Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
present simple
De Present Simple is de Engelse term voor de tegenwoordige tijd. Je gebruikt deze vorm als je het hebt over feiten, gewoonten of regelmatigheden.
Slide 2 - Diapositive
Aanwijzingen voor present simple
Always
Often
Sometimes
Never
Slide 3 - Diapositive
present continuous
Present staat voor tegenwoordige tijd, het gebeurt dus nu.
Continuous houdt in dat het een duurvorm is, dit betekent dat het voor een langere periode duurt of kan duren.
Een vorm van de Present Continuous is dus nu, op dit moment, aan het gebeuren. Kijk maar eens naar het voorbeeld van de ‘tegenwoordige duurvorm’ van het werkwoord ‘to walk’:
I am walking
You are walking
He is walking
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
wat betekent: My family wants to meet you
A
Mijn familie wil je ontmoeten
B
Mijn familie hoopt dat je snel komt
C
Mijn familie wil vlees
Slide 6 - Quiz
Wat betekent: I am very tired
A
Ik heb een rode das
B
ik ben erg moe
C
ik ben een boot
Slide 7 - Quiz
looks like
Might
lost and found
zou kunnen
gevonden voor
werpen
eruit ziet
Slide 8 - Question de remorquage
wat betekent: Pay
A
fout bij basketbal
B
betalen
C
bestelling
Slide 9 - Quiz
wat betekent: Dangerous
A
spannend
B
oneerlijk
C
gevaarlijk
Slide 10 - Quiz
Wat betekent: remember
A
wees veilig
B
onthouden
C
lid worden
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Vidéo
maak de zin vragend: we are happy
Slide 13 - Question ouverte
Maak de zin vragend: i am tired
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Vidéo
maak een goede vraagzin: you / can /shop/ to the go