Havo Oefentoets woordsoorten H1, H2, H3 en H5 en herhaling jaar 1

Oefentoets woordsoorten
Heel veel succes! 
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Oefentoets woordsoorten
Heel veel succes! 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Denk jij dat Sjoerd zich zo'n DUUR horloge kan veroorloven?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Denk JIJ dat Sjoerd zich zo'n duur horloge kan veroorloven?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
voegwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 4 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

IK heb me vergist bij het tellen van mijn spaargeld.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Ik heb me vergist bij het tellen van MIJN spaargeld.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Ik heb me vergist bij het tellen van mijn SPAARGELD.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

WIJ zijn elkaar nooit meer tegengekomen nadat haar tante is verhuisd.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bijwoord
C
Wederkerend voornaamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 8 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Wij zijn elkaar NOOIT meer tegengekomen nadat haar tante is verhuisd.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bijwoord
C
voegwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Wij zijn elkaar nooit meer tegengekomen nadat HAAR tante is verhuisd.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bijwoord
C
voegwoord
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Ik SCHAAM me voor mijn broertje.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend werkwoord
D
hulpwerkwoord

Slide 11 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Ik schaam me VOOR mijn broertje.
A
voorzetsel
B
bezittelijk voornaamwoord
C
zelfstandig werkwoord
D
voegwoord

Slide 12 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Ik schaam me voor mijn BROERTJE.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
zelfstandig werkwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 13 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Ik schaam me voor mijn broertje als hij weer iets IRRITANTS zegt.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
bijwoord
D
voegwoord

Slide 14 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Ik schaam me voor mijn kleine broertje ALS hij weer iets irritants zegt.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
voegwoord

Slide 15 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Ik schaam me voor mijn KLEINE broertje als hij weer iets irritants zegt.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
voegwoord

Slide 16 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Gisteren zagen we op TELEVISIE een erg uitgebreide reportage.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
zelfstandig werkwoord
D
bijwoord

Slide 17 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

GISTEREN zagen we op televisie een erg uitgebreide reportage.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
zelfstandig werkwoord
D
bijwoord

Slide 18 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Gisteren zagen we op televisie een ERG uitgebreide reportage.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
zelfstandig werkwoord
D
bijwoord

Slide 19 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Gisteren zagen we op televisie een erg UITGEBREIDE reportage.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
zelfstandig werkwoord
D
bijwoord

Slide 20 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Gisteren zagen we OP televisie een erg uitgebreide reportage.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
voorzetsel
C
voegwoord
D
bijwoord

Slide 21 - Quiz

Benoem het GROOTGEDRUKTE woord.

Gisteren ZAGEN we op televisie een erg uitgebreide reportage.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
hulpwerkwoord
D
bijwoord

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Noteer de telwoorden in onderstaande zin.

Er kwamen op de tweede dag na de officiële opening maar enkele mensen in de winkel.

Slide 24 - Question ouverte

Noteer de telwoorden in onderstaande zin.

Sommige mensen gaven wat oude kleren aan het goede doel.

Slide 25 - Question ouverte

Noteer de telwoorden in onderstaande zin.

Koning Willem I was van 1815 tot 1840 de eerste koning der Nederlanden.

Slide 26 - Question ouverte

Noteer de telwoorden in onderstaande zin.

Die voorstelling wordt voor de laatste keer gespeeld op de vijftiende van februari in 2021.

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Neem de GROOTGEDRUKTE woorden uit onderstaande zinnen over en zet de woordsoort erachter. Kies uit: blw, olw, zn, bn, zww, hww, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw, vz, bw, telw, vgw

WAT is er mooier dan OP EEN mooie winterdag te SCHAATSEN op NATUURIJS?

Slide 29 - Question ouverte

Neem de GROOTGEDRUKTE woorden uit onderstaande zinnen over en zet de woordsoort erachter. Kies uit: blw, olw, zn, bn, zww, hww, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw, vz, bw, telw, vgw


DIE kinderen waren nogal VERVELEND en daarom werd de leraar HEEL ERG boos op hen.

Slide 30 - Question ouverte

Neem de GROOTGEDRUKTE woorden uit onderstaande zinnen over en zet de woordsoort erachter. Kies uit: blw, olw, zn, bn, zww, hww, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw, onbep.vnw, vz, bw, telw, vgw


DE aanbieding was 'twee truien VOOR de prijs van EEN'.

Slide 31 - Question ouverte

Neem de GROOTGEDRUKTE woorden uit onderstaande zinnen over en zet de woordsoort erachter. Kies uit: blw, olw, zn, bn, zww, hww, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw, onbep.vnw, vz, bw, telw, vgw

TIJDENS de lange wandeling kreeg ik KLEINE beukennootjes op MIJN hoofd. Het deed geen pijn, maar het was HEEL vervelend.

Slide 32 - Question ouverte

Neem de GROOTGEDRUKTE woorden uit onderstaande zinnen over en zet de woordsoort erachter. Kies uit: blw, olw, zn, bn, zww, hww, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw, vz, bw, telw, vgw

DE BEUKENNOOTJES die op mijn hoofd vielen, heb IK allemaal BEWAARD.

Slide 33 - Question ouverte

Neem de GROOTGEDRUKTE woorden uit onderstaande zinnen over en zet de woordsoort erachter. Kies uit: blw, olw, zn, bn, zww, hww, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw, vz, bw, telw, vgw

Ik heb HAAR broertje DAT net verteld, HOEWEL IK wel twijfelde of ik dat mocht zeggen.

Slide 34 - Question ouverte

Neem de GROOTGEDRUKTE woorden uit onderstaande zinnen over en zet de woordsoort erachter. Kies uit: blw, olw, zn, bn, zww, hww, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw, vz, bw, telw, vgw

VANWEGE het feest in ROTTERDAM is de TWEEDE afslag VANDAAG AFGESLOTEN.

Slide 35 - Question ouverte

Neem de GROOTGEDRUKTE woorden uit onderstaande zinnen over en zet de woordsoort erachter. Kies uit: blw, olw, zn, bn, zww, hww, pers.vnw, bez.vnw, aanw.vnw, vr.vnw, vz, bw, telw, vgw

Kees vraagt aan ZIJN BESTE vriend NAAR WELKE film hij zou gaan met zijn nieuwe VRIENDIN.

Slide 36 - Question ouverte