Medicatie Les 5

MEDICATIE

Basiskennis over medicatie - les 5

Leerdoelen

Bekijk de leerdoelen op bladzijde 11 en bespreek in tweetallen: 

waar sta je?

Toedieningswijzes

Oraal (via de mond)

- Goedkoop, makkelijk en veilig

- Maag en dunne darm neemt de werkzame stof op

- Voedsel, drank of andere medicatie kan de medicatie op een negatieve wijze beïnvloeden

Welke gevaren kent
medicatie?

Medicatieveiligheid

"Alle activiteiten die zijn gericht op hetjuist voorschrijven en afleveren en het juiste gebruik van geneesmiddelen"

Het gehele proces: van het voorschrijven tot het toedienen

Interactie

Wanneer een cliënt meerdere medicijnen tegelijkertijd gebruikt, kunnen deze elkaar beïnvloeden.

> Verminderde of versterkte werking

In welke situatie van de cliënt is er sprake van een hoog risico?

Als een cliënt onder behandeling is van verschillende specialisten 

Wie heeft dan nog het overzicht?

De patiënt?

Voorkomen van interactie

Wat kan de medewerker Maatschappelijke Zorg doen?

Arts:                 elektrisch patiëntendossier

Apotheek:     controleert de arts

Medewerker MZ: 

- Heeft de arts het meest recente medicijnoverzicht?

- Zelfzorgmedicijnen bespreken met de cliënt 

Bijwerkingen

- Niet gewenst effect van een medicijn

- Wat zijn veel voorkomende bijwerkingen?

Het risico neemt toe bij:

- een hogere dosering

- polifarmacie (vijf of meer medicijnen gebruiken)

- multimorbiditeit (hebben van meerdere aandoeningen)

- allergie

Gewenning

De cliënt heeft een steeds grotere hoeveelheid van een medicijn nodig om het gewenste effect te bereiken

> Bijvoorbeeld: morfine

Altijd de arts inschakelen!!

Verslaving

- Lichamelijk en geestelijk afhankelijk zijn van een medicijn

   Bijvoorbeeld: oxazepam (rustgevend bij psychoses)

Aan het werk

Lezen:

- Theoriebron Toedieningswijzes

- Theoriebron Medicatieveiligheid

Opdracht:

- 4, 5, 6 en 7.