2.2 Winst is winst

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Economie: 2.2 Winst is winst

Leerdoelen:

- Je kunt met behulp van gegevens en formules de kosten , opbrengsten en winst berekenen

- Je kunt met behulp van gegevens en formules de aangeboden hoeveelheid bepalen (volgende les)

Verandering langs/ van de vraaglijn?

TIK TOK trekt jongeren naar de boekwinkel

https://nos.nl/video/2441523-tiktok-trekt-jongeren-naar-de-boekwinkel

Wat gaan we doen?

• Intro
• Theorie: Omzet/Kosten/Winst
• Eventueel bespreken opgaven paragraaf 2.1
• Zelfstandig werken aan skill check

Afzet en opbrengst (TO)

Afzet: aantal verkochte stuks

voorbeeld: Ik heb 12 telefoons verkocht --> afzet: 12

Opbrengst (TO): Afzet x Verkoopprijs

voorbeeld: ik heb  12 telefoons voor € 500 verkocht --> omzet: € 6.000

Een bedrijf verkoopt 1.600 producten tegen een verkoopprijs van € 12. De producten zijn ingekocht voor € 2.

Wat is de totale afzet? (x.xxx)

Een bedrijf verkoopt 1.600 producten tegen een verkoopprijs van € 12. De producten zijn ingekocht voor € 2.

Wat is de totale opbrengst? (xx.xxx)

Totale opbrengsten (TO)

Formule: Afzet (Q) x verkoopprijs (P)

Kan het bedrijf dit in bedrag in zijn zak steken?

Totale kosten (TK)

2 soorten:

Vaste kosten; hangt niet af van het aantal verkopen

Variabele kosten; hangt af van het aantal verkopen

Samen betreffen deze kosten de totale kosten (TK)

Voorbeelden van variabele kosten

Voorbeelden van constante (vaste) kosten

Totale kosten (TK)

2 soorten:

Vaste kosten; hangt niet af van het aantal verkopen

Variabele kosten; hangt af van het aantal verkopen

Samen betreffen deze kosten de totale kosten (TK)

Totale kosten (TK)

Formule: Totale variabele kosten (TVK) + Totale constante kosten (TCK)

Formule TVK: Variabele kosten per product x afzet (Q)

Kostprijs:  TK / Q                  of 

                      (TCK / Q) + variabele kosten per product

Een bedrijf verkoopt 1.600 producten tegen een verkoopprijs van € 12. De producten zijn ingekocht voor € 2. Het bedrijf maakt € 5.000 aan kosten.

Wat zijn de totale kosten? (x.xxx)

Een bedrijf verkoopt 1.600 producten tegen een verkoopprijs van € 12. De producten zijn ingekocht voor € 2. Het bedrijf maakt € 5.000 aan kosten.

Wat is de totale kostprijs? (x,xx)

Totale winst (TW)

Wat de ondernemer overhoudt 

Formule: Totale opbrengsten (TO) - Totale kosten (TK)

Een bedrijf verkoopt 1.600 producten tegen een verkoopprijs van € 12. De producten zijn ingekocht voor € 2. Het bedrijf maakt € 5.000 aan kosten.

Wat is de totale winst?

Belangrijkste formules:

Q = afzet                                    (QV vaak als afzet gehanteerd)

TO = Totale opbrengst = Q x verkoopprijs

TK = Totale kosten = TVK + TCK

TVK = Totale variabele kosten = Q x variabele kosten per product

TCK = Totale constante/vaste kosten

Kostprijs = Kosten per product = TK/Q of TVK + (TCK/Q)

Bespreken opgaven boek/ Zelfstandig aan het werk

Klassikale uitleg: ....

