les 3

Pie
Stroomkring
R. Verhoeve
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Pie
Stroomkring
R. Verhoeve

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
2:00
Fijn dat je er bent!
Check:

  • Geen  telefoon/ Laptop open.
  • Aanmelden in LessonUp met je schoolmail.
  • De klascode invoeren voor 2T-Techniek: wsgxo.

ls de timer afgelopen dan begint de les

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spanningsmeter
Stroommeter
Volt
Ampere
V
A

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Rondstromen
Een lampje is verbonden met een batterij. 

Eén draad gaat van de plus van de batterij (+) naar het lampje. 

Een andere draad gaat van het lampje terug naar de min van de batterij (−). 

Nu gaat er elektrische stroom door het lampje, waardoor het lampje brandt.




gesloten stroomkring.
gesloten stroomkring.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rondstromen
Elektrische stroom gaat lopen als je de plus (+) en de min (−) van een spanningsbron verbindt.

 De stroom gaat dan in een kringetje rond.

Een stroomkring is de verbinding van de plus (+) naar de min (−) van een spanningsbron. 


 De stroom gaat van de plus (+) door het lampje naar de min (−).

gesloten stroomkring.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

gesloten en onderbroken
Het lampje brandt, omdat er stroom doorheen gaat. 

Dat komt doordat de stroomkring gesloten is. Je zegt: er is een gesloten stroomkring

Maak je nu één draad los, dan kan de stroom niet meer rond. 
Je zegt: er is een onderbroken stroomkring.
onderbroken stroomkring.
gesloten stroomkring.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geleiders en isolatoren
Een stroomdraad is van koper. 
Koper is een metaal. 
Alle metalen zijn goede geleiders voor elektrische stroom. Dat betekent dat elektrische stroom gemakkelijk door koper heen kan gaan. 

Rond de koperdraad zit een laagje kunststof.
 De stroom kan niet door kunststof heen.
 Kunststof is een isolator.
 Een isolator laat geen stroom door. 
Daardoor kan de stroom alleen de weg van de koperdraad volgen. 
De stroom kan nergens anders naartoe.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De schakelaar
 Je gebruikt een schakelaar om het licht aan en uit te doen.

 Met een schakelaar kun je de stroomkring onderbreken of sluiten.

In een schakelaar zitten twee metalen plaatjes. In de  afbeelding raken die plaatjes elkaar. De stroom kan door de schakelaar lopen. De schakelaar is dicht (gesloten). De stroomkring is gesloten.


gesloten stroomkring.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De schakelaar

Als je de schakelaar omzet, gaan de metalen plaatjes van elkaar . Daardoor kan er geen stroom meer door de schakelaar lopen. De schakelaar is open en de stroomkring is onderbroken.

onderbroken stroomkring.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

een schakelschema
Van een stroomkring kun je een tekening maken.
 Het kost veel tijd om deze tekening te maken. 
Daarom teken je een stroomkring eenvoudiger. De eenvoudige tekening van een stroomkring noem je een schakelschema. 
 In een schakelschema teken je alle onderdelen van de stroomkring. Je tekent ook de draden tussen de onderdelen.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

schakeling
schakelschema

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schakelingen tekenen
Een schakeling bestaat uit verschillende elektrische onderdelen.

 Als je wilt uitleggen hoe een schakeling in elkaar zit, kun je het best een tekening gebruiken. 

Er zijn speciale symbolen bedacht om overzichtelijke tekeningen van schakelingen te kunnen maken. Zulke tekeningen noem je schakelschema’s.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schakelschema's
Schakelschema’s zijn onmisbaar bij proeven met elektriciteit. Het schema vertelt je welke onderdelen je nodig hebt en hoe je die met elkaar verbindt. 
Bij veel proeven is een schakelschema gegeven. 
Soms moet je zelf een schakelschema tekenen.
 Nadat je alle onderdelen hebt verzameld, bouw je de schakeling aan de hand van het schema.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Serieschakelingen
 Een serieschakeling heeft geen vertakkingen. 
Er is dus maar één stroomkring. 
De stroom gaat door alle onderdelen van de schakeling. 

Als één lampje in een serieschakeling doorbrandt, is de stroomkring verbroken. 
Dan gaan alle lampjes uit. 

Het is daarom niet handig om lampen in serie te schakelen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroomsterkte in een serieschakeling
De stroomsterkte in een serieschakeling is overal even groot. 
Het maakt niet uit waar je de stroomsterkte meet. 
Bijvoorbeeld tussen de batterij en het eerste lampje, tussen het eerste en het tweede lampje, tussen het tweede en het derde lampje of tussen het derde lampje en de batterij. 
Je krijgt steeds dezelfde meetwaarde.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat als alles in je huis in serie geschakeld is?

Slide 17 - Diapositive

Gaat alles uit als er een uit staat!
Parallelschakelingen
Je ziet hier een parallelschakeling. 
De schakeling vertakt zich zodat elk lampje op de spanningsbron is aangesloten.
 Elke vertakking is, samen met de batterij, een aparte stroomkring.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroomsterkte in een parallelschakeling
In een parallelschakeling kun je elk lampje apart aan en uit doen. 

 Als een lamp doorbrandt, blijven de andere gewoon branden.

 In een serieschakeling is dat onmogelijk. 

Daarin branden ofwel alle lampen of ze zijn allemaal uit.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroomsterkte in een parallelschakeling
Op de plaats waar een parallelschakeling zich vertakt, splitst de stroom zich. 

De stroomsterkte in de onvertakte gedeelten (bij 1 en 5) wordt de totale stroomsterkte genoemd. 
De stroomsterkte in de takken (bij 2, 3 en 4) is steeds een derde van de totale stroomsterkte.
 De stroomsterkte is dus niet overal even groot, zoals in een serieschakeling.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

huiswerk basis

Paragraaf 3.
opdracht 4 BLZ 220, opdracht 5 BLZ 220, opdracht 10-11-12 BLZ 227
Paragraaf 4
opdracht 4 t/m 9 BLZ 236-237




huiswerk kader

opdracht 1 t/m 11
BLZ 160 t/m 163
TIP! blader terug naar hoofdstuk 4 paragraaf 1 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions