wi M1 H5 par2ABC oppervlakte eenheden en vierkant

Oppervlakte (eenheden/vierkant)
Hoofdstuk 5 - Getal & Ruimte
Eenheden en opp. - 1M
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oppervlakte (eenheden/vierkant)
Hoofdstuk 5 - Getal & Ruimte
Eenheden en opp. - 1M

Slide 1 - Diapositive

Vorige keer 
Voorkennis 5.1 omtrek
Vergeet niet dat je extra tijd hebt om te leren!

Slide 2 - Diapositive

Vorige keer
 Eenheden en omtrek

Slide 3 - Diapositive

Oppervlakte

Slide 4 - Diapositive

Oppervlakte

Slide 5 - Diapositive

Wat is de opper-
vlakte van figuur A?
De hokjes zijn in cm.
A
7
B
6
C
5
D
10

Slide 6 - Quiz

Wat is de oppervlakte
van de appelboom?
De hokjes zijn in cm.
A
38
B
32
C
19
D
28

Slide 7 - Quiz

Oppervlakte eenheden
ha=
are=

Slide 8 - Diapositive

5 300 dm² = ... m²

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de oppervlakte?
A
14 cm²
B
28 cm²
C
400 cm²
D
40 cm²

Slide 10 - Quiz

Wat is de omtrek?
A
14 cm
B
28 cm
C
400 cm
D
40 cm

Slide 11 - Quiz

4,37 * 10 0 =
timer
0:30

Slide 12 - Question ouverte

5 300 cm = ... dam
timer
0:30

Slide 13 - Question ouverte

20 dam + 2500 cm = ... m
timer
1:00

Slide 14 - Question ouverte

Bereken de omtrek.
timer
1:30

Slide 15 - Question ouverte

Wat is de opper-
vlakte van figuur B?
De hokjes zijn in cm.
A
9
B
7
C
4
D
8

Slide 16 - Quiz

Bereken de oppervlakte.
De hokjes zijn in cm.

Slide 17 - Question ouverte

Wat is de oppervlakte
van de perenboom ?
De hokjes zijn in cm.
A
29
B
31
C
15
D
9

Slide 18 - Quiz

Bereken de oppervlakte.
A
12 m²
B
8 m²
C
6 m
D
12 m

Slide 19 - Quiz

Eenheden oppervlakte omrekenen
Oppervlakte rechthoek berekenen
Oppervlakte simpele figuren/kaart

Slide 20 - Question de remorquage

Noem min. 3 Grootheden

Slide 21 - Carte mentale

Grootheden die je moet kennen
Lengte
Gewicht
Tijd
Inhoud
Snelheid
Opslagruimte
(computer)
Oppervlakte
Geld

Slide 22 - Diapositive

Noem min. 10 eenheden

Slide 23 - Carte mentale

Lengte

km
hm
dam
m
dm
cm
mm
Opper-vlakte
km²
hm²
dam²
dm²
cm²
mm²
ha
are
Inhoud

km³
hm³
dam³
dm³
cm³
mm³
liter
dl
cl
ml
Tijd

milennium
eeuw
jaar
maand
week
dag
uur
seconde
ms
Gewicht

kg
hg
dag
g
dg
cg
mg
ons
pond
ton
Snelheid

km/uur
m/s
Opslag-ruimte
Tb
Gb
Mb
b
bit
Geld
Euro
cent
ton

Slide 24 - Diapositive

52,4 : 1 000 =

Slide 25 - Question ouverte

x en : met 10, 100 en 1000

7 x 10 =

8 x 100 =

2500 : 100 =

0,3 x 100 =

5,74 : 10 =

12,35 x 1000 =

komma 1 plaats naar rechts
komma 2 plaatsen naar rechts
komma 2 plaatsen naar links
komma 2 plaatsen naar rechts
komma 1 plaats naar links
komma 3 plaatsen naar rechts
70
800
25
30
0,574
12 350

Slide 26 - Diapositive

0,3 hm = ... dm

Slide 27 - Question ouverte

20 dam + 2500 cm = ... m

Slide 28 - Question ouverte

Eenheden
Hoeveel stappen?
Erbij/rechts of Eraf/links?

Slide 29 - Diapositive

Bereken de omtrek.

Slide 30 - Question ouverte

Bereken de omtrek

Aanpak:
  • Zoek alle maten
  • Tel ze bij elkaar op

Onthouden:
De OMtrek gaat er OMheen

Slide 31 - Diapositive