Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
1HV H1 les 14
1hv
H1 les 14
H1 ON Y VA
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
1hv
H1 les 14
H1 ON Y VA
Slide 1 - Diapositive
Objectifs de la semaine
ik kan vertellen hoe oud ik ben
ik kan vertellen of ik broers en zussen heb
ik kan het ww avoir gebruiken
Slide 2 - Diapositive
pour mardi 2 novembre
Leren: zinnen van bron G p 54 f-n en n-f
dinsdag 9/11 : repetitie H1 (zie bijlage) telt 20x
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
qu'est-ce qu'on va faire?
1. wat moet je leren voor de toets?
2. mondeling / ken je het rijtje van avoir?
3. LessonUp quiz
4. Maak ex 31e, 31f p. 50/51
Eerder klaar? Ga naar SLIM STAMPEN H
Slide 5 - Diapositive
A
Tu as quel âge?
Tu as un frère ?
B
J'ai..............ans
oui, j'ai un frère
Non, j'ai une soeur
il/elle a ............ans
je suis fils/fille unique
Slide 6 - Diapositive
Hoe vertaal je het infinitief -hebben - in het Frans?
A
parler
B
avoir
C
habiter
Slide 7 - Quiz
.............ai un frère et une soeur
A
je
B
j'
Slide 8 - Quiz
Vertaal: wij
A
nous
B
vous
Slide 9 - Quiz
les filles ont 12 ans
je vervangt het z.n.w. (les filles) door:
A
il
B
elle
C
ils
D
elles
Slide 10 - Quiz
Wat betekent: on
Slide 11 - Question ouverte
ik
jij
hij / zij / men
wij
jullie / u
zij
zij
vous
je
nous
ils
il / elle / on
tu
elles
Slide 12 - Question de remorquage
Tu ............un agenda
A
a
B
as
Slide 13 - Quiz
Nous...........des devoirs
A
avons
B
avez
Slide 14 - Quiz
(avoir) ils....................deux chiens
Slide 15 - Question ouverte
Avoir
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
ai
as
a
avons
avez
ont
Slide 16 - Question de remorquage
De persoonlijke voornaamwoorden
je / j'
= ik
tu
= jij
il
= hij
elle
= zij
o
n
= men (wij in de spreektaal)
nous
= wij
vous
= u of jullie
ils
= zij /
elles
= zij
Slide 17 - Diapositive
le verbe avoir = hebben
j'
ai
ik heb
tu
as
jij hebt
il, elle, on
a
hij/zij/men heeft
nous
avons
wij hebben
vous
avez
jullie hebben/ u heeft
ils/elles
ont
zij hebben
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Objectifs
Qu'est-ce que tu as appris aujourd'hui?
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 20 - Diapositive
Au revoir! A demain!
Slide 21 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
1HV H1 les 15
Novembre 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1HV H1 les 16
Novembre 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
2v - H1 - intro hoofdstuk les 2
Juillet 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1hv6 - vr061023
Juillet 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Vervoegingen
Décembre 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
week 40, 3vwo, les1 (Oefentoets, Partie H ww)
Octobre 2022
- Leçon avec
35 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
Le verbe avoir répétition
Novembre 2021
- Leçon avec
24 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H1 - Avoir & Etre
Novembre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1