Suprapubische katheter en blaasspoelen.

Blaasspoelen, Suprapubische Katheter, éénmalig katheteriseren. 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Blaasspoelen, Suprapubische Katheter, éénmalig katheteriseren. 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van de les kan je :
- Uitleggen wat een suprapubische katheter is; 
- Uitleggen welke verschillen er zijn tussen een suprapubische 
   katheter en een urethrale katheter; 
- Uitleggen wat indicaties zijn voor blaasspoelen;
- Uitleggen hoe blaasspoelen in zijn werk gaat.
En heb je geoefend met het blaasspoelen en het verzorgen van een sp katheter.


Slide 2 - Diapositive

Wat is een suprapubische katheter?
Een katheter die net boven het schaambeen,  wordt geplaatst. 

'Supra' = latijn voor boven
'Os pubis' = latijn voor schaambeen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Voordelen 
- Zelfredzaamheid omdat de zorgvrager de katheter kan zien;
- De suprapubische katheter is comfortabeler (bijvoorbeeld bij zitten in een stoel);
- Leren urineren via de natuurlijke weg is makkelijker;
- Minder risico op urineweginfecties;
- Geen belemmering voor seksueel contact.

Slide 5 - Diapositive

indicaties:
* recidiverende blaasontstekingen
* prostatitis/ urethritis
*  obstructie/ vernauwing van de urinebuis
* langdurige katheterisatie om incontinentie te behandelen
* bekkentrauma
* fecale incontinentie, waardoor katheter steeds vuil wordt


Slide 6 - Diapositive

Nadelen
- operatieve plaatsing; 1e wissel  door een arts
- litteken na verwijderen
- kleine kans op buikvliesontsteking

Slide 7 - Diapositive

Complicaties:
- Urinelekkage via de urethra -> mogelijk door blaaskramp
- Infectie -> blaasontsteking -> goed drinken
- Wildvlees -> aanstippen met zilvernitraat

Slide 8 - Diapositive

Tips bij wisselen van een SP
  • Wees snel, fistel kan snel dicht groeien. Fistel moet zich nog vormen, er is een wond;
  • Soms is het nodig de blaas van te voren te vullen met blaasspoeling. 
  • Werk net als bij vaginaal verwisselen ook hier steriel. 
  • Dagelijks wassen, douchen of baden is geen probleem, goed drogen rondom de insteek!
  • Alleen verbinden zolang er lekkage is van urine of wondvocht;
  • Iedere 6-12 weken een katheterwissel. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Blaas- en katheterspoelen
- In opdracht van de arts;
- Voor beide handelingen zijn er andere protocollen
- Verschillende soorten spoelvloeistof;
- Afhankelijk van de vloeistof: inwerktijd;
- Open of gesloten systeem / actief of passief;
- Spuit of zakje (urotainer)


Slide 12 - Diapositive

Indicaties:
- Voorkomen van verstopping;
- Verwijderen van bloed/stolsels;
- Toegankelijkheid van de katheter testen;
- Inbrengen van medicatie bijv. cytostatica of met antibiotica ontstekingen te bestrijden (medicinale spoeling)

Slide 13 - Diapositive

Blaasspoelen
- grote hoeveelheden vloeistof
- kan continu vb na ok
- bij medicatie; wissel van houding
- controleer of er evenveel of meer afloopt

Katheterspoelen
- kleine hoeveelheid vloeistof
- vaak om de dag
- zo kort mogelijk in de blaas

Slide 14 - Diapositive

Observatiepunten bij blaasspoelen
A
Weerstand
B
Pijn of bloed
C
Hoeveelheid
D
alle bovengenoemde

Slide 15 - Quiz

Eénmalige katheterisatie. 
  • steriel opvangen van urine voor onderzoek. 
  • urine retentie bepalen
  • chronische blaasretentie. 

Heeft voorkeur op verblijfskatheter, want met een verblijfskatheter meer kans op beschadiging van slijmvlies, waardoor chronische UWI's ontstaan. 

Slide 16 - Diapositive

Retentie/residu 
Retentie: Onvermogen om de blaas volledig te ledigen. 

Urine die achter blijft na het plassen, noem je residu


Slide 17 - Diapositive

Noem een indicatie voor eenmalige katheterisatie ( 2 antwoorden zijn juist)
A
steriele urine nodig hebben voor onderzoek
B
blaasspoeling
C
vaststellen van urine retentie
D
chronische blaasincontinentie

Slide 18 - Quiz

Vragen?

Nee? oefenen!

Slide 19 - Diapositive