HS4.5 veerconstante

Vorige les
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vorige les

Slide 1 - Diapositive

Krachten komen altijd in paren voor
Zonder een tegenkracht kom je niet vooruit.
Auto met de wegdek.
Vliegtuig met lucht.
Zwemmer met water.
Rennen met grond.

Slide 2 - Diapositive

Normaalkracht 
De kracht die loodrecht op het raakvlak met een voorwerp werkt.
(Fn)
Normaalkracht

Slide 3 - Diapositive

Zwaartekracht berekenen
Berekenen van zwaartekracht.


Fz = de zwaartekracht (in N) 
m = de massa (in kg)
g = (9,8 N/kg)



Fz=mg

Slide 4 - Diapositive

Veerconstante

Slide 5 - Diapositive

Voorkennis
Is je al eens iets bijzonders opgevallen toen je aan een veer of elastiek trok ?

Slide 6 - Diapositive

Normaalkracht
De normaalkracht is de kracht van de ondergrond op het voorwerp.
Bij evenwicht is de zwaartekracht gelijk aan de normaalkracht. 


FZ=FN

Slide 7 - Diapositive

De zwaartekracht is even groot als de veerkracht.

De krachten heffen elkaar op omdat ze tegenwerken en even groot zijn.
De tas hangt dus stil. De 2 krachten zijn in evenwicht.
Evenwicht

Slide 8 - Diapositive

Verschillende krachtmeters. 
Hoe stugger de veer, des te groter de kracht die je kan meten is.

Slide 9 - Diapositive

Kracht en uitrekking 
Het verband tussen de kracht en
uitrekking bij een veer is 
rechtevenredig.

D.w.z; 2x keer meer kracht,
dan ook 2 x meer uitrekking.

Slide 10 - Diapositive

Grafiek
Je krijgt een rechte lijn door de
oorsprong. 
Deze lijn zegt iets 
over de stugheid van de veer.

Een veer met C = 200 N/cm is 
bijvoorbeeld veel stugger dan een 
veer met C = 2 N/cm

Slide 11 - Diapositive

Veerconstante formule
C=uF
C = veerconstante 
        (N/cm of N/m)

F = kracht (N)

u = uitrekking veer 
          (cm of m) 
Let op!
- Massa omrekenen naar Fz
- Niet lengte veer gebruiken.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld
Een veer is 23,5 cm lang als er niets aanhangt, en 33,1 cm als er een gewichtje van 350 gram aanhangt.

Bereken met deze gegevens de veerconstante van de veer.   

Slide 14 - Diapositive

Gegevens     u = 33.1-23,5 = 9,6 cm
                      m = 350 g = 0,35 kg

Gevraagd      C = ?

Uitwerking   F = mg = 0,35 x 9,8 = 3,43 N


C=uF
=9,63,43
= 0,36 N/cm

Slide 15 - Diapositive

Voorbeeld 
De nulstand van een veer is 15 cm. Als de veerconstante 42 N/m is en de kracht op de veer 6N is, wat wordt dan de lengte van de veer ?

Slide 16 - Diapositive

Gegevens   u nulstand = 15 cm
                     C = 42 N/m
                     F = 6N
Gevraagd   lengte van veer (u)
Uitwerking   
u=CF
=426
= 0,14m = 14 cm
dus u = 15 + 14 = 29cm

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo