samenvatting katheters (varia) en stoma`s

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

vuur en tong = pikant!
Samenvatting 
Verzorgen blaaskatheter
Suprapubische katheter
Nefrostomiekatheter
Blaasspoelen
Darmspoelen
Stomazorg




Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Urinewegstelsel
 Urethra
 Ureter 
 Nieren
 Blaas 

Slide 3 - Question de remorquage

urinebuis (urethra) vrouw: 3-5cm
man: 20-25 cm
Indicaties voor een katheter?

Slide 4 - Question ouverte

  • Afnemen van een urine voor onderzoek;
  • meten van de urineproductie (ziekte of medicatie);
  • tijdens een operatie;
  • voor blaasspoeling;
  • geven van medicijnen in de blaas, bv AB;
  • om wonden rond schaamstreek te ontlasten;
  • urineretentie: achterblijven van urine in de blaas door: blokkade, bepaalde medicatie, neurologische aandoening.
Alternatieven

Slide 5 - Diapositive

Condoomkatheter: Handig voor mannen voor de nacht, vooral dus bij incontinentie.

Eenmalige katheter: Bij kortdurend gebruik, minder kans op infectie!

Incontinentie materiaal: Bij contra indicatie katheter:
  • Acute ontsteking prostaat;
  • infectie,- obstructie-vernauwing,- en/of letsel aan urinebuis.
Suprapubische katheter: Bij langdurig gebruik.
Complicaties bij katheterisatie?

Slide 6 - Question ouverte

  • UWI;
  • ontsteking bijbal;
  • verstopping katheter;
  • lekkage langs katheter;
  • beschadiging aan urinewegen;
  • blaaspijn,- en krampen;
  • bloed bij urine;
  • kanker, chronische katheterisatie met veel epitheelbeschadiging verhoogd de kans op plaveiselcelca in blaas en urinewegen.
Een eenmalige katheter heeft:

A
1 lumen oftewel enkellumen
B
2 lumen oftewel dubbellumen
C
3 lumen oftewel tripellumen
D
Een temperatuursensor

Slide 7 - Quiz

Soorten katheters:

  • Enkellumen = eenmalig;
  • dubbellumen = verblijfskatheter;
  • tripellumen = 3-wegen, zodat er gespoeld kan worden of medicatie gegeven kan worden;
  • temperatuursensor, met name op IC, blaastemp is betrouwbaar.

Slide 8 - Diapositive

Diameter (charriere) van katheter.
Wanneer dun, wanneer dik?

Ballongrootte?
Gevaar overvulling: 
  • Afsluiting opening kathetertip;
  • irritatie blaaswand;
  • blaaskramp.
Gevaar te weinig; uitglijden!

Vulling ballon: ip steriel water.
Aandachtspunten bij verzorgen

  • Afvloeien van urine;
  • toestand van de zorgvrager;
  • urineproductie;
  • lichamelijke klachten.

Slide 9 - Diapositive

Afvloeien van urine; 
nergens een beklemming?
Zit de opvangzak onder katheterniveau?
Stolsels?
Drinkt client wel genoeg?
Toestand van de zorgvrager;
onrust of delier? Pas op verwijdering!
Urineproductie;
waarschuw arts bij teveel/ te weinig productie.
Let op tekenen UWI, geur, kleur, helderheid.
Bloed?
Lichamelijke klachten; 
blaaskrampen, vaak onschuldig, let wel op lekkage.
Pijn? UWI?

Hoelang mag een katheter blijven zitten?

A
Hangt af van de conditie van de client
B
Hangt af van het materiaal van de katheter
C
Max. 12 weken
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maar stel.....
Transurethrale katheter wordt permanent, 
wat zijn dan je opties?


Slide 11 - Diapositive

Suprapubische katheter:

Via de buikwand boven het schaambeen naar de blaas.

Voordelen: 
  • Minder hinderlijk tijdens seks;
  • kans op UWI kleiner;
  • blaaskrampen,- en of stenen minder;
  • geen beschadiging/irritatie urinebuis; 
  • overstap naar weer zelfstandig plassen is makkelijker.




Tekst
indicaties 
suprapubische katheter
contra-indicaties suprapubische katheter
retentieblaas bij prostaatvergroting
recidiverende urineweginfecties
afwijkende bloedstolling
langdurige indicatie voor katheter
 tumor rond of in de blaas
   ernstig overgewicht
huidletsel boven schaambeen

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

En dan...
Plaatselijke verdoving, door arts.
Niet nuchter, wel AS staken.
Eerste 5 dagen wondverzorging.
Na 5 dagen: Gaasje? Katheter draaien of dippen?
Wanneer verwisselen?

Slide 13 - Diapositive

Mogelijke complicaties:
  • Infectie;
  • bloedverlies uit blaas;
  • uitvallen v/d katheter;
  • beschadiging van een bloedvat en/of darmlis.
Eerste 5 dagen dagelijks wondje
verzorgen: splitgaas en eventueel gaasje vervangen.

Na 5 dagen schoon houden, bij geen wond geen gaasje, draaien om fistelvorming te bevorderen.

