wiskunde 4TL 5.2 Snelheid

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

5.2 Snelheid

Leerdoelen

1. Ik weet hoe hard iemand wandelt of fietst
2. Ik kan m/s omrekenen naar km/u (en omgekeerd)
3. Ik kan de (gemiddelde) snelheid uitrekenen
4. Ik kan de afstand uitrekenen bij een gegeven snelheid en tijd. 

Hoe lang loop je gemiddeld over de 5km van de avondvierdaagse?

1. 30 minuten
2. 45 minuten
3. 1 uur
4. 2 uur

Wat is de definitie van m/s

1. het aantal meter dat ik loop
2. het aantal meters dat ik in totaal in mijn leven gelopen heb
3. het aantal seconden dat ik loop over 1 meter
4. het aantal meter per seconde

Wat is een gemiddelde?

1. Een getal wat het vaakst voorkomt in een reeks
2. Een getal dat opgeteld en gedeeld is door het aantal
3. Een getal dat het midden weergeeft van een rij

Handige maten

stevig doorlopen: 6 km per uur

fietsen: 18 km per uur 

Reken de volgende snelheden om:
4,8 m/s =
14,2 m/s =

Jip rekent 30 km/uur om naar m/s.

Waarom zet Jip 30.000 boven en 3600 onder in de verhoudingstabel?

Wat moet er op de puntjes in de tabel staan?

1. 8,3
2. 10,8
3. 83
4. 108

Reken de volgende snelheden om naar m/s:
75 km / uur =
6 km / uur =

Het wereldduurrecord wielrennen werd eind 2014 gefietst door Matthias Brändle. Hij fietste 51,85 km in één uur. Het vorige wereldrecord stond op naam van Jens Voigt met 51,11 km. 

Bereken het verschil in de snelheden van deze wielrenners in m/s. 

Leerdoelen

1. Ik weet hoe hard iemand wandelt of fietst
2. Ik kan m/s omrekenen naar km/u (en omgekeerd)
3. Ik kan de (gemiddelde) snelheid uitrekenen
4. Ik kan de afstand uitrekenen bij een gegeven snelheid en tijd. 

Welk leerdoel heb jij voor jezelf behaald?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Verwerking

Maak in je boek van paragraaf 5.2 de volgende opdrachten:

15-17-18-19