Psychose VZ

1 / 37
suivant
Slide 1: Lien
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Psychose
Hallucinaties en wanen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vragen heb jij nog over dit onderwerp?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent van de mensen heeft wel eens een psychotische ervaring gehad denk je?
A
3%
B
12%
C
50%
D
100%

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Joep denkt achtervolgd te worden door de politie. Hij sluit zich op in zijn huis en heeft alle elektrische apparaten het huis uitgedaan omdat de politie
d.m.v. straling ook zijn gedachten kan lezen.
A
Joep heeft last van wanen
B
Joep heeft last van hallucinaties
C
Joep heeft dagdromen
D
Joep heeft last van apraxie

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een psychose en schizofrenie?
A
Er is geen verschil
B
Psychose kan eenmalig zijn
C
Schizofrenie is chronisch
D
Schizofrenie is gespleten persoonlijkheid psychose niet.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijwerkingen medicatie (antipsychotica)

  • Trillen
  • Vervlakking
  • Droge mond
  • Obstipatie
  • Gewichtstoename
  • Slaperigheid
  • Beenmergbeschadiging (Clozapine)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zat het ook al weer?
Wat is een waan en wat is een hallucinatie?
positief (+) en een negatief (-) psychose symptoom

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zat het ook al weer?
Noem een voorbeeld van een
positief (+) en een negatief (-) psychose symptoom

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Interventies voor omgaan met verwarde cliënten 
  1. Streef naar een vaste structuur en zo min mogelijk verschillende gezichten.
  2. Neem de uitlatingen van je cliënt niet persoonlijk en geef je grenzen op een rustige manier aan.
  3. Spreek met het team af op welke verzoeken je wel en niet ingaat, en waar jullie grenzen liggen. Leg alle afspraken goed vast zodat je niet tegen elkaar kunt worden uitgespeeld. Geef wisselingen in het dienstrooster door aan de patiënt.
  4. Cliënten met een psychose hebben vaak een omgekeerd dag- en nachtritme. Plan hen daarom niet te vroeg op de dag in.







Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Interventies voor omgaan met verwarde cliënten
  1. Wees alert op verkeerd gebruik van medicatie, combinaties met andere middelen en te lang gebruik. Bv: verkeerde dosis antidepressiva kan manisch gedrag veroorzaken. Bij diabetes kan niet (tijdig) toedienen van insuline verward en agressief gedrag veroorzaken
  2. Vergroot je kennis over psychiatrische aandoeningen zodat je deze kunt herkennen en weet hoe je cliënten kunt benaderen.
  3. Wijkzorg: breng de sociale kaart in jouw wijk in kaart, en leg contact met de hulpverleners zoals ggz-medewerkers, Veilig Thuis (bij huiselijk geweld), het sociaal wijkteam, psychiaters, politie.
  4. Belangrijk is niet alleen te weten wie wanneer ingeschakeld kan worden, maar vooral hoe je samenwerking in de wijk vorm geeft. 







Slide 33 - Diapositive

Het doel zou moeten zijn dat je als wijkverpleegkundige alles adequaat registreert en vastlegt in een zorgplan en het vervolgens – al dan niet in afstemming met anderen – weet te organiseren. Er bestaan cursussen voor, zoals bij de Stichting Bevordering Wijkverpleegkundige. (Google op ‘verward in de wijk’)

Slide 34 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar heb je het meeste aan gehad bij deze les?

Slide 35 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions