4.4 spieren

4.3 Stevigheid en beweging
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.3 Stevigheid en beweging

Slide 1 - Diapositive

Basisstoffen overzicht:
4.1 skelet
4.2 botten
4.3 beenverbindingen
4.4 spieren
4.5 gezond bewegen

Slide 2 - Diapositive

Programma:

  • Leerdoelen 4.3 het skelet
  • Uitleg 4.3 het skelet
  • Aan de slag!
  • Afronding.

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel:
 Je kunt de werking van spieren beschrijven.

Slide 4 - Diapositive

Hoe noemen we het orgaanstelsel wat uit spieren bestaat?

Slide 5 - Question ouverte

Spieren
Aan je botten zitten spieren.

Spieren en gewrichten heb je nodig om bewegingen te kunnen maken. 

Slide 6 - Diapositive

Spierstelsel
Alle spieren in je lichaam samen, noemen we het spierstelsel. 
Spieren werken samen om te kunnen bewegen. 

Slide 7 - Diapositive

Pezen
Elke spier zit vast aan het bot met pezen. 

Slide 8 - Diapositive

Een spier die aangespannen is, wordt korter en dikker. 


Slide 9 - Diapositive

Een spier die ontspannen is, is langer en dunner.
Als je arm buigt, heb je je 'armbuigspier' (biceps) gespannen. 

Als je de arm weer wil strekken, dan is je 'armstrekspier' (triceps) gespannen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Ezelsbruggetje:
Biceps = Boven

Slide 12 - Diapositive

Biceps
Triceps

Slide 13 - Diapositive

Trainen
Spieren kun je trainen. Door een spier veel te bewegen met kracht, wordt hij steeds dikker. 


Slide 14 - Diapositive

Aan de slag!
spierballen meten!
Maak groepjes van 4. 
Ieder groepje krijgt 1 rolmaat.
Vul de tabel in. 
Naam:
Gestrekte arm
Gebogen arm

Slide 15 - Diapositive

Armpje drukken!

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk:
Lees basisstof 4.4
Maak van 4.4:
 opdracht 1 t/m 7 + 9

Slide 17 - Diapositive

De biceps is een .........
A
Spier
B
Bot
C
Gewricht
D
Pees

Slide 18 - Quiz

Een ander woord voor de biceps is.
A
Arm strekspier
B
Arm buigspier
C
Arm spanspier
D
Arm aanspanspier

Slide 19 - Quiz

spieren bewegen mijn ...?
A
gewrichten
B
botten

Slide 20 - Quiz

Het hart is een spier
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Een spier wordt korter als deze aanspant
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 23 - Quiz

je spieren zitten vast aan je skelet met
A
pezen
B
spierbundels
C
vliezen
D
spieren

Slide 24 - Quiz