Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Blok 5 - les 8: sterke en zwakke werkwoorden
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spelling
Basisschool
Groep 7
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
20 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat weet jij over sterke werkwoorden?
Slide 2 - Question ouverte
Welk sterk werkwoord ken jij?
Slide 3 - Question ouverte
voorbeelden sterke werkwoorden:
lopen
- ik liep - hij liep - wij liepen.
kopen
- ik kocht - hij kocht - wij kochten .
vragen
- ik vroeg - hij vroeg - wij vroegen.
worden
- ik werd - hij werd - wij werden.
Slide 4 - Diapositive
Hoe weet jij of je een zwak werkwoord met -de(n) of te(n) schrijft?
Slide 5 - Question ouverte
storten - stor
t
-
stort
te(n)
fietsen - fiet
s
-
fiets
te(n)
rennen - ren
n
-
ren
de(n)
branden - bran
d
-
brand
de(n)
Zwakke werkwoorden
Slide 6 - Diapositive
Sterke en zwakke werkwoorden
Een zwak werkwoord is te zwak om van klank te veranderen.
Een sterk werkwoord is sterk genoeg om van klank te veranderen.
Slide 7 - Diapositive
lesdoel
Ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.
Slide 8 - Diapositive
Welke werkwoorden veranderen van klank?
A
rode werkwoorden
B
zwakke werkwoorden
C
sterke werkwoorden
D
alle werkwoorden
Slide 9 - Quiz
4. Sterk of zwak?
DENKEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord
Slide 10 - Quiz
5. Sterk of zwak?
WENSEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord
Slide 11 - Quiz
6. Sterk of zwak?
ZOEKEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord
Slide 12 - Quiz
7. Sterk of zwak?
LOPEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord
Slide 13 - Quiz
8. Sterk of zwak?
PLAGEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord
Slide 14 - Quiz
9. Sterk of zwak?
LEGGEN
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 15 - Quiz
10. Sterk of zwak?
SCHENKEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord
Slide 16 - Quiz
11. Sterk of zwak?
SCHRIJVEN
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 17 - Quiz
12. Sterk of zwak?
KIJKEN
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 18 - Quiz
13. Sterk of zwak?
VERTELLEN
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 19 - Quiz
14. Sterk of zwak?
RENNEN
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 20 - Quiz
15. Sterk of zwak?
WORDEN
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 21 - Quiz
16. Sterk of Zwak?
LEREN
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 22 - Quiz
Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
Zingen
Klappen
Lopen
Reizen
Fietsen
Kijken
Lezen
Spelen
Slide 23 - Question de remorquage
In welke zin staat een sterk werkwoord?
A
Wij maken een moeilijke puzzel.
B
Wij winnen de wedstrijd.
C
Wij bouwen een huis
Slide 24 - Quiz
In welke zin staat een sterk werkwoord?
A
Wij zoeken een schat.
B
Wij tekenen een boom.
C
Wij spelen buiten.
Slide 25 - Quiz
In welke zin staat een zwak werkwoord?
A
Wij komen eraan.
B
Wij helpen de oude vrouw.
C
Wij landen op Schiphol.
Slide 26 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
SMS klas 5: sterke en zwakke werkwoorden deel 2.
Mars 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 7
Spelling persoonsvorm in de vt
Juin 2019
- Leçon avec
25 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Herhaling
Octobre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
Avril 2018
- Leçon avec
27 diapositives
par
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
9/12 werkwoordspelling 3AB
Décembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
NT2
ISK
pvvt 2
Septembre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Werkwoordspelling
Septembre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Werkwoordspelling v.t.
Décembre 2018
- Leçon avec
23 diapositives
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3