1.1 Wat heb je te besteden?

H1 Hoe welvarend ben jij?
Paragraaf 1.1 Kun je kopen wat je wilt?
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H1 Hoe welvarend ben jij?
Paragraaf 1.1 Kun je kopen wat je wilt?

Slide 1 - Diapositive

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Diapositive

Behoeften

Slide 3 - Carte mentale

Welvaart

Slide 4 - Carte mentale

Leerdoelen
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen primaire behoeften en secundaire behoeften.
  • Je kunt uitleggen wat het bij economie betekent als iets schaars is.
  • Je kunt uitleggen wat welvaart is en op welke manier je welvaart kan toenemen.
  • Je kunt met een percentage een getal berekenen.

Slide 5 - Diapositive

Primaire behoeften
Noodzakelijke levensbehoeften zijn Primaire behoeften.
Ze worden ook wel de basisbehoeften benoemd.
Een aantal voorbeelden zijn:
  • Voeding
  • Kleding
  • Woonruimte

Slide 6 - Diapositive

Secundaire behoeften
Daarnaast heb je behoefte aan van alles wat je leven beter of prettiger maakt.
Deze overige behoeften noem je Secundaire behoeften.
Voorbeelden hiervan zijn:
  • Vakantie
  • Auto
  • Frisdrank

Slide 7 - Diapositive

Wat zijn voorbeelden van secundaire behoeften?
A
Voeding, Kleding, Woonruimte
B
Vakantie, Auto, Frisdrank

Slide 8 - Quiz

Wat wordt ook wel de basisbehoeften genoemd?
A
Tertiaire behoeften
B
Extra behoeften
C
Primaire behoeften
D
Secundaire behoeften

Slide 9 - Quiz

Schaarste
Er zijn een aantal goederen waar je zomaar over kunt beschikken, zoals Frisse lucht, zonlicht en regenwater. Dit zijn Vrije goederen

Alle andere goederen zijn schaars, omdat er middelen nodig zijn om ze te maken. 

Slide 10 - Diapositive

Wat zijn vrije goederen?
A
Goederen die niet bestaan
B
Goederen die snel bederven
C
Goederen die je moet kopen
D
Goederen waar je zomaar over kunt beschikken

Slide 11 - Quiz

Waarom zijn de meeste goederen schaars?
A
Mensen willen ze niet hebben
B
Ze zijn moeilijk te vinden
C
Ze worden niet geproduceerd
D
Er zijn middelen nodig om ze te maken

Slide 12 - Quiz

In behoefte voorzien
  • Welvaart is de mate waarin je in je behoefte kunt voorzien.
  • Omdat goederen schaars zijn, moet je prioriteiten stellen,  je bepaalt dan welke behoeften jij het belangrijks vindt en waar jij je tijd en geld aan wilt besteden.
  • Ook door zelfvoorziening kan je welvaart toenemen. Je kunt bijvoorbeeld zelf je fietsband plakken of een taart bakken. Hiermee voorzie je in een behoefte zonder iets te kopen.

Slide 13 - Diapositive

Geef een voorbeeld van zelfvoorziening.
A
Zelf je fietsband plakken of een taart bakken.
B
Een nieuwe fiets kopen.
C
Hulp vragen bij het plakken van je fietsband.
D
Een taart laten bezorgen.

Slide 14 - Quiz

Wat is welvaart?
A
De mate waarin je gelukkig bent.
B
De mate waarin je in je behoefte kunt voorzien.
C
De mate waarin je geld hebt.
D
De mate waarin je succesvol bent.

Slide 15 - Quiz

Met procenten een getal berekenen

Slide 16 - Diapositive

Je ontvang €350, daarvan moet je 45% inleveren. Hoeveel euro moet je inleveren?

Slide 17 - Question ouverte

Je kunt nu
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen primaire behoeften en secundaire behoeften.
  • Je kunt uitleggen wat het bij economie betekent als iets schaars is.
  • Je kunt uitleggen wat welvaart is en op welke manier je welvaart kan toenemen.
  • Je kunt met een percentage een getal berekenen.

Slide 18 - Diapositive

Begrippen paragraaf 1.1 
  • Primaire behoeften
  • Prioriteiten stellen
  • Schaars
  • Secundaire behoeften
  • Vrije goederen
  • Welvaart
  • Zelfvoorziening 

Slide 19 - Diapositive

Aan het werk!
Maken opdrachten 1.1: 2, 4, 5, 7, 9, 11, 12 en 14 
Maken Rekenopdrachten: 1, 3 en 5
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 1.1
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 1.1 

 

timer
25:00

Slide 20 - Diapositive