2H: recap grammar ch1

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

At the end of this class,
- You remember the difference between the Present Simple and Present Continuous
- You remember how to use possessives in a sentence

Slide 2 - Diapositive

Present simple vs Present continuous

Present simple:
- als iets altijd, soms, vaak of nooit gebeurt.
- I always go to soccer/football practice on Tuesday and Thursday evenings.
- Regel: hele ww > to weghalen. He/she/it +es/s




Slide 3 - Diapositive

Present continuous:
- als iets op dit moment aan het gebeuren is
- Are you walking on the beach? / I am teaching
- am/is/are + hele ww + -ing

Slide 4 - Diapositive

Possessives (=bezit)
= om te zeggen dat iets van iemand is / iets ergens anders bij hoort. Bijv: de boeken van Sam.

Bij het bezit van mensen of dieren: ‘s of ‘
Eindigt het woord op een s, zoals dogs (dus bijv bij meervoud) dan alleen ‘. Dus: the dogs’ leashes
Eindigt het woord niet op een s, zoals dad, dan ‘s. Dus: my dad’s car.
2. Bij iets wat bij een ding hoort: … of …. Bijv.: the back of the house.
Meervoud/enkelvoud maakt geen verschil.
3. Bij dingen die horen bij een land of plaats: ‘s / … of …
Bijv.: Britain’s history / the history of Britain



Slide 5 - Diapositive

When do you use the Present Simple?

Slide 6 - Question ouverte

When do you use the Present Continuous?

Slide 7 - Question ouverte

What does the Present Simple look like?

Slide 8 - Question ouverte

What does the Present Continuous look like?

Slide 9 - Question ouverte

Wat voeg je toe achter een woord om een bezit aan te geven in het Engels?

Slide 10 - Question ouverte

I .... the paper every morning.
A
reading
B
am reading
C
read

Slide 11 - Quiz

I .... the paper right now.
A
reading
B
am reading
C
read

Slide 12 - Quiz

My mum never .... the paper.
A
reading
B
is reading
C
reads

Slide 13 - Quiz

Sheila .... always .... the paper.
A
reads
B
doesn't read
C
isn't read

Slide 14 - Quiz

Maak kloppend:
the class books
A
'
B
's

Slide 15 - Quiz

Maak kloppend:
my dad car
A
'
B
's

Slide 16 - Quiz

Maak kloppend:
the back ..... house
A
's
B
'
C
of the

Slide 17 - Quiz

Maak kloppend:
Britain + history
A
the history of Britain
B
Britain's history

Slide 18 - Quiz

Let's get to work!
Start studying the words and sentences of chapter 1. 

Slide 19 - Diapositive