sport en spel

Stelling: om je als kind te ontwikkelen moet je kunnen spelen.

1 / 18
suivant
Slide 1: Sondage
WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Stelling: om je als kind te ontwikkelen moet je kunnen spelen.

Slide 1 - Sondage

Wat wil je bereiken met een sport en spel activiteit?

Slide 2 - Question ouverte

Het doel van een sport en spel activiteit
  • Het behouden en vergroten van de motorische vaardigheden en conditie; 


  • Ontwikkelen van de cognitieve vaardigheden (ontwikkelen van de hersenen);


  • Ontwikkelen van sociaal-affectieve vaardigheden. Sociaal gaat over hoe het kind omgaat met de mensen om hem heen en affectief gaat over hoe het kind tijdens het omgaan met mensen omgaat met eigen gevoelens. Denk aan, jaloezie, veiligheid, liefde, angst.
 

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn motorische vaardigheden?

Slide 4 - Carte mentale

Wat zijn cognitieve vaardigheden?

Slide 5 - Carte mentale

Wat zijn sociaal-affectieve vaardigheden?

Slide 6 - Carte mentale

Soorten spel per ontwikkelingsfase 

Slide 7 - Diapositive

Bewegingsspel vanaf:
imitatiespel vanaf:
constructiespel vanaf:
Sociaal spel vanaf: 
prestatiespel vanaf: 
digitaalspel vanaf: 
baby tijd 
peutertijd
Kleutertijd
Het jonge schoolkind
Het oudere schoolkind
de puber & adolecenten

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Bewegingsspel vanaf:
imitatiespel vanaf:
constructiespel vanaf:
Sociaal spel vanaf: 
prestatiespel vanaf: 
digitaalspel vanaf: 
baby tijd 
peutertijd
Kleutertijd
Het jonge schoolkind
Het oudere schoolkind
de puber & adolecenten

Slide 15 - Question de remorquage

Herhaling:
  • Een lesdoel is altijd gebaseerd op de motorische, cognitieve of sociale ontwikkeling, verwerk dit in je lesdoel; 
  • een persoonlijk leerdoel is altijd gebaseerd op de 6 interactievaardigheden;
  • Je onderbouwt bij het leraar/leerling gedrag altijd wat jij doet tijdens dit lesonderdeel en wat de leerlingen doen op basis van de gekozen didactische werkvormen;

Slide 16 - Diapositive

Draagt deze informatie bij aan het voorbereiden van jullie sport en spel activiteit?

Slide 17 - Question ouverte

Opdracht
  • Maak samen met jouw groepje een DA voor een sport en spel activiteit;

  • Inleveren via teams voor de gele week (28 januari);

  • Ik kijk naar: beginsituatie, doelgroep, activiteit, didactische werkvormen en de tijdsduur van de activiteit

Slide 18 - Diapositive