3.4 les 1 (2022)

Imperium Romanum
3.4 Koningstijd, republiek, keizertijd
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Imperium Romanum
3.4 Koningstijd, republiek, keizertijd

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 3.4
  1. Ik weet wat een republiek is en kan voorbeelden noemen.
  2. Ik kan de Romeinse Republiek schematisch samenvatten aan de hand van enkele kernbegrippen.


Slide 2 - Diapositive

De Romeinse Republiek (1)
  • In 509 v. Chr. wordt de monarchie in Rome afgeschaft.

  • Rome wordt vanaf nu een republiek (afgeleid uit het Latijnse woord res publica, dat betekent 'zaak van het volk').

  • In een republiek worden de belangrijkste leiders gekozen. Het leiderschap is dus niet erfelijk.

Slide 3 - Diapositive

Leg de naam res publica uit.
Waarom is een republiek een zaak van het volk?

Slide 4 - Question ouverte

Welk van onderstaande landen is nu nog een republiek? Meerdere antwoorden zijn mogelijk!
A
De Verenigde Staten
B
Frankrijk
C
Nederland
D
België

Slide 5 - Quiz

De Romeinse Republiek (2)
  • De republiek werd bestuurd door de senaat ('raad van ouderen'). Die bestond uit rijke Romeinen met een (ex-)bestuursfunctie.

  • De volksvergadering koos elk jaar 2 leiders: de consuls.

  • Zij voerden de besluiten van de senaat uit.

Slide 6 - Diapositive

Senatus Populusque Romanus

Slide 7 - Diapositive

Waarom werden er twee consuls gekozen en niet één?

Slide 8 - Question ouverte

Consul
Een consul had de taak van...
  1. Opperbevelhebber van het leger.
  2. Voorzitter van de senaat.

  • De consuls werden gekozen door het volk en kwamen uit de rijkste families (patriciërs).

  • Consul was je voor één jaar!

Slide 9 - Diapositive

Patriciërs en plebejers (1)
  • Patriciërs (afgeleid van patre, dat 'vader' betekent) waren de rijkste families uit Rome en zaten vaak in de senaat of werden consul.

  • Plebejers (de plebs) waren het gewone volk. Zij mochten stemmen in een volksvergadering.

Slide 10 - Diapositive

Patriciërs en plebejers (2)
Vanaf 287 v. Chr. kregen de plebejers evenveel rechten als de patriciërs door stakingen:
  1. Minimaal 1 consul moest nu plebejer zijn!
  2. Er werden 10 volkstribunen gekozen door de plebejers (een volkstribuun was een beschermer van het gewone volk).

Slide 11 - Diapositive

Opdracht
Vul in het schema de volgende begrippen in:
  • Patriciërs
  • Plebejers
  • Volksvergadering
  • Senaat
  • 2 consuls
  • 10 volkstribunen

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Lesdoelen
  1. Ik weet wat een republiek is en kan voorbeelden noemen.
  2. Ik kan de Romeinse Republiek schematisch samenvatten a.d.h.v. enkele kernbegrippen.


Slide 14 - Diapositive

Aan de slag
Maken 3.4 opdracht 1 t/m 5.
Zelfstandig.
Zachtjes fluisteren.
Vragen? Steek je hand op. Dan kom ik je helpen.

Slide 15 - Diapositive