Centrum van de wereldhandel blok 1

Thema 7 Handel
Blok 1 Centrum van de wereldhandel
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 7 Handel
Blok 1 Centrum van de wereldhandel

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen van Blok 1 - Les 1

Als dit blok klaar is kan je:

  • uitleggen hoe de bevolking van een land verandert door geboorte, sterfte en migratie
  • een beschrijving geven van het bestuur van de Republiek
  • uitleggen waardoor de economie van de Republiek sterk groeide
  • uitleggen dat migranten belangrijk zijn voor Nederland
  • uitleggen wanneer integratie van migranten makkelijker verloopt
  • redenen noemen waarom de VOC werd opgericht
  • vertellen waarop de VOC een monopolie had

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen van de vorige les 

  • uitleggen hoe de bevolking van een land verandert door geboorte, sterfte en migratie
  • een beschrijving geven van het bestuur van de Republiek (regenten en gewest)
  • uitleggen waardoor de economie van de Republiek sterk groeide

Slide 3 - Diapositive

De nieuwe republiek
Wat wordt er bedoeld met:
  • De republiek werd bestuurd door regenten? 
  • De natuurlijk bevolkings-groei was negatief?
  • De sociale bevolkingsgroei

Slide 4 - Diapositive

De nieuwe Republiek
  • Door de oorlog was er minder handel. Belangrijke havens zoals die van Antwerpen en Gent hoorden bij het Spaanse deel.
  • Er was veel armoede door mislukte oogsten, epidemieën en de oorlog met de Spanjaarden.
  • De natuurlijke bevolkingsgroei was dan ook negatief in de eerste tijd van de Republiek> Meer mensen stierven dan dat er geboren werden. 

Slide 5 - Diapositive

Beleg van Antwerpen
In 1585 werd besloten om de haven van Antwerpen  te blokkeren. Zo konden daar geen schepen meer laden en lossen. 
Gevolg 1 >  schepen voeren verder naar de havens van  Zeeland en Amsterdam
Gevolg 2> Rijke Vlaamse kooplieden en gespecialiseerde arbeidskrachten vestigden zich in de Republiek. 
Gevolg 3 >  bevolkingsgroei door migratie = sociale  bevolkingsgroei
De kooplieden en ambachtslieden verhuisden naar de Republiek en zodoende verhuisden al hun (internationale) contacten, hun kennis en natuurlijk al hun geld mee naar de Republiek! 

Slide 6 - Diapositive

Wie of wat waren de regenten?
A
Rijke families uit steden
B
De plaatselijke politiemannen en vrouwen
C
De boeren die op het land leefde
D
De koninklijke families

Slide 7 - Quiz

Uit hoeveel gewesten bestond de Nederlanden?
A
15
B
16
C
18
D
17

Slide 8 - Quiz

Waarmee kan je een gewest het beste vergelijken?
A
een stad met stadsmuur
B
een dorp
C
een provincie
D
een markt bij een kasteel

Slide 9 - Quiz

Hoe heet een bestuur van een stad of gewest?
A
Ridder
B
Stadhouder
C
Regent
D
Burgemeester

Slide 10 - Quiz

Wat is natuurlijke bevolkingsgroei?
A
Als er meer kinderen worden geboren dan dat er mensen sterven
B
Als er minder kinderen worden geboren dan dat er mensen sterven

Slide 11 - Quiz

Wat is sociale bevolkingsgroei?
A
Bevolkingsgroei door migratie
B
Bevolkingsgroei door geboorten
C
Bevolkingsgroei door sterfte
D
Bevolkingsgroei door reizen

Slide 12 - Quiz

In welke zin is de natuurlijke bevolkingsgroei negatief?
A
Veel mensen emigreren, en daardoor krimpt de bevolking.
B
Veel mensen worden geboren, en daardoor groeit de bevolking.
C
Veel mensen sterven, en daardoor krimpt de bevolking.
D
Veel mensen migreren, en daardoor groeit de bevolking.

Slide 13 - Quiz

Lesdoelen 



  • uitleggen dat migranten belangrijk zijn voor Nederland
  • uitleggen wanneer integratie van migranten makkelijker verloopt

Slide 14 - Diapositive

Nederland migratieland
BLZ. 16 EN 17
5 minuten zelfstandig lezen van de tekst 
10 minuten voor het maken van opdr. 9 t/m 11

Slide 15 - Diapositive

De bevolking van de Republiek groeit
De natuurlijke bevolkingsgroei nam door de welvaart toe. Maar ook kwamen veel nieuwe groepen in de Republiek wonen
  • Joden werden in de 16e eeuw verdreven uit Spanje en Portugal. Omdat hier godsdienstvrijheid  was trokken deze joden naar de Republiek.
  • Protestanten uit de Spaanse-Nederlanden vluchtten naar het noorden. 
  • Eind 17e eeuw vluchtten veel Franse protestanten naar Nederland, zij werden Hugenoten genoemd.
  • Veel Duitsers en Scandinaviërs verhuisden naar de Republiek omdat het hier economisch een stuk beter ging en zij op zoek waren naar werk. 

