Mens en Gezondheid hoofdstuk 8

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Mens en gezondheid

Hoofdstuk 8

Een gezonde maaltijd samenstellen.

Doelen

• Ik weet wat duurzame voeding is. 
  
• Ik kan het verschil tussen convenience food en fastfood uitleggen.
  
• Ik weet wat gezonde voeding is voor verschillende doelgroepen.
  
• Ik weet wat ondervoeding is en hoe je dit kunt voorkomen.
  
• Ik weet hoe je maaltijden aanpast aan verschillende voedingsgewoonten
  

Duurzame voeding

Eten wat op een milieuvriendelijke manier wordt geproduceerd

• Duurzame voedselproductie
  
• Minder vlees en vis
  
• Seizoenproducten
  
• Lokale producten
  
• Minder verspilling
  

Seizoensgroente- en fruit

Lente	Zomer	Herfst	Winter
Radijs Asperges Rabarber Aardbeien Veldsla Spinazie	Frambozen Bramen Tomaat Komkommer Courgette Sperziebonen	Pompoen Champignon Wortels Boelkool Appels Druiven	Boerenkool witte kool Rode kool Sinaasappels Spruiten Bieten

Buitenbeentjes

Convenience en fast food

Convinience food: Gemakkelijk voedsel 

• Kant en klaar, voorgesneden groente en verspakketten
  
• Soms even veel voedingsstoffen als vers voedsel

Fast food: Goedkoop en snel bereid voedsel

Opdrachten

Lezen blz 167 t/m 174

Maken opdracht 8.02 t/m 8.09

Let op! voor sommige opdrachten zijn digitale bestanden nodig

Maken

8.01

8.03

8.04

Blz. 167 t/m 171

Maken

8.06

8.07

8.08

 8.09 

8.10

www.voedingscentrum.nl

kies duurzaam eten

Kies voedselafdruk

Duurzaam betekent

1. dat je niet goed voor het milieu zorgt.
2. dat iets voor eeuwig en altijd is.
3. milieuvriendelijk of het besparen op grondstoffen.
4. producten die heel duur zijn in de winkel.

Wat is volgens jou de juiste beschrijving van een 'seizoensproduct?

1. Seizoensproducten komen uit het buitenland.
2. Seizoensproducten zijn het hele jaar door beschikbaar.
3. Seizoensproducten zijn alleen in het juiste seizoen beschikbaar.
4. Seizoensproducten kan je niet in de supermarkt vinden.

Wat zijn voorbeelden van vleesvervangers voor een vegetariër?

1. garnalen en makreel
2. tofu en tempeh
3. groenten chips en sla
4. biefstuk en slavink

Wat is voedselverspilling?

1. Je eet je bord niet leeg
2. Je kookt teveel
3. Je gooit eten wat over de datum is weg
4. Alle 3 zijn goed

Je voedselafdruk wordt bepaald door de hoeveelheid..

1. dieren dat nodig is om jou van voedsel te voorzien
2. water dat jij verbruikt per dag
3. beweging dat jij elke dag krijgt
4. grond en water dat nodig is om jou van voedsel te voorzien.

Voeding voor diverse doelgroepen

Baby: borstvoeding en flesvoeding.

Vitamine K (bloedstolling) en vitamine D (botten) nodig 

Dreumes: overgang naar vaste via groente en fruithapjes

Peuter en kleuter: eten mee met het gezin.

3 keer een maaltijd krijgen en 

max. 4 keer per dag iets tussendoor.

Voeding voor diverse doelgroepen

Sporters: koolhydraten, eiwitten en vocht.

Mensen die veel sporten moeten goed op hun voeding letten, gezond eten levert je veel energie en een sneller herstel op.

Koolhydraten (energie), eiwitten (opbouw en herstel van weefsels) en vocht hebben invloed op prestaties van sporters.

Ouderen
Ondervoeding

Steeds vaker zie je bij ouderen die afhankelijk zijn van hulp, dat het misgaat met hun voeding.

 Ze eten en drinken te weinig. Dit leidt tot tekort aan energie en andere voedingstoffen, wat voor lusteloosheid zorgt.

Mensen met ondervoeding zijn gebaat aan extra eiwitten en energie.

Ouderen en ondervoeding

Steeds vaker zie je bij ouderen die afhankelijk zijn van hulp, dat het misgaat met hun voeding.

 Ze eten en drinken te weinig. Dit leidt tot tekort aan energie en andere voedingstoffen, wat voor lusteloosheid zorgt.

Mensen met ondervoeding zijn gebaat aan extra eiwitten en energie.

Voeding voor diverse doelgroepen

Ouderen: eetlust en smaak minder.

Ouderen raken sneller ondervoed. Dit zorgt voor lusteloosheid

Extra eiwitten en energie nodig

Maaltijden voor verschillende voedingsgewoonten

Als je een maaltijd gaat samenstellen is het handig om van tevoren een lijstje te maken:

Opdrachten

Lezen blz 175 t/m 182

Maken 8.10 t/m 8.16

Maken 8.17 Begrippen

Afsluiting:

Lesevaluatie.

Vooruitblik volgende les.

Huiswerk.