Les 3: 8.2 + 8.3 pr. simple & cont + bijwoorden/ bijv. nw

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1,2

Grammar

Boek 2/3

8.2 + 8.3 pr. simple & cont + bijwoorden/ bijv. nw

Doel: Je kunt de present simple, present continuous en bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden correct hanteren

01:09

Wanneer gebruik je de present simple? Wanneer de present continuous?

02:35

Hoe maak je de present simple? Hoe maak je de present continuous?

Kayla can't come to the phone, as she (to try on) outfits for the party.

Jamie (often - to fall) asleep on the bus home from work.

They (to test) the new products as we speak.

Miriam (sometimes - to help out) her uncle in his shop on Saturdays.

01:40

Wanneer gebruik je een bijvoeglijk naamwoord? Wanneer een bijwoord?

02:54

Waar veranderen deze uitgangen in?
-le -y -ic

04:35

Na welke woorden krijg je nooit een bijwoord? Waarom?

I had a (vreselijk) day at work yesterday.

When I was printing an (extreem) (belangrijk) document, I managed to jam up the printer.

I could (nauwelijks) wait to get home.

Maak hier een adverb (bijwoord) van: pleasant - bad - good - near - strange - safe

Opdrachten

Boek 2/3 

8.2 + 8.3 pr. simple & cont + bijwoorden/ bijv. nw

8.2: ex. 3 + Grammar 23

8.3: Ex. 3 + Grammar 33

Extra verdieping:

8.2: extra grammar 23

8.3: extra grammar 33