4.1 Bewegen stap 1: beenverbindingen

Bewegen

Open alvast je digiboek en ga met je telefoon naar de
LESSONUP.APP
zodat je er helemaal klaar voor bent.


1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bewegen

Open alvast je digiboek en ga met je telefoon naar de
LESSONUP.APP
zodat je er helemaal klaar voor bent.


Slide 1 - Diapositive


Je lichaam doet de hele dag niks anders dan bewegen:
lopen, zitten, schrijven of typen, staan, fietsen, rennen en ga zo maar door.

Bekijk de volgende filmpjes. Hoe bewegen deze sporters? Wat valt je op?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Wat valt je op?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe komt het dat je kunt bewegen? Hoe werkt jouw bewegingsapparaat?

Onder je huid zit een ingewikkeld bewegingsapparaat dat bestaat uit botten, gewrichten, spieren, pezen en zenuwen.
Daarover ga je in deze opdracht meer te weten komen....

Slide 6 - Diapositive

Na deze opdracht kun je:
  • twee manieren beschrijven waarop botten met elkaar verbonden zijn.
  • de twee onderdelen van een gewricht en de functies ervan benoemen.
  • het kogel-, rol- en scharniergewricht van elkaar onderscheiden.

Slide 7 - Diapositive

en
  • aangeven wat de werking van spieren en gewrichten is.
  • omschrijven wat willekeurige en onwillekeurige spieren zijn.
  • omschrijven wat dwarsgestreepte en gladde (langgerekte) spieren zijn.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Bestudeer uit de Kennisbank Biologie het onderdeel:










Bekijk de volgende filmpjes op de site van SchoolTV.

Slide 11 - Diapositive


A
vergroeid
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
verbinding door gewricht

Slide 12 - Quiz

Beenverbindingen
Naadverbindingen:
De schedel is een dichte doos. De botten zitten met naden aan elkaar vast. Een naadverbinding is stevig.

Slide 13 - Diapositive


A
vergroeid
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
verbinding door gewricht

Slide 14 - Quiz

Beenverbindingen
Verbindingen door gewrichten: De botverbindingen die bewegingen mogelijk maken, zijn verbindingen met gewrichten.

Slide 15 - Diapositive


A
vergroeid
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
verbinding door gewricht

Slide 16 - Quiz

Beenverbindingen
Vergroeide botten: Onderaan de rug, aan het uiteinde van de wervelkolom, zit het heiligbeen. Het heiligbeen bestaat uit vergroeide botten.

Slide 17 - Diapositive


A
vergroeid
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
verbinding door gewricht

Slide 18 - Quiz

Beenverbindingen
Kraakbeenverbindingen: Tussen de wervels zitten kraakbeen-schijven. Hierdoor is de rug geen starre pijp, maar kan hij soepel bewegen.

Slide 19 - Diapositive

GEWRICHTEN
Een gewricht bestaat uit twee losse botten. Een deel is de gewrichtskom, het andere de gewrichtskogel. Beide onderdelen zijn bedekt door een laagje kraakbeen. Dat kraakbeenlaagje beschermt de botten tegen slijtage en zorgt ervoor dat de botten soepel kunnen bewegen.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

verschillende typen gewrichten:


  • kogelgewricht
  • scharniergewricht
  • rolgewricht

Slide 22 - Diapositive

kogelgewricht
Je kunt met dat gewricht alle kanten opdraaien.

Slide 23 - Diapositive

scharnier-gewricht

bewegingen in één kant. Bijvoorbeeld vingerkootjes.
buigen en strekken.

Slide 24 - Diapositive

rolgewricht
Rolgewrichten zitten in de onderarmen. Ze laten het spaakbeen en de ellepijp om elkaar heen draaien. Hierdoor kunnen de handen draaien.

Slide 25 - Diapositive

Gewrichtskapsel
Gewrichtsknobbel
Gewrichtsband
Kraakbeen
Gewrichtskom
Gewrichtssmeer

Slide 26 - Question de remorquage

vergroeiing
naadverbinding
gewrichten
 Scharniergewricht

Slide 27 - Question de remorquage

Naadverbinding
Vergroeid
Gewricht
Kraakbeen
Veel beweging
Geen beweging
Beetje beweging
Geen beweging

Slide 28 - Question de remorquage

Opdracht


Ga naar je digiboek en maak de volgende sleepoefening. Maak hiervan een afdruk en plak deze op de volgende bladzijde.

Slide 29 - Diapositive