Argumentatie oefenen

Schema & structuur
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Schema & structuur

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive


Standpunt?

Slide 3 - Question ouverte


Argument?

Slide 4 - Question ouverte


A
feitelijk
B
waarderend

Slide 5 - Quiz


A
autoriteit
B
oorzaak en gevolg
C
vergelijking
D
voor- en nadelen

Slide 6 - Quiz


Welke argumentatiestructuur wordt gebruikt? 
A
nevenschikkend - onafhankelijk
B
nevenschikkend - afhankelijk
C
onderschikkend
D
onder- en nevenschikkend

Slide 7 - Quiz


Standpunt?

Slide 8 - Question ouverte


Argument?

Slide 9 - Question ouverte


A
feitelijk
B
waarderend

Slide 10 - Quiz


A
kenmerk of eigenschap
B
oorzaak en gevolg
C
voorbeelden
D
voor- en nadelen

Slide 11 - Quiz


Je moet geen paddenstoelen plukken om ze op te eten. 
Volgens de Veldgids paddenstoelen zijn de meeste giftig.
Argument op basis van?

Slide 12 - Question ouverte


Welke argumentatiestructuur wordt in de tekst gebruikt? 
A
nevenschikkend - onafhankelijk
B
nevenschikkend - afhankelijk
C
onderschikkend
D
onder- en nevenschikkend

Slide 13 - Quiz

Het is niet zo dat de rijke clubs altijd winnen van de armere. Zo heeft Ajax onlangs Real Madrid verslagen.
Argument op basis van?

Slide 14 - Diapositive


Welke argumentatiestructuur wordt in de tekst gebruikt? 
A
nevenschikkend - onafhankelijk
B
nevenschikkend - afhankelijk
C
onderschikkend
D
onder- en nevenschikkend

Slide 15 - Quiz


En, moeite met de antwoorden?
Nee ; )
Mwah : |
Ja : (

Slide 16 - Sondage