In stilte zelfstandig aan het werk met skill tree

Aanbevolen opgaven: HAVO 2.2: 3, 4 en 8, VWO: 2.2: 3&6

Economie: 2.2 Winst is winst

Leerdoelen:

- Je kunt met behulp van gegevens en formules de kosten , opbrengsten en winst berekenen (vorige les)

- Je kunt met behulp van gegevens en formules de aangeboden hoeveelheid bepalen 

Biljart

https://nos.nl/video/2447893-biljarttafels-moeten-verwarmd-en-dus-zitten-clubs-nu-in-de-geldproblemen

Wat is er gebeurd met TO? TK? TW?

Verandert er iets in de vraag?

Wat gaan we doen?

• Intro
• Theorie: Aanbodlijnen
• Zelfstandig werken aan skill tree

Deadline ma 13-11

Marktmechanisme

Vragers                                              Aanbieders

                                    =

                                  Prijs

Vragers: Degene die een product willen kopen

Aanbieders: Degene die een product aanbieden

Hoe hoger de prijs, hoe ..... het aanbod

1. Hoger
2. Lager

Aanbodlijn (Qa)

Hoe lager de prijs... hoe lager het aanbod

Hoe hoger de prijs... dan hoger het aanbod

Als de prijs verandert is er dus vanuit de aanbodlijn af te lezen, wat er met het aanbod gebeurt

Waarom start de aanbodlijn niet op 0,0?

Wat is het aanbod bij € 0,40? Geen punten, komma (xxxx)

Aanbodlijn verwerkt in een formule (Qa)

Het aanbod kan ook weergegeven worden in een formule.

Met deze formule is het mogelijk om zelf een aanbodlijn te maken.

De formule kan bijvoorbeeld zijn:

Qa = 25.000P - 10.000

Door een prijs in te voeren bereken je het aanbod bij die prijs

Aanbodlijn verwerkt in een formule (Qa)

Qa = 25.000P -10.000

Bijvoorbeeld een prijs van € 4

 25.000 x 4 -10.000 = 90.000

Wat is het aanbod bij een prijs van € 6, indien Qa = 25.000P – 10.000 is?
Geen punten, komma's

Aanbodlijn

Qa = 25.000P -10.000

 € 6: 25.000 x 6 - 10.000 = 140.000 stuks

€ 4: 25.000 x 4 - 10.000  = 90.000 stuks

Aanbod stijgt met 50.000 stuks

Met deze punten kun je zelf een grafiek maken. Neem het bovenstaande format over. Teken de punten in de grafiek en trek een aanbodslijn.

Aanbodlijn

Qa = 25.000P -10.000

 € 6: 25.000 x 6 - 10.000 = 140.000 stuks

€ 4: 25.000 x 4 - 10.000  = 90.000 stuks

Aanbod stijgt met 50.000 stuks

Met deze punten kun je zelf een grafiek maken. Neem het bovenstaande format over. Teken de punten in de grafiek en trek een aanbodslijn.

Aanbodlijn

Tekenen van de aanbodlijn in stappen:

1. Bepaal een willekeurig eerste punt, door een lage P te nemen.

2. Bepaal een willekeurig tweede punt. 

3. Teken de grafiek in het format

De verandering van de prijs van € 4 naar € 6 zorgt voor een verandering....

1. langs de aanbodlijn
2. van de aanbodlijn

Verschuivingen Aanbodlijn

2 soorten:

- Verschuiving langs de aanbodlijn. Deze kun je aflezen op de aanbodlijn. Dit zijn altijd veranderingen van de prijs

- Verschuiving van de aanbodlijn. Er ontstaat een nieuwe aanbodlijn. Dit zijn veranderingen die invloed hebben op de markt

Ging het tekenen van de aanbodlijn net goed?

Ja? --> verder werken aan Skill tree

Nee? --> dan volgt er nog een voorbeeld

Aanbodlijn tekenen - STAPPEN

Tekenen van de aanbodlijn in stappen:

Qa = 100P – 50 

1. Bepaal een willekeurig eerste punt, door e

een lage P op de Y-as te nemen

2. Bepaal een willekeurig tweede punt. 

3. Teken de aanbodlijn in het format

Aanbodlijn tekenen - STAPPEN

Tekenen van de aanbodlijn in stappen:

Qa = 100P – 50 

1. Bepaal een willekeurig eerste punt, door e

een lage P op de Y-as te nemen. 

