4V - les 1 - periode 4
1 / 16
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Heb je iets leuks gedaan in de vakantie?
Slide 3 - Question ouverte
Welke 5 boeken uit de lijst spreken jou het meeste aan?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Lien
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Een rotte aardappel ..... (bederven, tt) ze allemaal.
A
bedervt
B
bederft
C
bedervd
D
bedervt
Slide 9 - Quiz
De scheidsrechter ..... (leiden, tt) de wedstrijd.
A
leit
B
leid
C
leidt
D
leitd
Slide 10 - Quiz
Roos ..... (racen, tt) na school zo snel mogelijk naar huis.
A
ract
B
racd
C
racet
D
raced
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
De wekker ..... (rinkelen, vt) de hele ochtend.
A
rinkelte
B
rinkelde
C
rinkelten
D
rinkelden
Slide 13 - Quiz
De agent ..... (laden, vt) zijn geweer.
A
laadte
B
laadde
C
laadten
D
laadden
Slide 14 - Quiz
De barman ..... (tappen, vt) zijn laatste biertje.
A
tapte
B
tapde
C
tapten
D
tapden
