Les 3

les 3 
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

les 3 

Slide 1 - Diapositive

Spanningsmeter
Stroommeter
Volt
Ampere
V
A

Slide 2 - Question de remorquage

uitleg basis en kader

Slide 3 - Diapositive

Serieschakelingen
 Een serieschakeling heeft geen vertakkingen. 
Er is dus maar één stroomkring. 
De stroom gaat door alle onderdelen van de schakeling. 

Als één lampje in een serieschakeling doorbrandt, is de stroomkring verbroken. 
Dan gaan alle lampjes uit. 

Het is daarom niet handig om lampen in serie te schakelen.

Slide 4 - Diapositive

Rondstromen
Elektrische stroom gaat lopen als je de plus (+) en de min (−) van een spanningsbron verbindt.

 De stroom gaat dan in een kringetje rond.

Een stroomkring is de verbinding van de plus (+) naar de min (−) van een spanningsbron. 


 De stroom gaat van de plus (+) door het lampje naar de min (−).

Slide 5 - Diapositive

Open en gesloten stroomkringen
Je schakelt een schakelaar juist wel in serie met het apparaat dat aan- of uitgezet moet worden.

 Als je de schakelaar op UIT zet, onderbreek je de stroomkring en gaat de lamp uit. Als je de schakelaar op AAN zet, sluit je de stroomkring en gaat de lamp weer aan.

In een open stroomkring staat de schakelaar open en is de lamp uit. 
In een gesloten stroomkring staat de schakelaar dicht en is de lamp aan.

Slide 6 - Diapositive

Stroomsterkte in een serieschakeling
De stroomsterkte in een serieschakeling is overal even groot. 
Het maakt niet uit waar je de stroomsterkte meet. 
Bijvoorbeeld tussen de batterij en het eerste lampje, tussen het eerste en het tweede lampje, tussen het tweede en het derde lampje of tussen het derde lampje en de batterij. 
Je krijgt steeds dezelfde meetwaarde.

Slide 7 - Diapositive

Parallelschakelingen
Je ziet hier een parallelschakeling. 
De schakeling vertakt zich zodat elk lampje op de spanningsbron is aangesloten.
 Elke vertakking is, samen met de batterij, een aparte stroomkring.

Slide 8 - Diapositive

Stroomsterkte in een parallelschakeling
In een parallelschakeling kun je elk lampje apart aan en uit doen. 

 Als een lamp doorbrandt, blijven de andere gewoon branden.

 In een serieschakeling is dat onmogelijk. 

Daarin branden ofwel alle lampen of ze zijn allemaal uit.

Slide 9 - Diapositive

Stroomsterkte in een parallelschakeling
Op de plaats waar een parallelschakeling zich vertakt, splitst de stroom zich. 

De stroomsterkte in de onvertakte gedeelten (bij 1 en 5) wordt de totale stroomsterkte genoemd. 
De stroomsterkte in de takken (bij 2, 3 en 4) is steeds een derde van de totale stroomsterkte.
 De stroomsterkte is dus niet overal even groot, zoals in een serieschakeling.

Slide 10 - Diapositive

Schakelingen tekenen
Een schakeling bestaat uit verschillende elektrische onderdelen.

 Als je wilt uitleggen hoe een schakeling in elkaar zit, kun je het best een tekening gebruiken. 

Er zijn speciale symbolen bedacht om overzichtelijke tekeningen van schakelingen te kunnen maken. Zulke tekeningen noem je schakelschema’s.

Slide 11 - Diapositive

Schakelschema's
Schakelschema’s zijn onmisbaar bij proeven met elektriciteit. Het schema vertelt je welke onderdelen je nodig hebt en hoe je die met elkaar verbindt. 
Bij veel proeven is een schakelschema gegeven. 
Soms moet je zelf een schakelschema tekenen.
 Nadat je alle onderdelen hebt verzameld, bouw je de schakeling aan de hand van het schema.

Slide 12 - Diapositive