H2C SS7 PTO 1 recap II

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welcome H2C

Week 43 - Lesson 2

Recap II

Today's class

At the end of this class I...

• ... know when to use must, have to and should.
• ... can use these modals correctly.

PTO 1 

PTO 1 helemaal digitaal

Dus: (Opgeladen) laptop meenemen!

Magister.me/ studiewijzer Engels:

- Quizlet links en videos over grammatica

- Alle woordjes, stones en grammatica hoofdstuk 1 (blz. 74-77) en 2 (blz. 122-125)

Hulpwerkwoorden

should 
must 
have/has (got) to 

Je gebruikt ze om bevelen of advies te geven 

Have to

Have to = om aan te geven dat iets moet -> noodzaak (geen keuze)

Formule: has/have to + hele werkwoord

Mum says I have to do the dishes.
I have to finish this essay today. We have to hand them in tomorrow

Must

Must = iets moet, het is formeler en dwingender

Het is heel belangrijk, het kan niet anders of het is verplicht.

Formule: Must  + hele werkwoord

You must have a valid ticket in order to enter.
I must finish this essay today. I’m going out tomorrow.

Should

Should = zou moeten, iets is belangrijk

Formule: Should + hele werkwoord

Je geeft een advies.

You should tell your sister you're sorry. 

om aan te geven dat iemand anders vindt dat iets moet.

advies of een suggestie geven. 

verplichtend!

should

must

have to

You ...(zou moeten) look at me when I am talking to you.

1. must
2. have to
3. should

I was using my pencil a minute ago. It ..... (moet) be here somewhere!

1. should
2. have to
3. must

You ___ be at least 18 to get your driver's licence.

1. has to
2. have to
3. must
4. should

That boy ___ be Joe's brother. He looks so much like him.

All passengers ___ switch off their phone before boarding a plane.

It's rather cold today. You ___ wear a coat when you go out.

Homework

Study for the PTO:

• alle woordjes, stones en grammatica hoofdstuk 1 (blz. 74-77)
• alle woordejes, stones en grammatica hoofdstuk 2 (blz. 122-125)