Regelkringen en hormonen in het menselijk lichaam

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Regelkringen en hormonen in het menselijk lichaam

Doel van de les

Aan het einde van de les kun je de werking van hormonen in het menselijk lichaam uitleggen en verklaren met behulp van regelkringen.

Introduceer het doel van de les en wat de studenten zullen leren. Benadruk het belang van het begrijpen van hormonen en regelkringen.

Wat weet je al over hormonen in het menselijk lichaam?

Wat zijn hormonen?

Hormonen zijn chemische stoffen die door klieren in het lichaam worden geproduceerd en via de bloedbaan naar verschillende delen van het lichaam worden getransporteerd.

Geef een eenvoudige definitie van hormonen en leg uit dat ze door klieren worden geproduceerd en via de bloedbaan worden getransporteerd.

Functie van hormonen

Hormonen hebben verschillende functies in het lichaam, zoals het reguleren van de stofwisseling, groei en ontwikkeling, voortplanting en het reguleren van de reactie op stress.

Leg uit dat hormonen verschillende functies hebben in het lichaam en noem enkele voorbeelden.

Wat zijn regelkringen?

Regelkringen zijn een reeks processen die worden gebruikt om de productie en afgifte van hormonen in het lichaam te reguleren en te controleren.

Geef een eenvoudige definitie van regelkringen en leg uit waarvoor ze worden gebruikt.

Hypothalamus

De hypothalamus is een belangrijk onderdeel van de regelkringen. Het produceert hormonen die de afgifte van hormonen uit de hypofyse regelen.

Leg uit wat de hypothalamus is en wat het doet in de regelkringen.

Hypofyse

De hypofyse is een kleine klier onder de hersenen en produceert verschillende hormonen die de werking van andere klieren in het lichaam reguleren.

Leg uit wat de hypofyse is en wat het doet in de regelkringen.

Voorbeeld: homeostase van glucose

De alvleesklier produceert hormonen die de bloedsuikerspiegel reguleren en helpt bij het verteren van voedsel.

Leg uit wat de pancreas is en wat het doet in de regelkringen.

Terugkoppeling

De productie van hormonen wordt gereguleerd door terugkoppeling van hormoonspiegels in het bloed. Een te hoge of te lage hormoonspiegel kan de productie van hormonen beïnvloeden.

Leg uit hoe terugkoppeling werkt en hoe het de productie van hormonen reguleert.

Hormonale aandoeningen

Een onbalans in hormoonspiegels kan leiden tot hormonale aandoeningen zoals diabetes, schildklierproblemen en hormoonafhankelijke kankers.

Leg uit wat hormonale aandoeningen zijn en noem enkele voorbeelden.

Samenvatting

Hormonen zijn chemische stoffen die door klieren in het lichaam worden geproduceerd en via de bloedbaan worden getransporteerd. Regelkringen worden gebruikt om de productie en afgifte van hormonen te reguleren en te controleren. Terugkoppeling van hormoonspiegels in het bloed speelt hierbij een belangrijke rol.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en zorg dat de studenten de informatie begrijpen.

Opdracht

Maak een diagram van een regelkring in het lichaam en leg uit hoe de hormonen worden geproduceerd, gereguleerd en getransporteerd.

Kies bijvoorbeeld uit: testosteron, schildklierhormoon, insuline, ...

Geef de studenten de opdracht om een ​​diagram te maken van de regelkringen in het lichaam en hoe de hormonen worden geproduceerd, gereguleerd en getransporteerd. Laat ze hun diagram presenteren aan de klas.

Quiz

Test je kennis van hormonen en regelkringen met deze quiz.

Maak een quiz om de kennis van de studenten te testen. Zorg dat de quiz relevant is voor de les en de informatie die is geleerd.

Vragen

Zijn er nog vragen?

Vraag de studenten of ze nog vragen hebben en beantwoord hun vragen zo nodig.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.