KT2 - DA1V - module 3 - les 3 - week 14 - visustest + herhaling
1 / 16
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Op welke werkplekken doe je als DA een visustest?
Slide 4 - Carte mentale
JGZ, arbodienst, HA, poli oogheelkunde/kindergeeskunde, defensie, keuring voor bepaalde beroepsgroepen, rijbewijskeuring
Slide 5 - Diapositive
3-4 jaar > TOV = 'tijdige opsporing visuele stoornissen'
4+ > landolt c
Universeelkaart (met links de E-haken en rechts de Landolt-C-ringen)
Spiegelkaart: als de ruimte klein is. De afstand van de patiënt tot de spiegel en van de spiegel tot de spiegelkaart moet dan opgeteld vijf meter zijn
Slide 6 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe noteer je de uitslag van het rechteroog?
A
VOD
B
VOS
C
VODS
Slide 7 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe noteer je dat de patiënt een bril op had tijdens het visusonderzoek?
A
so
B
sc
C
cc
D
dc
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk optotypen wordt hier afgebeeld?
A
Snellen kaart
B
Landolt C - ringen
C
E - haken
D
LEA symbols
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk optotypen wordt hier afgebeeld?
A
E-haken
B
Goldman
C
Landolt-ringen
D
Snellen
Slide 10 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk optotypen is hier afgebeeld?
A
Snellen
B
Landolt-ringen
C
E-haken
D
Goldman
Slide 11 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 12 - Diapositive
D = laatste regel waarbij drie symbolen foutloos zijn benoemd
de visus bij overige kaarten is als meer dan de helft goed benoemd wordt.
Slide 13 - Diapositive
Bij de polaroidtest wordt gebruikgemaakt van polaroidfilters. Dit zijn filters die het licht maar in één richting doorlaten. Het kind kijkt door een bril met polaroidfilters naar een lichtkastje waarop plaatjes op polaroidfilters boven elkaar zijn aangebracht. Het bovenste plaatje komt wat betreft filterrichting overeen met het rechterfilter in de bril, het linkerfilter op dezelfde manier met het onderste plaatje. Het komt er dus op neer dat het kind met ieder oog afzonderlijk slechts naar één plaatje kan kijken (zie fig. 5.58). Als een van de plaatjes niet gezien wordt, betekent dat meteen dat een van beide ogen niet goed kan waarnemen. Het onderzoek wordt vooral gebruikt in de jeugdgezondheidszorg om amblyopie op zo jong mogelijke leeftijd aan te tonen. Amblyopie is een lui oog als gevolg van scheelstand van de ogen.
Slide 14 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 15 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 16 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
