H1 + H2 Lezen - oefenen voor de toets

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

H1 + H2 Lezen

Hoe leer je?

Herhaling voor de toets 

Wat zijn leesstrategieën?

1. dat waar de tekst over gaat
2. de opbouw van een tekst
3. de verschillende soorten teksten die er bestaan
4. de verschillende manieren van lezen

Verkennend lezen en nauwkeurig lezen 

Je bekijkt een tekst om een eerste indruk te krijgen.

Verkennend lezen

Nauwkeurig lezen

Je wilt de tekst begrijpen en precies weten wat erin staat.

Verkennend lezen

Nauwkeurig lezen

Welke manier van lezen gebruik je?

Je leest een tekst uit een leerboek waarover je vragen moet beantwoorden

Je leest in een handleiding hoe je een kast in elkaar moet zetten

Je bladert door een tijdschrift en kijkt welk artikel interessant genoeg is om helemaal te lezen

Je leest op internet een artikel dat je interesseert

Verkennend lezen 

Nauwkeurig lezen

Wat wordt er bedoeld met de bron van een tekst?

1. wie de tekst geschreven heeft
2. waar de tekst vandaan komt
3. een krant
4. een internetsite

Hoe wordt een titel ook wel genoemd?

1. onderwerp
2. tussenkop(je)
3. kop
4. aanwijzing

Hoe herken je een alinea?

Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?

Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Onderwerp of deelonderwerp?

Het ... van een tekst beschrijft waar de tekst over gaat. Je kunt het in een paar woorden formuleren.

1. onderwerp
2. deelonderwerp

Een ... is een tekstgedeelte dat een deel van het onderwerp behandelt. Het kan uit één alinea bestaan, maar ook uit meer alinea's.

1. onderwerp
2. deelonderwerp

Feiten en meningen 

Iets wat werkelijk zo is of wat echt is gebeurd. 

Je kunt het controleren. 

Wat een persoon van iets vindt. 

Feit 

Mening

13 x 13 = 169

1. Feit
2. Mening

Coca Cola is de beste cola.

1. Feit
2. Mening

Spaghetti is lekker.

1. Feit
2. Mening

Mensen hebben rood bloed.

1. Feit
2. Mening

Tekstverband(en) en signaalwoorden

opsommend verband 

Wat wordt er bedoeld met een 'tekstverband'?

1. het verband tussen de titel, de tussenkopjes en het slot
2. het verband tussen alinea's
3. het verband tussen woorden, zinnen en alinea's
4. het verband tussen twee of meer teksten

Wat is een signaalwoord?

1. een woord dat het tekstverband aangeeft tussen twee tekstdelen
2. een woord dat een bepaald signaal afgeeft
3. een woord dat een opsomming weergeeft
4. een woord dat aan het einde van een zin staat

Een opsommend tekstverband noemt twee of meer tekstgedeelten in volgorde   

Hoeveel signaalwoorden ken jij? Kun je ook voorbeelden noemen?

Welke signaalwoorden horen bij een opsommend tekstverband? Geef ook een voorbeeldzin.

Tekstdoel

informeren, overtuigen, amuseren/vermaken, activeren

Tijd over?

Verder leren

Lezen

Test jezelf Lezen