Film en theater

Film en Theater
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Film en Theater

Slide 1 - Diapositive

Film en theater - Wat weten jullie al over film en theater?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Het theater, zoek een plaats en ga zitten met je groepje.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Wat betekent de hoofdrol?
A
Een personage met een groot hoofd
B
De belangrijkste koprol in een film of toneelstuk
C
De belangrijkste rol in een film of toneelstuk
D
Iemand die meespeelt, maar zijn mond moet houden

Slide 6 - Quiz

De Hoofdrol is de belangrijkste rol in een film of toneelstuk

Slide 7 - Diapositive

Wat is een Spion?
A
Een speelvoorwerp bij een spelletje
B
De naam van een film
C
Iemand die ergens heel goed in is
D
Iemand die stiekem alles probeert te weten te komen

Slide 8 - Quiz

Een spion is iemand die stiekem probeert alles te weten te komen

Slide 9 - Diapositive

Wat betekent aandachtig?
A
Iets zeggen zonder erbij na te denken
B
Dat je goed oplet
C
Ergens heel goed in zijn
D
Dat je ergens aan moet denken

Slide 10 - Quiz

Aandachtig betekent dat je goed oplet en luistert.

Slide 11 - Diapositive

Wat is een figurant?
A
Een figuur die rond is
B
Iemand die ergens heel erg goed in is
C
Iemand die meespeelt in een film maar niets hoeft te zeggen
D
De belangrijkste rol in een fil of toneelstuk

Slide 12 - Quiz

Een figurant is iemand die meespeelt in een film of toneelstuk, maar niets hoeft te zeggen.

Slide 13 - Diapositive

Wat betekent grijnzen?
A
Als iemands haar grijs wordt
B
Iets zeggen zonder erbij na te denken
C
Een film in zwart wit, zonder kleuren
D
Je gezicht in een lach trekken

Slide 14 - Quiz

Grijnzen is als je je gezicht in een lach trekt.

Slide 15 - Diapositive

Wat is een verfilming?
A
Als er een film van een boek wordt gemaakt
B
Als je naar de film gaat
C
Als een film van ver wordt gemaakt
D
Als iets in de film wordt geverfd

Slide 16 - Quiz

Een verfilming is als er een film van een boek gemaakt wordt

Slide 17 - Diapositive

Wat is een bijrol?
A
Dat is de belangrijkste rol in een film
B
Dat is iemand in een film die een bij speelt
C
Dat is een minder belangrijke rol in een film
D
Dat is een rol snoep die je bij je hebt

Slide 18 - Quiz

Een bijrol is een minder belangrijke rol in een film of toneelstuk.

Slide 19 - Diapositive

Wat is een liefhebber?
A
Iemand die heel lief is.
B
Iemand die een liefje heeft
C
Iemand die hebberig is
D
Iemand die ergens van houdt, bijvoorbeeld film

Slide 20 - Quiz

Een liefhebber is iemand die ergens van houdt, bijvoorbeeld lezen, film of lekker eten.

Slide 21 - Diapositive

Lees de tekst nog eens goed door!
Daar kom je de themawoorden tegen uit de les.

Slide 22 - Diapositive

Kijk nu nog eens goed naar de themawoorden, welke vind jij nog lastig?

Slide 23 - Diapositive

In dit filmpje leer je over het theater

Slide 24 - Diapositive

Wat vonden jullie van deze les in Lessonup?
A
Ik vond het niet zo leuk, ik kende alle woorden niet
B
Ik vond het wel een beetje leuk
C
Ik vond het wel leuk om te doen
D
Ik vond het heel leuk en ik hoop dat we het nog eens doen

Slide 25 - Quiz

Maar waarom vond je deze Lessonup les leuk, of juist niet leuk?
Geef je antwoord hieronder.

Slide 26 - Question ouverte

De les is afgelopen, als je al klaar bent, dan heb je de tekst niet helemaal gelezen, ga dat dan maar snel doen, ja jij ja!!

Slide 27 - Diapositive