Bijvoorbeeld P=50cent

2. Bepaal een willekeurig tweede punt. 

3. Teken de aanbodlijn in het format

Aanbodlijn tekenen - STAPPEN

Tekenen van de aanbodlijn in stappen:

Qa = 100P – 50 

1. Bepaal een willekeurig eerste punt, door e

een lage P op de Y-as te nemen. 

Bijvoorbeeld P=50cent --> Q=0

2. Bepaal een willekeurig tweede punt. 

Bijvoorbeeld P=1,50

3. Teken de aanbodlijn in het format

Aanbodlijn tekenen - STAPPEN

Tekenen van de aanbodlijn in stappen:

Qa = 100P – 50 

1. Bepaal een willekeurig eerste punt, door e

een lage P op de Y-as te nemen. 

Bijvoorbeeld P=50cent, dus 100x0,50-50=

Q van 0

2. Bepaal een willekeurig tweede punt. 

3. Teken de aanbodlijn in het format

Aanbodlijn tekenen - STAPPEN

Tekenen van de aanbodlijn in stappen:

Qa = 100P – 50

1. Bepaal een willekeurig eerste punt, door e

een lage P op de Y-as te nemen.

Bijvoorbeeld P=50cent --> Q=0

2. Bepaal een willekeurig tweede punt.

Bijvoorbeeld P=1,50 --> Q = 100

3. Teken de aanbodlijn in het format

Aanbodlijn tekenen - STAPPEN

Tekenen van de aanbodlijn in stappen:

Qa = 100P – 50 

1. Bepaal een willekeurig eerste punt, door e

een lage P op de Y-as te nemen. 

Bijvoorbeeld P=50cent --> Q=0

2. Bepaal een willekeurig tweede punt. 

Bijvoorbeeld P=1,50, dus 100 x 1,50 - 50 = 

Q = 100

3. Teken de aanbodlijn in het format

Vraaglijn

Tekenen van de vraaglijn in stappen Qv = (–50P) + 4.000:

1. Bepaal het beginpunt door Q = 0, je rekent vervolgens P uit met de balans methode. 0 = -50P + 4.000, 50Q = 4.000, P= 80

2. Bepaal het eindpunt, door een prijs van 0 in te vullen in de Qv formule -50x0 + 4.000 = 4.000

3. De uitkomst van 1 en 2, kun je gebruiken om in te schatten hoe breed en hoog je grafiek wordt. Teken de lijn in de grafiek. 

Aanbodlijn

Tekenen van de aanbodlijn in stappen:

Qv = (–50P) + 4.000

Qa = (50P) – 1.500

1. Bepaal het beginpunt door Q = 0. 0 = 50P - 1.500 --> 50P = 1.500 --> P = 30

2. Bepaal een willekeurig tweede punt. Dit punt kan het snijpunt zijn van Qv = Qa (dit geeft de P, P in 1 van de twee formules invoeren, geeft een Q)

50P – 1.500 = –50P + 4.000 → 100P = 5.500 → P = 55

50 x 55 - 1.500 =  --> Q = 1.250

3. Teken de grafiek 

Bespreken en zelfstandig werken

Bespreken van opgaven .......

In stilte zelfstandig aan de slag met de skill tree

Aanbevolen opgaven: HAVO 2.2: 9 en 12, VWO 2.2: 7, 8 en 10 + test jezelf

HAVO: DEADLINE 13-11

Economie: 2.2 Winst is winst

Leerdoelen:

- Je kunt met behulp van gegevens en formules de kosten , opbrengsten en winst berekenen (vorige les)

- Je kunt met behulp van gegevens en formules de aangeboden hoeveelheid bepalen