Verwisselen: na 6 weken door vplk.
Katheter mag max 12 weken zitten.
SNEL wisselen, na 1 a 6 uur is fistel dicht.

Nog een stapje verder...wat als:
Urine niet vanuit de nieren naar blaas loopt door bijv:
  • Stenen in nier en/of urineleiders;
  • vernauwde urineleiders (stenose);
  • tumor (urineleiders/blaas/prostaat);
  • abnormale verbinding tussen urinebuis - perineum (fistel);
  • vochtcollectie rondom nier (abces of urinoom)?

Slide 14 - Diapositive

Indicatie voor nefrostomiekatheter.

Wanneer niet (contra-indicaties)?
  • Afwijkende stolling;
  • Afwijkende anatomie;
  • Terminale zorgvrager.
                      nefrostomiekatheter

nefrostomiekatheter

Slide 15 - Diapositive

Complicaties?
  • Nabloeding;
  • infectie;
  • lekkage;
  • verschuiven/uitglijden katheter;
  • verstopte drain.
Wel/niet spoelen? i.o.v. arts, Nacl 0,9%.
Verwijderen? door arts, poliklinisch.
Blaasspoelen

Onschuldig? 

Slide 16 - Diapositive

Contra-indicaties:
  • Aandoeningen urinebuis;
  • eerdere ingrepen aan plasbuis of nieren;
  • verstopte katheter (nieuwe inbrengen);
  • fysieke ongemak client (blaaskrampen);
  • overgevoeligheid toedieningsmiddel.

Complicaties:
  • Urineweginfecties;
  • verstopping (door verplaatste stolsels);
  • blaaskrampen;
  • bloed bij urine;
  • lichte urine incontinentie;
  • allergische reactie.
indicatie blaasspoelen
indicatie blaasirrigatie
blaaskanker
geinfecteerde/verstopte katheter
na operatie aan blaas of prostaat
recidiverende urineweginfecties
toedienen  bepaalde medicatie
bloedstolsels/bezinksel in blaas
ter voorkoming van: verkleving, infecties en/of stolsels
blaaspijn

Slide 17 - Question de remorquage

  • Indicatie blaasspoelen kan zijn kanker.
  • afweersysteem stimuleren
  • chemo toedienen
Let op voorzorgsmaatregelen:
  • niet steriele handschoenen
  • wegwerpschort
  • wegwerpslofjes 
  • beschermbril
  • wegwerpmasker
Alle afval is besmet

Slide 18 - Diapositive

Soorten spoelsystemen:
  • Blaasspoelzakje;
  • blaasspuit: groter risico op infecties;
  • harmonicaflacon: beperkte risico op weefselschade omdat vloeistof direct terugloopt;
  • uro-tainer twin bag: kleinere toedieningsvolume door twee compartimenten, vriendelijker voor client.
En natuurlijk ook darmspoelen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ROEPT U MAAR!

Slide 20 - Question ouverte

MICROLAX: Kant en klaar, 5 ml, def wordt zachter, in endeldarm, max 14 dagen.
KLYSMA: Inbrengen tot achter de kringspier.
HOOGOPGAAND KLYSMA: Ong. 20 cm diep.

INDICATIES: 
  • Voorbereiden OK/ onderzoek;
  • obstipatie;
  • toedienen;
  • medicatie;
  • incontinentie.

CONTRA:
  • Recent OK rectum of colon;
  • darmbloedingen/ontstekingen/ bloeding;
  • fistels;
  • trombopenie;
  • peritonitis.

AANDACHTSPUNTEN:
  • Breng glijmiddel aan op de klysma;
  • laat de client tijdens inbrengen door de mond ademhalen, zodat de kringspier zich ontspant;
  • zorg dat de spoelvloeistof op lichaamstemperatuur;
  • laat de client op de linkerzij liggen;
  • je kan de snelheid van inlopen regelen door de spoelvloeistof hoger of lager te houden. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de huid rondom een stoma geïrriteerd is dan kan je beter een eendelig stomasysteem gebruiken.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk soort stoma is geschikt voor continent stoma
A
urostoma
B
ileostoma
C
colonstoma

Slide 24 - Quiz

Denk aan POUCH: 
  • Ileo-anale pouch (ileostoma)
  • Kockpouch (ileostoma)
  • Indianapouch (urostoma)


Na het spoelen van de darmen kan de stoma worden afgesloten met een stomaplug.
A
De stomaplug is een soort opvangsysteem.
B
Alleen zorgvragers met een eindstandige colostoma kunnen een stomaplug gebruiken.
C
De zorgvrager kan alleen een stomaplug gebruiken als de ontlasting veel vocht bevat.
D
Een stomaplug kan na spoelen altijd gebruikt worden

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een eindstandig (enkelloops) stoma is vaak een blijvende stoma
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

klopt want het deel vanuit de endeldarm is verwijderd.

A
enkelloops ileostoma
B
enkelloops urostoma
C
dubbelloops ileostoma
D
dubbelloops urostoma

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij dit stoma zie je een
kapotte huid rondom de
stoma, hoe ontstaat het?

A
niet schoongemaakt stoma
B
plakresten vergeten
C
te groot geknipte opening in de huidplaat
D
spanning op de stoma

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions