3.2 Op weg naar duurzame energiebronnen

3.2 Op weg naar een duurzame energiebronnen
Boek blz. 50/51
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.2 Op weg naar een duurzame energiebronnen
Boek blz. 50/51

Slide 1 - Diapositive

Na behandeling van deze paragraaf
...Je kent de belangrijkste traditionele energiebronnen en je weet dat het energieverbruik/pp en de CO2-voetafdruk jarenlang explosief toenam.

...Je begrijpt waarom traditionele energiebronnen niet duurzaam zijn en een energietransitie nodig is.

...Je kunt aan de hand van een dwarsdoorsnede beslissen of gas en olie er met conventionele winningstechnieken mogelijk is.


Slide 2 - Diapositive

Noem de 3 bekende fossiele brandstoffen (ieder antwoord los)

Slide 3 - Carte mentale

Waarom zijn fossiele brandstoffen niet duurzaam?

Slide 4 - Question ouverte

Traditionele hulpbronnen
Fossiele brandstoffen -->  uitputbare energiebronnen 

Conventionele olie en gas

'Makkelijk' te winnen
Conventioneel -> "gewoon"
"normaal"

Slide 5 - Diapositive

Conventioneel vs. Onconventioneel
Conventioneel: Voorraad van een fossiele energiebron die aantoonbaar of vermoedelijk kan worden gewonnen met de tot nu toe gebruikelijke methoden en kosten.

Onconventioneel: Voorraad van een fossiele brandstof (teerzand, leisteenolie, schaliegas) die afwijkt van:
vorm - zekerheid - economische & technische winbaarheid
kost buitengewoon veel moeite, geld én energie om te winnen. 
+ komt veel koolstofdioxide vrij bij het proces
+ veel overige vervuiling en aantasting van natuurlandschappen. 

Slide 6 - Diapositive

Welke producten kunnen er gemaakt worden van ruwe aardolie?

Slide 7 - Carte mentale

Aardolie bewerken
  • Ruwe aardolie bewerken

  • Benzine
  • Nafta (koolwaterstof)
  • Kerosine
  • Gasolie
  • Stookolie
  • Plastic




Slide 8 - Diapositive

4

Slide 9 - Vidéo

00:39
Wat is een teerzand?
A
zand met olie
B
sediment waar een oliesoort achtig materiaal doorheen gemengd is
C
zand met teer
D
bodemsoort met bitumen (waaruit olie gewonnen kan worden)

Slide 10 - Quiz

01:20
Wat voor negatieve effecten worden er allemaal genoemd?

Slide 11 - Carte mentale

02:39
Wat voor negatieve gevolgen ondervinden de native bewoners van Canada? Waarom zou de Canadeze regering hier slordiger mee omgaan?

Slide 12 - Question ouverte

03:11
Wat vind jij?
A
Zolang we olie nodig hebben zullen we ook teerzand mijnen
B
Teerzand heeft zoveel nadelen, we moeten ermee stoppen
C
Dankzij teerzand wordt er veel geld in de Canadese economie gestoken, dat is goed voor banen
D
We moeten zo snel mogelijk stoppen met fossiele brandstoffen, per direct met teerzand

Slide 13 - Quiz

Teerzanden
Oliehoudende afzettingen van zand en klei.

  • Moeilijk te winnen, dus duur proces 
  • Milieu onvriendelijk

Slide 14 - Diapositive

Teerzand afgraving

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Schaliegas
  • Gesteente met belletjes 
  • Fracking (Explosie)

  • Explosie (chemisch afval)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Schaliegas, zit vast in kleine zachte steen holtes
Water, zand en chemicaliën worden in de grond gespoten

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Hoe kun je nu het verschil tussen conventionele en onconventionele fossiele brandstoffen uitleggen?

Slide 21 - Question ouverte

conventionele reserve
50jaar? 100jaar?
niet-conventionele reserve
veel moeite, geld én energie 

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag 
Maak de opdrachten:

1 - 3 - 4 - 6

Slide 23 - Diapositive

Vraag 1
  • A5, B4, C1, D6, E2, F3.

Slide 24 - Diapositive

Vraag 3A
Welke afgebeelde menselijke activiteiten in bron 9 zorgen voor uitstoot van CO2?

  • Fossiele brandstoffen en industrie, verandering in grondgebruik (ontbossing).

Slide 25 - Diapositive

Vraag 3b
Hoeveel gigaton CO2 stoot de mens jaarlijks uit volgens bron 9? Laat je berekening zien.

  • 34,3 + 4,9 = 39,2 gigaton.

Slide 26 - Diapositive

Vraag 3C
Waarom komt deze berekening niet overeen met de jaarlijkse toename van 17,3 gigaton CO2 in de dampkring?

  • Ongeveer vijftig procent van de CO2-uitstoot wordt opgenomen door het land en de oceanen.

Slide 27 - Diapositive

Vraag 3D
Welke energiebronnen zijn in bron 9 ingetekend? Noteer de juiste letter.
A conventionele olie en gas
B duurzame energiebronnen
C niet-conventionele olie en gas D teerzand

  • A.

Slide 28 - Diapositive

Vraag 3E

I Het gebied links van de oever kent een grotere CO2-
uitstoot/pp dan het gebied rechts van de rivier.
II Het toevoegen van kernenergie in bron 9 verandert
weinig aan de al ingetekende cijfers.
A I is juist, II is onjuist.
B I is onjuist, II is juist.
C Beide zijn juist.
D Beide zijn onjuist.

  • C.

Slide 29 - Diapositive

Vraag 4
Noteer de letters van de juiste uitspraken. In bron 10:
A houden de ingespoten leisteenkorrels de scheuren in het
moedergesteente open.
B is de winning zichtbaar van conventioneel gas.
C is de winning zichtbaar van niet-conventionele olie.
D is reservoirgesteente en moedergesteente ingetekend.
E wordt het principe van ‘fracken’ uitgelegd.
F zijn op grote diepte teerzanden ingetekend.

  • B, D, E.

Slide 30 - Diapositive

Vraag 6A
Noteer de letters van de hieronder genoemde omschrijvingen waar de demonstrant in bron 8 hoogstwaarschijnlijk voor is.
A boren naar schaliegas
B duurzame energiebronnen
C energietransitie
D het Klimaatakkoord van Parijs
E verkleining van de CO2-voetafdruk F winning van olie uit teerzanden


  • B, C, D, E.

Slide 31 - Diapositive

Vraag 6B
Bedenk een kreet op een demonstratiebord of spandoek die pleit voor kernenergie.


  • Eigen antwoord. Voorbeeld van een goed antwoord: kernenergie = CO2-vrij.

Slide 32 - Diapositive

Vraag 6C
Bedenk een kreet op een demonstratiebord of spandoek tegen kernenergie.


  • Eigen antwoord. Voorbeeld van een goed antwoord: geen radioactieve straling = geen kernenergie.

Slide 33 - Diapositive

Vraag 6D
Geef naast de CO2-uitstoot nog een ander groot nadeel van de inzet van fossiele energiebronnen voor energie.

  • Gemiddeld gaat bij de opwekking en het transport
twee derde van de energie verloren voordat we die
kunnen gebruiken.

Slide 34 - Diapositive

Vraag 6E
Wat is de kern van het Klimaatakkoord van de Verenigde Naties in Parijs?

  • Bijna alle landen ter wereld zeggen toe de CO2- uitstoot te gaan beperken door in te zetten op energietransitie.

Slide 35 - Diapositive