnen een cultuur
Slide 14 - Quiz
cultureel bewustzijn is het besef dat de manier waarop mensen.... beïnvloed wordt door hun culturele achtergrond
A
communiceren
B
zich gedragen
C
beide bovenstaande
D
geen van bovenstaande
Slide 15 - Quiz
intercultureel communiceren welke tips heb jij?
Slide 16 - Carte mentale
geef een voorbeeld van een grens die jij stelt m.b.t. cultuurverschillen
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Wie weet nog meer gebaren met verschillende betekenissen?
Slide 19 - Question ouverte
Vormen van culturele uitingen zijn voedingsgewoonten en sociale omgangsvormen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
Denkbeelden en gedragsregels uit een cultuur worden vanzelfsprekend voor iemand die in die cultuur opgroeit
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
cultuurverschillen ontstaan altijd door verschillen in levensbeschouwing
A
Juist
B
onjuist
Slide 22 - Quiz
Een moslim uit Egypte heeft dezelfde waarden en normen als een moslim uit Suriname
A
Juist
B
onjuist
Slide 23 - Quiz
opdracht
maak de opdracht uit teams in de door de docent samengestelde groepjes