6.3 les 1 Werken met weerstand in serie

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

6.3 Werken met weerstanden

Lesdoel:

De stroomsterkte, spanning en weerstand met de formule 

R= U/I berekenen.

Voorkennis

Je hebt vorig aan practicum serie/parallel gedaan. 

Noteer wat je hier nog van weet.

Het lampje is geschikt voor 6 V en brandt op 6 V. 

Er vloeit een goede stroomsterkte om het lampje te

 laten branden.

Nu brandt het 6 V lampje op

9 V. Er is dus een weerstand nodig, anders brandt het lampje door,

Weerstanden in serie

Weerstanden in serie mag je optellen. Er geldt:

Rtot = R1 + R2 + R3 

Rtot wordt ook wel Rv genoemd. Dit is de vervangingsweerstand en deze is hier 1800 Ω

De stroomsterkte in serie

Deze is overal even groot.

Spanning in een serieschakeling

Als weerstanden niet evengroot zijn ...

U​1​​=I⋅R​1​​

U​2​​=I⋅R​2​​

U​3​​=I⋅R​3​​

R​1​​

R​2​​

R​3​​

I = 0,02 A

Een led met voorschakelweerstand

Belang lesdoel

Belangrijke stof toets en vierde jaar.

In vrijwel alle elektronica komen weerstanden voor.

Wat is de totale weerstand?

1. 9
2. 3
3. 12
4. 11

Hoe vergelijkt de stroom bij A1 met de stroom bij A2

1. A1 > A2
2. A1 = A2
3. A1 < A2
4. Je kan het niet bepalen

Wat is de spanning in U2?

1. 3V
2. 6V
3. 9V
4. 12V

Wat is de spanning in U?

1. 3V
2. 6V
3. 9V
4. 12V

Wat is de stroomsterkte?

1. 2 A
2. 3A
3. 5 A
4. 1,2 A

Wat is de stroom?

1. 7 A
2. 4 A
3. 3 A
4. 1,2 A

Wat is de grootte van de onbekende weerstand?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Maak opgaven 26 (blz 238)

Maak opgaven 27 (blz 238)

Maak opgaven 28 (blz 238)