SO Taalverzorging H3-H4 1bk

Taalverzorging H3-H4
* Onderwerp en PV
* Ik-vorm en PV in tt
* Zijn, hebben, willen, kunnen en zullen
* Meervouden en verwijswoorden
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Taalverzorging H3-H4
* Onderwerp en PV
* Ik-vorm en PV in tt
* Zijn, hebben, willen, kunnen en zullen
* Meervouden en verwijswoorden

Slide 1 - Diapositive

Is deze zin waar of niet waar?
Als de persoonsvorm meervoud is, dan is het onderwerp ook meervoud.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

In de grote tuin kruipt een piepklein muisje.

Wat is de PV en het onderwerp van deze zin?
A
PV = kruipt OW = muisje
B
PV = kruipt OW = een piepklein muisje
C
PV = muisje OW = kruipt
D
PV = kruipt OW = in de grote tuin

Slide 3 - Quiz

Maak een zin met daarin
een onderwerp van minimaal 3 woorden.
Gebruik een vorm van het werkwoord 'zullen'.

Slide 4 - Question ouverte

Wat zijn geen juiste ik-vormen?
A
gaap - leen - bestuur
B
praat - loopt - eet
C
rijd - verhuis - verzin
D
kies - oefen - fiets

Slide 5 - Quiz

Wat moet je doen om de ik-vorm te maken van woorden, zoals 'vervelen' en 'sturen'?
A
-en eraf
B
-en eraf en medeklinker eraf
C
-en eraf en klinker erbij
D
-en eraf en v wordt f

Slide 6 - Quiz

Wat moet je doen om de ik-vorm te maken van woorden, zoals 'niezen' en 'verhuizen'?
A
-en eraf en medeklinker eraf
B
-en eraf en v wordt f
C
-en eraf en klinker erbij
D
-en eraf en z wordt s

Slide 7 - Quiz

In welke zin is de pv niet goed geschreven.
A
Ik kneed het deeg voor de taart.
B
Waarom loop jij altijd zo langzaam?
C
Jij verdwaald heel snel.
D
Jij verwent die kat veel te veel.

Slide 8 - Quiz

In welke zin is de pv niet goed geschreven.
A
Ik kneed het deeg voor de taart.
B
Waarom loop jij altijd zo langzaam?
C
Jij verdwaald heel snel.
D
Jij verwent die kat veel te veel.

Slide 9 - Quiz

Neem de zin over. Gebruik hoofdletters, punten en vraagtekens. Zet de woorden die tussen haakjes staan in het meervoud.
waarom lust zinedine geen (kokommer) en tomaat).

Slide 10 - Question ouverte

In welke zin is de pv niet goed geschreven.
Let op: tegenwoordige tijd (tt).
A
Ik zal vanaf nu elke dag 30 min. bewegen.
B
Kun jij in de toekomst kijken?
C
Mijn broertjes waren erg stout.
D
Haar vriedinnen zullen morgen langskomen.

Slide 11 - Quiz

In welke zin is de pv niet goed geschreven.
Let op: verleden tijd (vt).
A
Sadia wilde nu al haar telefoon verkopen.
B
Sevgi zou een feestje geven.
C
Wij wouden die toets graag nog eens doen.
D
Wij konden het haast niet geloven.

Slide 12 - Quiz

Naar welk woord verwijst 'die' in deze zin?

Tessa en Indy vinden de kleding van mevrouw De Milliano niet zo modern, maar die van Fatima wel.
A
Tessa
B
de kleding
C
Fatima
D
Tessa en Indy

Slide 13 - Quiz

Waarom worden verwijswoorden (die, deze, dit, dat) gebruikt?
A
om de zin te kunnen begrijpen
B
om af te wisselen in woordkeuze
C
om goed te formuleren

Slide 14 - Quiz