Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Human Body
Slide 1 - Diapositive
Transportstelsel
Slide 2 - Diapositive
Het transportstelsel
zorgt voor het transport van stoffen
van én naar de cellen.
Het transportstelsel
zorgt voor het transport van stoffen
van én naar de cellen.
Slide 3 - Diapositive
Waaruit bestaat het transportstelsel?
A
het bloedvatenstelsel
B
het hart en de slagaders
C
de aders en de slagaders
D
het hart, de aders, de slagaders en de haarvaten
Slide 4 - Quiz
Het transportstelsel bestaat uit:
- het hart
- de slagaders
- de aders
- de haarvaten (!)
Hierdoor stroomt het bloed.
Kleur van bloedvaten is niet realistisch, kleuren op tekening of model geven zuurstofarm (blauw) en zuurstofrijk (rood) bloed aan
Slide 5 - Diapositive
Het transportstelsel verbindt
alle andere orgaanstelsels in ons lichaam!
Slide 6 - Diapositive
timer
1:00
Bij welke beroepen is kennis van het transportstelsel belangrijk?
Slide 7 - Carte mentale
Het bloed
= transportsysteem van ons lichaam
- zuurstof en (voedings)stoffen aan weefsels (en dus cellen) afleveren
- afvalproducten en koolstofdioxide afvoeren
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Bloed heeft 3 functies:
- transport van stoffen
- lichaamstemperatuur
- bescherming (wonden en ziekteverwekkers)
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
timer
2:00
het hart
Slide 14 - Carte mentale
Slide 15 - Vidéo
Even oefenen...
Slide 16 - Diapositive
1. Het hart
functie: bloed door de bloedvaten pompen
aanpassingen aan transportfunctie:
- hart bestaat uit spierweefsel: kan samentrekken
- wand van de linkerkamer is dikker want moet krachtiger kunnen samentrekken omdat deze het bloed door het hele lichaam pompt (rechterkamer enkel naar longen)
- hartkleppen verhinderen dat bloed terug kan stromen
Slide 17 - Diapositive
Wist je dat
- je hartritme verandert als je muziek luistert?
- je hart gezonder is als je gelukkig bent?
- een vrouwenhart gemiddeld net iets sneller klopt (78 keer/ minuut) dan dat van een man (70 keer/minuut)?
- een hart per dag wel 100 000 keer klopt? (in een gemiddeld leven betekent dat zo’n 2,5 miljoen keer)
- bij elke hartslag zoveel druk gecreëerd wordt dat het bloed wel
9 m de lucht in kan spuiten?
Slide 18 - Diapositive
Het bloedvatenstelsel
bestaat uit:
- slagaders
- aders
- haarvaten
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Slagader
functie: bloed van het hart naar de organen brengen
aanpassing: dikke wand want bloed wordt er krachtig en schoksgewijs door gepompt
Slide 22 - Diapositive
Ader
functie: bloed van de organen terugvoeren naar het hart
aanpassing: er zitten kleppen in de aders om te verhinderen dat het bloed kan terugstromen want de druk is veel lager dan in de slagaders
Slide 23 - Diapositive
Haarvat
functie: verschillende stoffen uitwisselen tussen het bloed en de organen/weefsels/cellen
aanpassing: héél dun (soms zelfs 1 cellaag) en sterk vertakt om de uitwisseling te vergemakkelijken
Slide 24 - Diapositive
Het grootste deel van het transportstelsel bestaat uit het netwerk van haarvaten.
Slide 25 - Diapositive
Stofuitwisseling!
Slide 26 - Diapositive
Even opfrissen: Sleep de plaatjes van klein naar groot (LINKS met het GROOTSTE beginnen)
Slide 27 - Question de remorquage
Van organisme tot cel
Even opfrissen!
Slide 28 - Diapositive
- cellen zorgen voor energie
- van de ene vorm naar de andere
- zetten wel energie om (bruikbaar voor ons lichaam)
Energieomzetting via celademhaling
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Vidéo
De weg van het bloed door het lichaam
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Vidéo
Bij de grote bloedsomloop stroomt zuurstofrijk bloed naar...
A
longen
B
de rest van het lichaam
C
het haar
D
het hart
Slide 33 - Quiz
Waarom spreken we bij zoogdieren over een dubbele bloedsomloop?
A
Het bloed stroomt 2x per cyclus door het hart.
B
Er is zuurstofrijk en zuurstofarm bloed.
Slide 34 - Quiz
Bij de kleine bloedsomloop stroomt zuurstofrijk bloed naar..