2.2 Meer dan één kracht

Krachten meten
Lesdoelen:
Uitleggen wat er bij evenwicht aan de hand is met de grootte en richting van de krachten.
Het verband tussen krahcht en uitrekking bij een veer uitleggen.
Rekenen met de formule van de veerconstante.
Krachten in een tekening samenstellen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Krachten meten
Lesdoelen:
Uitleggen wat er bij evenwicht aan de hand is met de grootte en richting van de krachten.
Het verband tussen krahcht en uitrekking bij een veer uitleggen.
Rekenen met de formule van de veerconstante.
Krachten in een tekening samenstellen

Slide 1 - Diapositive

Voorkennis
Is je al eens iets bijzonders opgevallen toen je aan een veer of elastiek trok ?

Slide 2 - Diapositive

De zwaartekracht is even groot als de veerkracht.

De krachten heffen elkaar op omdat ze tegenwerken en even groot zijn.

 De tas hangt dus stil.

Slide 3 - Diapositive

Normaalkracht
De normaalkracht is de kracht van de ondergrond op het voorwerp.  

Bi                                                     Bij evenwicht is de zwaartekracht gelijk                     aan de normaalkracht. 


FZ=FN

Slide 4 - Diapositive

Verschillende krachtmeters

Slide 5 - Diapositive

Kracht en uitrekking 
Het verband tussen de kracht en
uitrekking bij een veer is 
rechtevenredig.
 D.w.z; 2x keer meer kracht,
dan ook 2 x meer
 uitrekking.

Slide 6 - Diapositive

Grafiek
Je krijgt een rechte lijn door de
 oorsprong. Deze lijn zegt iets 
over de stugheid van de veer.

Slide 7 - Diapositive

Veerconstante formule
C=uF
C = veerconstante 
          (N/m)

F = kracht 
            (N)

u = uitrekafstand 
       (m )

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

De resultante bepalen
De resultante is de optelsom van alle krachten, ookwel nettokracht of somkracht genoemd.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Extra; krachten onder een hoek

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Belang lesdoel
Je krijgt een practicum over de veerconstante.
Berekeningen met C=F/u leveren veel punten op.
Je begrijpt waarom dingen wel of niet bewegen.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Noteer de formule voor de veerconstante met de 
betekenis en eenheden.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Maak de tabel af t/m 4 gewichtjes en teken de grafiek in je schrift.

Slide 20 - Diapositive

Voorbeeld
Een veer is 23,5 cm lang als er niets aanhangt, en 33,1 cm als er een gewichtje van 350 gram aanhangt.
Bereken met deze gegevens de veerconstante van de veer.   

Slide 21 - Diapositive

Gegevens     u = 33.1-23,5 = 9,6 cm
                      m = 350 g = 0,35 kg

Gevraagd      C = ?

Uitwerking   F = mg = 0,35 x 9,8 = 3,43 N


C=uF
=9,63,43
= 0,36 N/cm

Slide 22 - Diapositive

Voorbeeld 
De nulstand van een veer is 15 cm. Als de veerconstante 42 N/m is en de kracht op de veer 6N is, wat wordt dan de lengte van de veer ?

Slide 23 - Diapositive

Gegevens   u nulstand = 15 cm
                     C = 42 N/m
                     F = 6N
Gevraagd   lengte van veer (u)
Uitwerking   
u=CF
=426
= 0,14m = 14 cm
dus u = 15 + 14 = 29cm

Slide 24 - Diapositive

Krachten samenstellen

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo