Media § 3 Persona

1 / 16
suivant
Slide 1: Lien
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Lien

cursus Media 

Slide 2 - Diapositive

Programma
Lesdoelen 

§ 3 Persona

  • Je leert wat een doelgroep en een persona is.

Slide 3 - Diapositive

§ 3 Persona
  • Reclamemakers maken een product voor een doelgroep. 

  • De doelgroep bestaat uit mensen van wie de reclamemakers willen en verwachten dat ze het product gaan kopen.

Slide 4 - Diapositive

§ 3 Persona


  • Doelgroepen verschillen van elkaar. 
  • Zo is de doelgroep voor een poppenhuis niet gelijk aan de doelgroep voor een smartphone. 
  • Om het product zo goed mogelijk te verkopen, onderzoeken de reclamemakers hoe hun doelgroep er precies uitziet. 
  • Dat doen ze door uit te gaan van de gemiddelde persoon in de doelgroep. Dat is de ideale klant. Zo’n persoon, die dus niet echt bestaat, heet een persona. 

Slide 5 - Diapositive

§ 3 Persona


  • De reclamemakers beschrijven deze persona zo uitgebreid mogelijk. 

  • Denk aan: leeftijd, geslacht, hoe iemand woont, wat voor werk iemand doet, hobby’s en interesses. 

  • Zo zorgen de reclamemakers dat ze een reclame kunnen maken die goed aansluit bij de doelgroep, zodat de doelgroep het product gaat kopen.

Slide 6 - Diapositive

§ 3 Persona
doelgroep:
persona:

Slide 7 - Diapositive

§ 3 Persona
doelgroep:
persona:

Slide 8 - Diapositive

§ 3 Persona

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 1
Sneakers
Bekijk de afbeelding. Je ziet drie persona’s bij het product sneakers. In de tabel staan de kenmerken uit de afbeelding al ingevuld.

Slide 10 - Diapositive

Opdracht
Sneakers

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 1
Vraag
1. Bij welke persona passen de volgende kenmerken het best? Vul de kenmerken in achter de persona’s.
  
Kind:
Twintiger:
Senior:

De kenmerken mogen meer dan één keer ingevuld worden. Kies uit: 
buitenspelen – eenvoudig aan te trekken – eigen budget – heeft een smartphone – joggingbroek – leest de krant – longboard – modebewust – superhelden – zuinig.

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 1
Vraag
1. Bij welke persona passen de volgende kenmerken het best? Vul de kenmerken in achter de persona’s.
  Beschrijving van de personages:

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 1
Antwoord
1. Kind: eenvoudig aan te trekken, buiten spelen, superhelden
Twintiger: longboard, joggingbroek, eigen budget, heeft een smartphone, modebewust
Senior: zuinig, eigen budget, heeft een smartphone, leest de krant
 

Slide 14 - Diapositive

Opdracht 1
Vraag
2. Welk(e) kenmerk(en) passen volgens jou maar bij één persona? Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk
Maak opdracht 2, 3 en 4

Slide 16 - Diapositive