wi M1 H5 par3AB oppervlakte driehoek

Oppervlakte driehoek
Hoofdstuk 5 - Getal & Ruimte
Eenheden en opp. - 1M
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oppervlakte driehoek
Hoofdstuk 5 - Getal & Ruimte
Eenheden en opp. - 1M

Slide 1 - Diapositive

Vorige keer 
Voorkennis 5.2 Oppervlakte
Vergeet niet dat je extra tijd hebt om te leren!

Slide 2 - Diapositive

Vorige keer
 Eenheden en omtrek

Slide 3 - Diapositive

Oppervlakte

Slide 4 - Diapositive

Oppervlakte

Slide 5 - Diapositive

oppervlakte rechthoek
oppervlakte driehoek

Slide 6 - Diapositive

Wat is de oppervlakte?
Hokjes zijn cm.

Slide 7 - Carte mentale

Oppervlakte driehoek
Oppervlakte driehoek = 
?
Opp. vierkant = 4 x 6 = 24 cm²
Opp. driehoek = 24 : 2 = 12 cm²

Opp. driehoek = 4 x 6 : 2 = 12 cm²
of
Opp. driehoek = 
2146=12 cm2

Slide 8 - Diapositive

Oppervlakte driehoek
Oppervlakte driehoek = 
21basishoogte
=21zijdebijbehorend hoogte

Slide 9 - Diapositive

Bereken de oppervlakte.
De hokjes zijn in cm.
A
12
B
4
C
8
D
6

Slide 10 - Quiz

Oppervlakte driehoek

Slide 11 - Diapositive

1.
2.
3.

Slide 12 - Diapositive

Oppervlakte driehoek
Dat zie je doordat ze loodrecht op elkaar staan.

Slide 13 - Diapositive

Bereken de oppervlakte.

A
6 cm²
B
7 cm²
C
14 cm²
D
12 cm ²

Slide 14 - Quiz

1.
2.
3.

Slide 15 - Diapositive

76,2 : 1 000 =
timer
0:30

Slide 16 - Question ouverte

50 hm + 7400 m = ... km
timer
1:00

Slide 17 - Question ouverte

Bereken de omtrek.
timer
1:00

Slide 18 - Question ouverte

0,54 hm² = ... dm²
timer
0:30

Slide 19 - Question ouverte

Wat is de opper-
vlakte van figuur C?
De hokjes zijn in cm.
timer
1:00
A
4
B
2
C
5
D
9

Slide 20 - Quiz

Sleep de vierkanten naar de bijbehorende omtrek en/of oppervlakte.
timer
5:00
A
B
C
D
E

Slide 21 - Question de remorquage

Met welke som bereken je
de oppervlakte van de
gele driehoek.
timer
0:30
A
2145
B
2134
C
254
D
235

Slide 22 - Quiz

Top van deze les

Slide 23 - Carte mentale

Noem min. 3 Grootheden

Slide 24 - Carte mentale

Grootheden die je moet kennen
Lengte
Gewicht
Tijd
Inhoud
Snelheid
Opslagruimte
(computer)
Oppervlakte
Geld

Slide 25 - Diapositive

Noem min. 10 eenheden

Slide 26 - Carte mentale

Lengte

km
hm
dam
m
dm
cm
mm
Opper-vlakte
km²
hm²
dam²
dm²
cm²
mm²
ha
are
Inhoud

km³
hm³
dam³
dm³
cm³
mm³
liter
dl
cl
ml
Tijd

milennium
eeuw
jaar
maand
week
dag
uur
seconde
ms
Gewicht

kg
hg
dag
g
dg
cg
mg
ons
pond
ton
Snelheid

km/uur
m/s
Opslag-ruimte
Tb
Gb
Mb
b
bit
Geld
Euro
cent
ton

Slide 27 - Diapositive

3640 x 10 000 =

Slide 28 - Question ouverte

x en : met 10, 100 en 1000

7 x 10 =

8 x 100 =

2500 : 100 =

0,3 x 100 =

5,74 : 10 =

12,35 x 1000 =

komma 1 plaats naar rechts
komma 2 plaatsen naar rechts
komma 2 plaatsen naar links
komma 2 plaatsen naar rechts
komma 1 plaats naar links
komma 3 plaatsen naar rechts
70
800
25
30
0,574
12 350

Slide 29 - Diapositive

670 mm = ... dam

Slide 30 - Question ouverte

300 mm + 20 dm = ... m

Slide 31 - Question ouverte

Eenheden
Hoeveel stappen?
Erbij/rechts of Eraf/links?

Slide 32 - Diapositive

Bereken de omtrek.

Slide 33 - Question ouverte

Bereken de omtrek

Aanpak:
  • Zoek alle maten
  • Tel ze bij elkaar op

Onthouden:
De OMtrek gaat er OMheen

Slide 34 - Diapositive

Bereken de
oppervlakte.
A
12 m²
B
8 m²
C
6 m
D
12 m

Slide 35 - Quiz

Wat is de oppervlakte?
A
14 cm²
B
28 cm²
C
40 cm²
D
400 cm²

Slide 36 - Quiz

Wat is de omtrek?
A
14 cm
B
28 cm
C
400 cm
D
40 cm

Slide 37 - Quiz

oppervlakte
Afspraak ² = ^2

Slide 38 - Diapositive