De steden wilden deze goed opgeleide en rijke lieden/werkers graag ontvangen

Slide 16 - Diapositive

Door de komst van de vluchtelingen uit Antwerpen groeien de steden waaronder Amsterdam enorm. Er is sprake van een
A
Vetreksoverschot
B
Vestigingsoverschot

Slide 17 - Quiz

Als er meer mensen vertrekken uit een gebied dan er bij komen heet dat een...
A
Vestigingsoverschot
B
Vertrekoverschot

Slide 18 - Quiz

Migranten waren goed voor de economie in de Republiek. Noem twee beroepen waarin ze gingen werken

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Leerdoelen
Lesdoel 1: Aan het einde van de les kunnen de leerlingen uitleggen waarom de VOC is opgericht.
Lesdoel 2: Aan het einde van de les kunnen de leerlingen uitleggen hoe de VOC werkte en maken hierbij gebruik van het begrip ‘monopolie’.

Lesdoel 3: Aan het einde van de les kunnen de leerlingen een verband leggen tussen het begrip genocide en de monopolie van de VOC in Indonesië.




Slide 21 - Diapositive

Voc
https://schooltv.nl/video/welkom-in-de-gouden-eeuw-de-voc/#q=De%20voc

Slide 22 - Diapositive

Kijkvragen
1. Wat was de VOC?
2. Waar staat VOC voor?
3. Wanneer was de VOC opgericht?
4. Hoe heet Indië nu?
5. Wat haalde de VOC uit Indië
6. Welke zeeroute nam de VOC?

Slide 23 - Diapositive

Zeeroute
Eerst via land door Arabische handelaren.

Portugezen als eerste een route ontdekt naar Azië.

100 jaar later 'ontdekken' Hollanders route.

Slide 24 - Diapositive

Zeeroute
Lees de tekst Zeeroute op blz. 19
en maak opdracht 13.

Hier heb je 10 minuten de tijd voor.

Slide 25 - Diapositive

Samen sterk
Samen lezen

Slide 26 - Diapositive

Samen sterk 
  • Om de schepen en het personeel te financieren gaf de VOC aandelen uit. Aandeel= een klein stukje v. bedrijf
  • Iedereen kon aandelen kopen. Zo bezat je een klein deel van de VOC en kreeg je dus ook een klein deel van de winst 
  • Je kon de aandelen kopen of verkopen op de Amsterdamse beurs.
  • De  VOC werd zo een beetje van 'iedereen'.

Slide 27 - Diapositive

VOC
- In 1602 wordt de VOC opgericht
- Bestuur van de VOC: Heren Zeventien
- VOC had een handelsmonopolie in Azië

Uitleggen wat de VOC voor bedrijf was en hoe zij geld konden verdienen.

Slide 28 - Diapositive

Monopolie
  • De VOC kreeg het alleenrecht op de handel in specerijen.

  • Dit noem je monopolie. 


Slide 29 - Diapositive

Opdrachten maken
Blz. 20 en 21
Maken opdracht 14 t/m 17

Slide 30 - Diapositive

De VOC had fabrieken
De VOC had factorijen
De VOC had aandelen
De VOC betaalden met euro's
De VOC had een leger
De VOC mocht geen gebieden veroveren

Slide 31 - Question de remorquage

Wat betekent het woord handelsmonopolie?
A
De vorst levert de specerijen aan Nederland
B
Nederland heeft als enige het recht om met deze vorst te handelen
C
De vorst mag met iedereen handelen met wie hij wilt
D
De prijs van het product hang af van de vraag

Slide 32 - Quiz

De VOC is opgericht in ...
A
1600
B
1602
C
1580
D
1608

Slide 33 - Quiz

De VOC verhandelde vooral
A
Slaven
B
Aardappels
C
Kruiden
D
Maïs

Slide 34 - Quiz

De VOC was een bedrijf uit
A
Engeland
B
Duitsland
C
Nederland
D
Indonesie

Slide 35 - Quiz

Welke 3 zinnen zijn juist?
Juist
Onjuist

De VOC werd in 1602 opgericht.

De VOC handelde met Portugal en Spanje.

Alleen de VOC mocht in Indië handelen.

De VOC zorgde voor grote welvaart.

Slide 36 - Question de remorquage

VOC staat voor
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 37 - Quiz

Unieke positie
Japan wilde geen (geloofs) invloed uit  in hun land.  Buitenlanders mochten Japan niet in.  Er verbleven ca 20 Nederlanders op Deshima, een eiland voor de kust. 

Waarom wel handel met de VOC? Hollanders waren protestant en minder gericht op het bekeren van 'ongelovigen'
 


Slide 38 - Diapositive

Lezen Unieke positie 
Maken opdr. 18 en 19

Slide 39 - Diapositive

Zwarte bladzijde...

VOC sloot contracten met lokale heersers in ruil voor militaire steun

Slide 40 - Diapositive

De VOC en de Banda Eilanden
De VOC heeft genocide gepleegd op de Banda eilanden...

Slide 41 - Diapositive

Opdrachten maken
Opdr. 20 t/m 22

Slide 42 - Diapositive

Het uitmoorden van een gehele bevolkingsgroep noem je?
A
Massamoord
B
Serimoord
C
Genocide
D
Holocaust

Slide 43 - Quiz

De VOC had het alleenrecht op de handel in specerijen. Hoe noemen we dit?
A
Een aandeel
B
Een genocide
C
Een monopolie
D
Een kolonie

Slide 44 - Quiz

Vind je na deze opdracht Jan Pieterszoon Coen een held of een schurk?
A
Held
B
Schurk

Slide 45 - Quiz