Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Le lundi 18 janvier -toetsweek
Bonjour tout le monde
1 / 39
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
39 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Bonjour tout le monde
Slide 1 - Diapositive
Buts d'aujourd'hui
Ik kan mijn kennis over het lidwoord in het Frans toepassen in een quiz.
Ik kan de bezittelijke voornaamwoorden toepassen in een zin
Ik kan de bijv. naamwoorden op een juiste manier toepassen
Ik kan een zin ontkennend maken
Ik ken de woordjes van sections F t/m J
Slide 2 - Diapositive
Een quiz voor de toetsweek
Log in met de
code
via Lessonup.com (zie afbeelding).
Je eigen naam invullen.
Bonne chance!
Slide 3 - Diapositive
Les articles
Slide 4 - Diapositive
Welk voorbeeld is juist?
A
la fenêtre
B
le madame
C
des table
D
un fille
Slide 5 - Quiz
Het woordje les... (meerdere mogelijkheden)
A
is meervoud
B
is enkelvoud
C
heeft geen vertaling in het Nederlands
D
slaat terug op een zelfstandig naamwoord
Slide 6 - Quiz
Maak een zinnetje met de volgende woorden:
madame & robe
timer
1:00
Slide 7 - Question ouverte
Welk voorbeeld is juist?
A
la chien
B
une crayon
C
un stylo
D
la bureau
Slide 8 - Quiz
Section I:
Quand j'ai un ____?____ je dis: au secours!!
A
problème
B
poubelle
C
test
D
froid
Slide 9 - Quiz
Le plancher
L'année
La date
La maison
La couleur
Le dessin
Le sac
Le livre
Slide 10 - Question de remorquage
Welke twee betekenissen hebben de woorden Le, la, l' en les in het NL?
A
een
B
het
C
de
D
hij
Slide 11 - Quiz
Het woordje 'eau' .... (meerdere mogelijkheden)
A
is mannelijk
B
is vrouwelijk
C
begint met een klinker
D
begint met een stomme h
Slide 12 - Quiz
Vrai ou faux?
Un en une betekenen in het NL ''een''
A
Vrai
B
Faux
Slide 13 - Quiz
Les adjectifs qualificatifs
Slide 14 - Diapositive
Welke letter of letters komen er bij de standaard vorm van een bijvoeglijk naamwoord achter, wanneer het zelfstandig naamwoord vrouwelijk meervoud is?
A
s
B
ses
C
e
D
es
Slide 15 - Quiz
Maak een zinnetje met de volgende woorden:
fille + méchant
timer
1:00
Slide 16 - Question ouverte
Est-ce que le garçon est grand ou grande?
A
le garçon est grand
B
le garçon est grande
Slide 17 - Quiz
Le cochon est petit.
Le cochon est petite.
La maison est bleu.
La maison est bleue.
Milou et son amie sont très fous.
Milou et son amie sont très folles.
Slide 18 - Question de remorquage
Les adjectifs possessifs
Slide 19 - Diapositive
Welke drie vormen van het bezittelijk vnw. gebruik ik in het meervoud?
A
mon, tes, sa
B
mon, ton, son
C
mes, tes, ses
D
ma, ta, sa
Slide 20 - Quiz
Maak een zin met de volgende woorden en gebruik het bez. vnw. :
trousse & noir
timer
1:00
Slide 21 - Question ouverte
Vrai ou faux?
Maison is een vrouwelijk woord. Een goede zin is dus: Mon maison est grand.
A
Vrai
B
Faux
Slide 22 - Quiz
"Oui, c'est une belle chambre.
C'est __?__ chambre, Pauline?"
A
ma
B
son
C
tes
D
ta
Slide 23 - Quiz
Wanneer vrouwelijke zelfstandige naamwoorden beginnen met een klinker of een stomme h, gebruik je in het Frans....
A
de vrouwelijke vorm(en) van het bez. vnw.
B
de mannelijke vorm(en) van het bez. vnw.
C
het meervoud van het bez. vnw.
D
de speciale vorm van het bez. vnw.
Slide 24 - Quiz
"Le petit cochon porte un T-shirt.
C'est __?__ T-shirt."
A
mon
B
ta
C
son
D
sa
Slide 25 - Quiz
Vrai ou Faux?
Er is sprake van een klinkerbotsing bij de zin:
''Ma amie est contente.''
A
Vrai
B
Faux
Slide 26 - Quiz
La négation
Slide 27 - Diapositive
Met welk(e) woord(en) maak je in het Frans een ontkenning?
Slide 28 - Question ouverte
Waar zet je ne ... pas omheen?
A
om de persoonsvorm heen
B
om het onderwerp van de zin
C
dat maakt niet uit
D
aan het eind van de zin
Slide 29 - Quiz
Noem een voorbeeld van een persoonsvorm in het Frans.
timer
1:00
Slide 30 - Question ouverte
Welke zin is juist als je de volgende zin ontkennend maakt? :
Nancy habite à Québec.
A
Nancy ne habite à Québec.
B
Nancy habite pas à Québec.
C
Nancy ne habite pas à Québec.
D
Nancy n'habite pas à Québec.
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Question de remorquage
Maak een Frans zinnetje met daarin de ontkenning.
timer
1:00
Slide 33 - Question ouverte
Welke zin is juist als je de volgende zin ontkennend maakt? :
"Petit cochon, je veux entrer!"
A
Petit cochon, je veux n'entrer pas!
B
Petit cochon, je ne veux pas entrer!
C
"Petit cochon, je n'veux pas entrer!"
D
Petit cochon, je ne veux entrer pas!
Slide 34 - Quiz
Les sections F-J
Slide 35 - Diapositive
Section F:
Elle lit __?___
A
les deux
B
un livre
C
une feuille de papier
D
la bouche
Slide 36 - Quiz
Section G:
La fille a une ____?____
A
frère
B
soeur
C
chien
D
chat
Slide 37 - Quiz
Section H: Maak één zin met de woorden op pagina 49 t/m 53.
timer
2:00
Slide 38 - Question ouverte
Ik ben goed voorbereid op de toets
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 39 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
Oefentoets
Décembre 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Week 16 - Les 2
Décembre 2021
- Leçon avec
36 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Week 16 - Les 2
Janvier 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
A1/H1 10 maart 2021
Mars 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Feuilles d'activité 5A
Mars 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
TPC - Section G
Janvier 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
HGL / 12-03
Mars 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Section FG TPC
Décembre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3