gaswisseling H5

Waarom heeft een mens longen nodig?
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

Waarom heeft een mens longen nodig?

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen
Je kunt van delen van het ademhalingsstelsel de functies en kenmerken noemen.

Je kunt uitleggen hoe het inwendige milieu min of meer constant wordt gehouden door de longen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Waarom is neusademhaling gezonder?

Slide 4 - Diapositive

Gaswisseling - Wet van Fick

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Ademhalingsstelsel mens                    Longblaasjes met                                                                                            longhaarvaten

Slide 9 - Diapositive

Het neusslijmvlies

Slide 10 - Diapositive

Slijmvlies
  • De binnenkant van de luchtwegen is bekleed met slijmvlies.

  • In het slijmvlies zitten slijmcellen die slijm maken en trilhaarcellen met trilharen.

  • Het slijmvlies heeft 3 belangrijke functies

Slide 11 - Diapositive

Functies slijmvlies
  • 1. De ingeademde lucht wordt schoner, doordat stofjes en bacteriën in het slijm plakken.

  • 2. De ingeademde lucht wordt opgewarmd. 

  • 3. De ingeademde lucht wordt vochtig.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Aanvoer van zuurstof
  • Zuurstof wordt aangevoerd vanuit de lucht in de longblaasjes
  • Door diffusie wordt zuurstof vanuit de lucht opgenomen in het vocht       van een longblaasje
  • diffusie van zuurstof wordt vooral veroorzaakt door het concentratieverschil ( zuurstofconcentratie of zuurstofdruk, pO2 )
  • zuurstofconcentratie =  hoe groot het aandeel zuurstofmoleculen in een vloeistof is
  • O2 afgegeven aan het bloed in de longhaarvaten

Slide 15 - Diapositive

Afgifte koolstofdioxide
  • koolstofdioxide is onder andere opgelost in bloedplasma
  • diffusie vindt plaats van het bloedplasma naar het vocht in de longblaasjes door het verschil in koolstofdioxideconcentratie (koolstofdioxidedruk (pCO2)) 
  • vanuit het vocht wordt koolstofdioxide afgegeven aan de lucht in de longblaasjes.
  • geen verschil in stikstofconcentratie tussen de lucht in de longblaasjes en het bloedplasma. 

Slide 16 - Diapositive

Gaswisseling tussen longblaasjes en longhaarvaten

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Diapositive

Evenwichtsreactie
reactie verloopt naar rechts in een omgeving met een hoge O2-concentratie, zoals in de longen
In een omgeving met een lage zuurstofconcentratie verschuift  evenwichtsreactie naar links

Slide 21 - Diapositive

Het transport van zuurstof

Slide 22 - Diapositive

De pO₂-verzadigingscurve van hemoglobine

Slide 23 - Diapositive

De zuurstofdruk (pO₂) van het bloed in de grote en kleine bloedsomloop bij een persoon in rust.
zuurstofdruk (pO2) in longen ongeveer 13,3 kPa
weefsel in rust zuurstofdruk ongeveer 5,3 kPa
zuurstof diffundeert  naar de weefsels

Slide 24 - Diapositive

Transport van koolstofdioxide
Koolstofdioxidetransport kan dan op drie manieren plaatsvinden.
• Een klein deel (7%) wordt door het bloedplasma vervoerd.
• Een deel (23%) wordt in rode bloedcellen vervoerd, gebonden aan hemoglobine.
• Het grootste deel (70%) wordt vervoerd als waterstofcarbonaationen (HCO3− ). Deze ionen ontstaan vooral in de rode bloedcellen, maar worden opgelost in het bloedplasma vervoerd.

Slide 25 - Diapositive

pH van het bloed is ook van invloed op de ligging van de evenwichtsreactie
deze wordt beïnvloed door de CO2-concentratie. 
in actief weefsel door dissimilatie veel CO2. pCO2 dan stuk hoger, 
CO2 en H2O vormen samen H2CO3, wat uiteenvalt inHCO3− en H+
door h+ ionen daling pH in haarvaten. evenwicht in reactie verschuift naar links, meer zuurstofmoleculen vrij.
temperatuur ook van invloed, hoe hoger temperatuur, hoe meer zuurstofmoleculen uit hemoglobine vrijkomen

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

longblaasjes
long
bronchi
Luchtpijptakje
luchtpijp

Slide 32 - Question de remorquage

Waar vindt gaswisseling plaats?
A
Luchtpijp
B
Long
C
Keelholte
D
Longblaasje

Slide 33 - Quiz

Rode bloedcellen geven .................................... af in de longen
Rode bloedcellen nemen...................op in de longen
Dit proces noemen we.............................
Zuurstofrijk bloed wordt vervolgens naar alle.....................vervoerd.
De koolstofdioxide verlaat het lichaam via de..........................
zuurstof
longen
koolstofdioxide
organen
gaswisseling

Slide 34 - Question de remorquage

Zuurstof uit                         wordt afgegeven aan 
Koolstofdioxide uit                   wordt afgegeven aan 
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats.
de lucht
het bloed
 het bloed
de lucht

Slide 35 - Question de remorquage

In deze bloedvaten vindt gaswisseling plaats met cellen.
A
Haarvaten
B
Slagaders
C
Aders
D
Bij allemaal

Slide 36 - Quiz

Waardoor kan er snel gaswisseling plaatsvinden in de longen?

A
de wand van de luchtpijp is erg dun
B
er zit een laagje slijm in de longblaasjes
C
Het oppervlak van de longblaasjes is groot
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Diapositive

Zuurstof wordt in het bloed vervoerd door het rode eiwit hemoglobine:
Hb + O2 <-> HbO2
Naar welke kant verloopt deze reactie in de weefsels en wat verandert als de pH daalt?
A
Naar rechts, gaat sneller bij lagere pH
B
Naar links, gaat sneller bij lagere pH
C
Naar rechts, gaat langzamer bij lagere pH
D
Naar links, gaat langzamer bij lagere pH

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Diapositive

Je ademt diep uit. Welke spieren span je daarvoor aan?
A
Buitenste tussenribspieren
B
Binnenste tussenribspieren
C
middenrif
D
spieren in je neus en mond

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Lien

Slide 43 - Lien

Slide 44 - Lien

Slide 45 - Vidéo