Medicatie

Medicatie
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Medicatie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn medicijnen?

Slide 2 - Carte mentale

Medicijnen noem je ook wel geneesmiddelen of medicamenten. In een medicijn zit een werkzame, chemische stof. Deze stof wordt altijd heel precies beschreven, zodat een apotheker of chemicus het medicijn kan maken. Als een apotheker een medicijn zelf maakt, is het vaak goedkoper dan een medicijn van een bekend merk. Veel ziektekostenverzekeringen vergoeden dan ook alleen het medicijn met de laagste prijs, oftewel het goedkopere ‘eigen merk’ van de apotheek, dat precies dezelfde werking heeft als het duurdere medicijn. Zo’n eigen merk noem je een locopreparaat.

Medicijnen hebben vaak drie soorten namen:
Chemische naam of soortnaam: de chemische naam verwijst naar de groep medicijnen waartoe dit medicijn behoort op basis van de chemische samenstelling. Een voorbeeld van een dergelijke naam is de groep benzodiazepine.
Stofnaam of generieke naam: de stofnaam verwijst naar het werkzame bestanddeel van het middel. Stofnamen van medicijnen uit dezelfde groep lijken vaak op elkaar. Zo eindigen medicijnen uit de groep benzodiazepines meestal op ‘pam’, bijvoorbeeld oxazepam of diazepam.
Merknaam of handelsnaam: de merknaam is de beschermde naam van de producent. Een merknaam begint met een hoofdletter en wordt gevolgd door het teken ®. Het teken ® betekent dat het een merknaam is die in Nederland is geregistreerd. Voor diazepam is dit bijvoorbeeld: Valium® of Stesolid®.
Je hebt vast weleens medicatie gebruikt. Beantwoord de volgende vragen:
Was de medicatie op voorschrift of heb je deze zonder recept gekocht?
Heb je de bijsluiter van de medicijnen gelezen? Leg uit waarom wel of niet.
Heb je toen last gehad van bijwerkingen van het medicijn?
Kun je een voorbeeld geven van vervelende bijwerkingen van medicijnen, bijvoorbeeld van iemand uit je familie?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Voorschrijven van medicatie
  2. Ter hand stellen
  3. Opslag en beheer van medicijnen
  4. Klaarmaken
  5. Toedienen en registreren
  6. Evaluatie

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Veelvoorkomende oorzaken van medicatiefouten?

Slide 6 - Question ouverte

https://www.zorgvoorbeter.nl/medicatieveiligheid/materialen
Zo maar wat missers!
  • Een verzorgende vraagt aan de familie die op bezoek is of zij de
medicijnen aan de cliënt willen geven. Zij controleert niet of dit ook
daadwerkelijk gebeurt. Een collega vindt tijdens de volgende dienst de
medicijnen nog naast het bed.
  • De dagdienst rapporteert niet dat bij een cliënt vandaag een kies is
getrokken. Die krijgt bloedverdunnende medicatie en daardoor ernstig
bloedverlies.
  •   Een verzorgende doet alle medicatie van één cliënt bij elkaar en ver-
 maalt ze tegelijk, maar de medicijnen hebben een negatief effect op
elkaar.
  • Een verzorgende geeft capsules die zijn bedoeld om mee te vernevelen
aan de cliënt om met een glas water in te nemen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Lien

Dubbele controle
bij opiaten?

Slide 9 - Lien

hulpmiddelen medicatie

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een GDS?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Lien

GDS

Slide 13 - Lien

signaal kaart medicatie
Opzoeken van een medicijn.
Medicijnen hebben meestal drie soorten namen. Dit zijn de chemische naam (soortnaam), de generieke naam (stofnaam) en de handelsnaam (merknaam).
Seresta® is een medicijn dat vaak voorkomt, met name in de ouderenzorg. Om meer informatie over dit medicijn op te zoeken kun je het Farmacotherapeutisch Kompas gebruiken.
Wat is de generieke naam van Seresta®?
Onder welke chemische naamgroep valt Seresta®?
Zoek in het Farmacotherapeutisch Kompas op wat de interacties zijn met Seresta®. Noteer deze interacties.


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

De bijsluiter

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat beteken de pictogrammen?

Slide 17 - Diapositive

U mag autorijden als u dit medicijn gebruikt.
Let op! Niet gebruiken als u zwanger bent.
Dit medicijn is slecht voor de baby in uw buik
Wees voorzichtig met alcohol drinken.
U kunt erg duizelig worden als u dit medicijn
gebruikt en alcohol drinkt
Mevrouw Damsma heeft een blaasontsteking. Ze heeft van de huisarts een antibioticakuur voorgeschreven. Ze moet deze drie keer per dag per os (via de mond) innemen. Na twee dagen merkt mevrouw Damsma dat ze een rode plekjes op haar arm krijgt.

Waar heeft mevrouw Damsma last van?
A
Gewenning
B
Verslaving
C
Bijwerkingen
D
Placebo-effect

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Indicatie en werking van medicijnen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn bijwerkingen?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Toedieningswegen
Enteraal 
parenteraal
Lokaal

Slide 22 - Diapositive

enteraal, dat wil zeggen via het maag-darmkanaal
parenteraal, dat wil zeggen via een andere weg.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. analgetica
  2. antibiotica
  3. anticoagulantia
  4. antidiabetica
  5. ant-epileptica
  6. corticosteroiden
  7. cytostatica
  8. diuretica
  9. hormonen
  10. laxantia
  11. maagmiddelen
  12. antihypertensiva
  1. middelen tegen diarree
  2. medicijnen tegen overgevoeligheidsreacties
  3. middelen om bloedarmoede te behandelen
  4. inhalatiemedicatie
  5. anti-aritmica
  6. parkinsonmiddelen
  7. psychofarmaca
  8. slaapmiddelen
Zoek met hulp van het FK de uitleg en vertaling van de bovenstaande groepen.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekst
Toedieningswijze
Tablet
Poeder
Dragee
Zalf
Capsules
Pleister
Drank
Zetpil
inhalatie

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Lien

transdermale pleister aanbrengen
Mag je alle medicatie vermalen bij zorgvragers met slikproblemen?

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je als zorgvragers medicijnen weigeren?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions