Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen (heten, dunken en voorkomen)
Welke werkwoorden zie je hier?
Heeft...geschilderd
Welke is het belangrijkst?
Oftewel: Welke geeft de actie/handeling weer?